In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 18 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Vincio Wonen en twee gedaagden, die een woning huren van Vincio Wonen. De huurprijs bedraagt € 766,25 per maand, maar de gedaagden hadden op het moment van dagvaarding een huurachterstand van € 3.033,18. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 mei 2025 hebben partijen een minnelijke regeling getroffen met betrekking tot de huurachterstand, maar Vincio Wonen heeft ook verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat volgens de wet voldoende gewicht heeft om de huurovereenkomst te ontbinden. De rechter heeft de ontbinding en ontruiming toegewezen, maar de ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen in plaats van de gevorderde drie dagen. Tevens is bepaald dat de gedaagden de lopende huur van € 766,25 per maand moeten blijven betalen totdat de woning is ontruimd. De rechter heeft ook bepaald dat Vincio Wonen de ontruiming niet ten uitvoer zal leggen zolang de gedaagden de minnelijke regeling correct nakomen.
De beslissing van de kantonrechter is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Vincio Wonen het vonnis kan laten uitvoeren, ook als de gedaagden in beroep gaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.P.A. Bisscheroux.