ECLI:NL:RBLIM:2025:5934

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
11535376 \ CV EXPL 25-781
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en beëindiging van een overeenkomst met betrekking tot een elektrische boiler

In deze zaak vordert Volta Limburg B.V. betaling van een bedrag van € 300,89 van de gedaagde partij, die in persoon procedeert. De procedure betreft een geschil over de huur van een elektrische boiler die door Volta Limburg aan de gedaagde is verhuurd. De gedaagde heeft de huur van de boiler overgenomen van de voormalige huurder en heeft op enig moment via een formulier op de website van Volta Limburg doorgegeven dat zij ging verhuizen. In dit formulier heeft de gedaagde aangegeven dat zij het onderhoudscontract niet wenst te continueren. Volta Limburg heeft vervolgens een brief gestuurd waarin zij melding maakt van achterstallige betalingen en de beëindiging van de overeenkomst aankondigt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de huurovereenkomst op correcte wijze heeft opgezegd, ondanks dat Volta Limburg dit niet als zodanig heeft geïnterpreteerd. De kantonrechter oordeelt dat Volta Limburg had moeten onderzoeken wat de bedoelingen van de gedaagde waren, vooral gezien het feit dat de gedaagde geen nieuw adres heeft opgegeven. Uiteindelijk wordt de vordering van Volta Limburg afgewezen, omdat de kantonrechter van mening is dat de gedaagde de overeenkomst met Volta Limburg heeft opgezegd.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11535376 \ CV EXPL 25-781
Vonnis van 18 juni 2025
in de zaak van
VOLTA LIMBURG B.V.,
te Schinnen,
eisende partij,
hierna te noemen: Volta Limburg B.V.,
gemachtigde: Groothuis Ligtermoet & Nijhuis Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna Volta Limburg en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Volta Limburg verhuurde per 1 november 2015 aan de voormalige eigenaar van de woning aan de [adres] te [woonplaats] een elektronische boiler.
2.2.
Nadat [gedaagde] in voornoemde woning is komen wonen, heeft zij door middel van de ondertekening van de huurovereenkomst met ingang van 4 november 2020 de huur van de elektrische boiler van de voormalige huurder overgenomen. Op de huurovereenkomst zijn de algemene voorwaarden van Volta Limburg van toepassing.
2.3.
Uit artikel 10 van de algemene voorwaarden blijkt, voor zover van belang, het volgende:
“1. De huur vangt aan op de datum zoals deze in de Overeenkomst is opgenomen.
2. De Overeenkomst wordt aangegaan voor de huurperiode zoals die in de Overeenkomst is opgenomen en wordt daarna stilzwijgend steeds voor de duur van één maand verlengd.3. Na afloop van de huurperiode kan de klant echter de Overeenkomst telefonisch, elektronisch of schriftelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van één kalendermaand. (..)”
2.4.
[gedaagde] heeft omstreeks april 2023 de woning aan de [adres] te [woonplaats] verlaten.
2.5.
[gedaagde] heeft op enig moment via de website van Volta Limburg doorgegeven dat zij ging verhuizen. Zij heeft gebruik gemaakt van een formulier dat afkomstig was op de website van Volta Limburg. Eén van de vragen in dit formulier was, of het onderhoudscontract gecontinueerd moest worden, waarop [gedaagde] ‘Nee’ heeft geantwoord.
2.6.
Op 25 april 2023 zond de klantenservice van Volta Limburg het volgende e-mailbericht:
“Beste meneer/mevrouw [gedaagde] ,
Wij hebben uw adreswijziging ontvangen. Wij zorgen voor de verwerking van de wijziging en indien nodig nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. (..)”
2.7.
Op 2 september 2024 stuurt Volta Limburg een brief aan [gedaagde] op het adres [adres] te [woonplaats] , met daarin de mededeling dat Volta Limburg ondanks schriftelijke betaalverzoeken nog geen betaling heeft ontvangen van de contractvergoeding en dat Volta Limburg zich genoodzaakt ziet om de overeenkomst te beëindigen. [gedaagde] wordt de gelegenheid geboden de elektrische boiler te laten overnemen, dan wel te verwijderen. Voor beide opties geldt dat [gedaagde] een vergoeding verschuldigd is.
2.8.
Omdat Volta Limburg geen reactie heeft ontvangen op voormelde brief, is op 9 september 2024 een brief gezonden met daarin een overzicht van de achterstallige betalingen, alsmede een bedrag aan restwaarde voor overname van de elektrische boiler. De vordering van € 314,89 is nadien ter incasso uit handen gegeven aan de deurwaarder.
2.9.
Uit correspondentie tussen de deurwaarder en een medewerker van Volta Limburg is gebleken dat per 1 december 2024 de huurovereenkomst is overgenomen door de nieuwe bewoner van de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Om die reden vervalt de restwaarde voor de overname van de elektrische boiler.

3.Het geschil

3.1.
Volta Limburg B.V. vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 300,89, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Volta Limburg B.V.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag die in deze zaak centraal staat is of [gedaagde] de overeenkomst met Volta Limburg voor de huur van de elektrische boiler heeft opgezegd.
4.2.
De kantonrechter stelt bij de beantwoording van deze vraag voorop dat er in het dossier als productie 1 bij de dagvaarding een kopie is bijgevoegd van de huurovereenkomst. Uit deze huurovereenkomst blijkt dat [gedaagde] de huurovereenkomst zoals die gold voor het adres [adres] te [woonplaats] , overneemt.
Ook worden de algemene voorwaarden van Volta Limburg voor verhuur van toestellen van toepassing verklaard. Dat er óók sprake is van een onderhoudscontract, blijkt uit de overgelegde stukken niet.
4.3.
Vast staat dat [gedaagde] op enig moment een formulier van de website van Volta Limburg heeft ingevuld en ingezonden. In dit formulier wordt onder andere naar de gewijzigde adresgegevens gevraagd. Ook wordt de vraag gesteld of de klant het onderhoudscontract wenst voor te zetten. Op die vraag wordt door [gedaagde] met ‘Nee’ geantwoord. Duidelijk blijkt dat Volta Limburg het door [gedaagde] ingevulde formulier heeft aangemerkt als een verzoek om adreswijziging, gelet op de e-mail die de klantenservice heeft gestuurd. Er wordt toegezegd dat de wijziging wordt verwerkt en dat indien nodig contact met [gedaagde] opgenomen zou worden.
4.4.
De kantonrechter meent dat er in deze zaak aanleiding bestond voor Volta Limburg om contact op te nemen met [gedaagde] . In de eerste plaats blijkt uit het door [gedaagde] ingevulde formulier niet dat er sprake zou zijn van een adreswijziging. [gedaagde] heeft namelijk geen nieuw adres opgegeven. Het had toen op de weg van Volta Limburg gelegen om in elk geval contact met [gedaagde] op te nemen om te onderzoeken wat de bedoelingen van [gedaagde] waren. Dit geldt zeker nu [gedaagde] een onderhoudscontract opzegt, terwijl uit de overgelegde huurovereenkomst niet blijkt dát er daadwerkelijk een onderhoudscontract is. Wat is nu daadwerkelijk door [gedaagde] opgezegd en hoe had Volta Limburg dat moeten interpreteren? Het komt de kantonrechter bovendien niet logisch voor dat een verhuurder naar een ander adres verhuisd, maar de door Volta Limburg verhuurde boiler achterlaat op het oude adres. Het had op de weg van Volta Limburg gelegen om de bedoelingen van [gedaagde] te checken, te meer nu [gedaagde] per mei 2023, dus een maand nadat zij haar wijzingen heeft doorgegeven, is gestopt met betalen van de verschuldigde huurtermijnen voor de elektrische boiler.
4.5.
In deze casus staat vast dat de overeenkomst op grond van artikel 10.3 van de algemene voorwaarden maandelijks door [gedaagde] kon worden opgezegd. Het idee achter een tijdige en correcte opzegging van een overeenkomst is dat beide partijen weten waar ze aan toe zijn. Volta Limburg had op basis van de door [gedaagde] ingevulde gegevens kunnen vermoeden – of op z’n minst moeten onderzoeken of – dat met een adreswijziging mede wordt beoogd ook een wijziging aan te brengen in de huurovereenkomst. Alle omstandigheden tezamen maakt dat de kantonrechter van oordeel is dat voldoende vast staat dat [gedaagde] de bestaande huurovereenkomst met Volta Limburg heeft bedoeld op te zeggen en dat dit ook zo door Volta Limburg geïnterpreteerd had moeten worden.
4.6.
De vordering van Volta Limburg wordt afgewezen.

5.De beslissing

De kantonrechter wijst de vorderingen van Volta Limburg B.V. af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken op 18 juni 2025.
SM