ECLI:NL:RBLIM:2025:583

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
11414939 AZ VERZ 24-99
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet van werknemer na ziekmelding en werkzaamheden voor derde partij

In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoekster] en haar werkgever, ENDAN.NU B.V. H.O.D.N. FUNDAMENTUM. De zaak betreft een ontslag op staande voet dat door de werkgever is gegeven aan [verzoekster] omdat zij zich ziek had gemeld, maar vervolgens werkzaamheden had verricht voor een andere werkgever. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. De werkgever had geen bedrijfsarts ingeschakeld en de ziekmelding van [verzoekster] vond plaats tegen de achtergrond van een conflict over wijzigingen in haar arbeidsomstandigheden. De kantonrechter oordeelde dat het feit dat [verzoekster] op 25 oktober 2024 voor een andere werkgever had gewerkt, niet kan worden aangemerkt als een dringende reden voor ontslag. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoekster] om het ontslag te vernietigen toegewezen en heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van loon vanaf de datum van ontslag tot de dag van rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Tevens zijn de proceskosten voor rekening van de werkgever gesteld.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11414939 \ AZ VERZ 24-99
Beschikking van 16 januari 2025
in de zaak van
[verzoekster],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
gemachtigde: mr. R.J. Ruiter,
tegen
ENDAN.NU B.V. H.O.D.N. FUNDAMENTUM,
te Amsterdam,
verwerende partij,
hierna te noemen: Fundamentum,
gemachtigde: mr. S. de Graaf.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- het verweerschrift
- de mondelinge behandeling van 19 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de pleitnotities van mr. Ruiter.

2.De feiten

2.1.
Fundamentum is specialist in het uitvoeren van korte detoxbehandelingen in een medische setting en onder 24 uurs toezicht.
2.2.
[verzoekster] , geboren [geboortedatum] 1973, is sinds 1 mei 2022 in dienst bij Fundamentum voor onbepaalde tijd. De functie van [verzoekster] is Sport- en bewegingsleider met een loon van € 1.770,50 bruto per maand, exclusief emolumenten. [verzoekster] was 18 uren per week werkzaam. De cao Geestelijke Gezondheidszorg is van toepassing.
2.3.
De werkdagen en tijden van [verzoekster] waren:
Maandag: 12.45 tot 14.15 uur
Dinsdag: 10.30 tot 14.15 uur
Woensdag: 12.30 tot 14.15 uur
Donderdag: 12.45 tot 22.00 uur
Vrijdag: 12.30 tot 14.15 uur
2.4.
Naast haar werk voor Fundamentum is [verzoekster] werkzaam als zelfstandige, onder andere bij een fitnesscentrum. Fundamentum was bekend met die nevenwerkzaamheden en zij was er mee akkoord.
2.5.
Op 29 augustus 2024 heeft een gesprek plaats gevonden tussen [naam leidinggevende] , leidinggevende (hierna: [naam leidinggevende] ) en [verzoekster] . In dit gesprek is meegedeeld dat een deel van de werkuren van [verzoekster] kwam te vervallen.
2.6.
Op donderdag 19 september 2024 heeft [verzoekster] weer een gesprek gehad met [naam leidinggevende] , waarbij ook [naar HR-adviseur] , HR-adviseur, aanwezig was. Naar aanleiding van dit gesprek is het onderstaande aan [verzoekster] bevestigd:
Hi [verzoekster] ,
Afgelopen donderdag hebben wij ( [naam leidinggevende] , jij en ik) elkaar gesproken over het nieuwe zorgprogramma en de consequenties die dit nieuwe programma op jouw werkuren hebben. In het gesprek kwam het volgende aan bod:
• Per 1 oktober wordt het nieuwe zorgprogramma geïntroduceerd (het programma wijzigt omdat er volgens het management door een introductie van een nieuw programma adequatere zorg kan worden geleverd)
• De bingo komt door de wijziging van het zorgprogramma op donderdagmiddag te vervallen. De bingo wordt tot op heden door jou georganiseerd
• Met het vervallen van de bingo vervallen vanaf 1 oktober 7 uren van jouw werkuren weg (het bewegingsmoment op de donderdag blijft van 12:30-15:00 staan. @ [naam leidinggevende] kan jij deze tijden bevestigen?). Dit betekent dat jouw contracturen van 18 uur naar 11 uur in mindering worden gebracht.
• Uiteraard is er door ons (werkgever) nagedacht over alternatieven om deze 7 werkuren in het nieuwe zorgprogramma op andere momenten te vullen. Zo hebben wij het aanbod gedaan dat jij op de zaterdag of op de zondag uren kunt maken en is er de mogelijkheid om van maandag-vrijdag voor het sportmoment (tussen 09:00-10:00 uur) te komen ondersteunen op locatie.
• Tot op heden is er (nog) geen mogelijkheid gevonden waar medewerker mee kan instemmen.
• Er is door ons gevraagd aan de medewerker om met haar andere werkgever(s) te overleggen of bovenstaande opties tot de mogelijkheden behoren. We hebben de afspraak gemaakt om op vrijdag 27 september om 15:00 uur contact op te nemen.
• Mocht vrijdag 27 september blijken dat de 7 te vervallen uren niet opgevangen kunnen worden dat biedt de werkgever de medewerker een afbouwregeling. De afbouwregeling houdt in dat medewerker na 1 oktober 2 maanden lang 100% van het oude salaris doorbetaald krijgt (in oktober en november blijft medewerker het salaris op basis van de contractomvang van 18 uur ontvangen). Hierna zal de medewerker 2 maanden lang het salaris gebaseerd op het gemiddelde van de nieuwe en de oude urenomvang ontvangen. Dit betekent dat het brutosalaris in december en januari wordt berekend door 18 (uur) — 11 (uur)! 2=3,5 uur. 11+3,5=14,5 uur. Medewerker ontvangt in december en januari een brutosalaris berekend aan de hand van een urenomvang van 14,5 uur. Vanaf februari ontvangt de medewerker een salaris op basis van het nieuwe urenaantal (11 uur per week).
In de bijlage is jouw contract voor onbepaalde tijd opgenomen. Al jouw persoonlijke documenten kun jij ook terugvinden onder jouw dossier in SDB HR. Mocht je naar aanleiding van mijn schrijven vragen of opmerkingen hebben dan hoor ik dat graag.
We spreken elkaar aankomende vrijdag
2.7.
[naam leidinggevende] heeft op 20 september 2024 nog een e-mail aan [verzoekster] gezonden waarin zij meedeelt dat de werkuren per dag voortaan 13.00 – 15.00 uur zouden zijn (tien uur per week) en dat [verzoekster] in de ochtend van 9 tot 10 uur ondersteuning zou kunnen bieden bij de tassencontrole. Verder zijn [verzoekster] werkuren op zaterdag aangeboden.
2.8.
In de mailwisseling die daarna tussen partijen is gevoerd en de overleggen die hebben plaatsgevonden heeft [verzoekster] aan Fundamentum meegedeeld dat voorgestelde wijzigingen op bezwaren stuitten omdat de werktijden voorafgaand aan het dienstverband overeengekomen waren en zij andere werkzaamheden daarvoor had beëindigd, zij haar dochter om 14.45 uur uit de school moest halen, alsook dat het aangeboden werk in de ochtend niet mogelijk was vanwege werkzaamheden voor derden (die niet verplaatst konden worden) en zij geen werk op zaterdag kon verrichten in verband met de opvang van haar dochter. Ook met een afbouw in uren kon [verzoekster] niet akkoord gaan omdat zij met een lager loon niet rond kon komen.
2.9.
Fundamentum heeft vervolgens aangeboden dat [verzoekster] gedurende zeven uren werkzaamheden zou kunnen gaan verrichten voor de facilitaire dienst. Op 30 september 2024 heeft [verzoekster] aan [naam leidinggevende] deze afspraak bevestigd:
Hallo [naam leidinggevende] ,
Bedankt voor de terugkoppeling van ons gesprek van afgelopen vrijdag. Ik heb ook erg blij dat we waarschijnlijk een oplossing hebben gevonden die voor beide goed voelt.
Zou je de uren nog willen aanpassen naar eindtijd 14.30 ipv 15.30?
Verder is alles ok zoals we het hebben besproken. As donderdag ben ik er en zal ik me om 15 melden bij facilitair.
2.10.
[verzoekster] heeft zich op woensdag 23 oktober 2024 ziek gemeld. Op donderdag 24 oktober 2024 heeft [verzoekster] een WhatsAppbericht gezonden waarin zij meedeelde zich nog niet goed te voelen en op vrijdag zou laten weten hoe het ging. In reactie daarop heeft [naam leidinggevende] voorgesteld op vrijdag om 10.00 uur te bellen. [verzoekster] heeft op die vrijdag om 9.35 uur telefonisch aan [naam leidinggevende] meegedeeld dat zij zich nog niet fit genoeg voelde om te gaan werken. [verzoekster] heeft vervolgens van 10 tot 11 uur gewerkt voor Anytime Fitness. Fundamentum heeft bij Anytime Fitness geïnformeerd of [verzoekster] daar aan het werk was. Fundamentum heeft vervolgens aan [verzoekster] meegedeeld dat zij op staande voet zou worden ontslagen.
2.11.
Fundamentum heeft dit ontslag op staande voet bij brief van 25 oktober 2024 bevestigd:
Geachte mevrouw [verzoekster] ,
Vandaag heeft er een ernstig voorval plaatsgevonden waardoor wij besloten hebben om uw arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang en per direct te beëindigen (ontslag op staande voet).
De reden voor dit ontslag is, zoals we u ook op 25 oktober om 15:45 over de telefoon hebben medegedeeld, dat u gedurende een lopende ziekmelding op 25 oktober bent gaan werken bij een andere werkgever. In de ochtend van 25 oktober heeft u contact gehad met [naam leidinggevende] (uw leidinggevende) en aangegeven dat u nog ziek was en dat het niet lukte om te komen werken op 25 oktober.
U heeft gelegenheid gehad om uw kant van het verhaal te vertellen en heeft tijdens dit telefoon gesprek ook bevestigd dat uw inderdaad bent gaan werken bij een andere werkgever. Andere toevoegingen van uw kant in dit telefoongesprek hebben niet geleid tot een ander oordeel. Bovenstaande redenen vormen dan ook een dringende reden voor dit ontslag op staande voet.
Aangezien het ontslag per direct ingaat, eindigt uw arbeidsovereenkomst op het moment dat u deze brief ontvangt. Dit betekent dat u vanaf 25 oktober 2024 geen recht meer heeft op loon of andere arbeidsvoorwaarden. Aankomende maandag, 28 oktober, wordt er door [naam leidinggevende] contact met u opgenomen om op korte termijn een afspraak in te plannen om de bedrijfsmiddelen die in uw bezit zijn in te leveren.
Wij benadrukken dat deze maatregel niet lichtvaardig is genomen en gebaseerd is op feiten en omstandigheden die zorgvuldig zijn onderzocht.
Om verzekerd te zijn van een goede ontvangst wordt deze brief u zowel per e-mail (zakelijk en privé) als per post toegestuurd.
Met vriendelijke groet,
Fundamentum
[naam HR-manager]
HR Manager
FUNDAMENTUM
detox

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
[verzoekster] verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen en Fundamentum te veroordelen haar op de gebruikelijke wijze toe te laten tot het werk en tot betaling van loon. Volgens [verzoekster] is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. [verzoekster] betwist dat sprake is van een dringende reden. Dat zij op vrijdag 25 oktober 2024 gedurende één uur elders aan het werk was kan niet worden beschouwd als een dringende reden. Het betrof niet het zelfde werk en er was sprake van een andere werkomgeving. Bovendien ontbreekt een ondersteunend oordeel van een bedrijfsarts. [verzoekster] heeft zich ziek gemeld vanwege de ontstane werksituatie, waarin zij onder druk werd gezet akkoord te gaan met een urenvermindering.
3.2.
Fundamentum voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. Fundamentum voert ‑ samengevat ‑ aan dat het niet gaat om de vraag of sprake is van arbeidsongeschiktheid. Er was evenmin sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Alles was ‘koek en ei’ volgens Fundamentum. Sterker, op 30 september 2024 hadden partijen een oplossing gevonden, zoals ook volgt uit de e-mail van [verzoekster] van die datum. Er is volgens Fundamentum geen sprake van een ziekmelding. [verzoekster] heeft gezegd dat zij niet zo fit was. Dit is gelogen, want zij kon wel werken voor Anytime Fitness. Daarbij is het zo dat [verzoekster] op 25 oktober 2024 een sportles moest geven voor Fundamentum en geen werkzaamheden voor de facilitaire dienst hoefde te verrichten die dag.

4.De beoordeling

4.1.
De te beantwoorden vraag is of het feit dat [verzoekster] op 25 oktober 2024 is gaan werken bij andere werkgever/opdrachtgever, terwijl zij zich op 23 oktober 2024 ziek had gemeld en in de ochtend van 25 oktober 2024 tegen haar leidinggevende had gezegd nog steeds ziek te zijn en het niet lukte om te komen werken, een rechtsgeldige dringende reden oplevert.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van een dringende reden. Fundamentum is door [verzoekster] op staande voet te ontslaan te hard van stapel gelopen. Verder is de kantonrechter van oordeel dat met de uitkomst van deze procedure - namelijk dat de arbeidsovereenkomst voortduurt - het onderliggende probleem niet is opgelost. De kantonrechter zal ook daarop in de navolgende overwegingen kort ingaan.
4.3.
Fundamentum heeft (ter zitting) betoogd dat geen sprake zou zijn van een ziekmelding. Deze stelling kan niet worden gevolgd. Fundamentum heeft het onder randnummer 15 van haar verweer immers zelf over een ziekmelding, maar ook uit het WhatsAppbericht van 24 oktober 2024 van [verzoekster] kan niet anders worden afgeleid dan dat [verzoekster] zich ziek heeft gemeld. Bovendien is in de ontslagbrief gesproken over een ‘lopende ziekmelding’.
4.4.
Volgens Fundamentum moet de dringende reden als volgt worden begrepen: [verzoekster] heeft volgens Fundamentum gelogen toen ze aan [naam leidinggevende] heeft meegedeeld dat ze niet fit was om te werken. Immers [verzoekster] heeft vlak daarna nagenoeg hetzelfde werk verricht als het werk waarvoor zij bij Fundamentum stond ingeroosterd.
4.5.
Dat [verzoekster] diezelfde dag nog is gaan werken voor Anytime Fitness heeft bij Fundamentum terechte vragen opgeroepen over de gegrondheid van de ziekmelding.
Dit gegeven opende echter niet de weg voor Fundamentum om zelf een oordeel te geven over de arbeids(on)geschiktheid van [verzoekster] . Een oordeel over de arbeids(on)geschiktheid van [verzoekster] en een inschatting waartoe zij wel of niet in staat was gezien haar medische gesteldheid is immers voorbehouden aan een bedrijfsarts. Die is daartoe bevoegd en in staat. De ziekmelding is bovendien gedaan tegen de achtergrond van een verschil van mening tussen Fundamentum en [verzoekster] over door Fundamentum gewenste wijzigingen in de arbeidsomvang, werktijden en functie. Hoewel [verzoekster] aanvankelijk aan Fundamentum had laten weten dat partijen waarschijnlijk een oplossing hadden gevonden, had zij op 22 oktober 2024 in een gesprek met [naam leidinggevende] meegedeeld dat de werkzaamheden haar (in de woorden van [naam leidinggevende] ) ‘toch niet bevielen’. [verzoekster] heeft gesteld dat het haar zwaar viel om het werk bij de facilitaire dienst te verrichten, omdat dit wezenlijk ander werk is dan het werk waarvoor Fundamentum haar had aangenomen en dat zij zich onder druk gezet voelde akkoord te gaan met aangepaste werkzaamheden. Het standpunt van Fundamentum dat er niets aan de hand was, staat daar haaks op en is ook ongeloofwaardig. Van [verzoekster] werd in krap één maand verwacht zich conformeren aan een aanzienlijke wijziging van werktijden, inhoudelijke werkzaamheden en werktijden. Hoewel [verzoekster] zich daarin wellicht weinig plooibaar heeft opgesteld (of kon opstellen vanwege opvangproblematiek en afspraken met andere werkgevers/opdrachtgevers) en strikt genomen sprake was van een zakelijk geschil, had de situatie (begrijpelijkerwijs) zijn weerslag had op het psychisch welbevinden van [verzoekster] . Daarom is het gegeven dat [verzoekster] werk heeft verricht voor Anytime Fitness, terwijl zij op 25 oktober 2025 tegen [naam leidinggevende] heeft gezegd nog ziek te zijn, geen dringende reden voor een ontslag op staande voet. Het verzoek tot vernietiging zal dan ook worden toegewezen.
4.6.
Dit betekent dat de arbeidsovereenkomst niet op 25 oktober 2024 is geëindigd.
4.7.
[verzoekster] heeft verzocht om Fundamentum te veroordelen om [verzoekster] in staat te stellen haar werkzaamheden op de normale, gebruikelijke wijze te hervatten met alle bevoegdheden en faciliteiten, die [verzoekster] krachtens de arbeidsovereenkomst placht te genieten op straffe van verbeurte van een dwangsom.
4.8.
Dit verzoek kan de kantonrechter niet zonder meer toewijzen. Fundamentum heeft er ten eerste terecht op gewezen dat [verzoekster] zich ziek heeft gemeld. Zoals hiervoor is overwogen zal Fundamentum een bedrijfsarts moeten inschakelen en die zal een advies moeten geven over de arbeids(on)geschiktheid. Ten tweede stelt [verzoekster] dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid. Met andere woorden: [verzoekster] kan weliswaar werken, maar niet voor Fundamentum. Ook hierover zal een bedrijfsarts zich moeten uitlaten in relatie tot de arbeids(on)geschiktheid. Tot slot is het probleem waarvan de ziekmelding en ontslag op staande voet een voortvloeisel zijn niet opgelost. Er is immers sinds oktober 2024 een wijziging in de zorgprogrammering waardoor volgens Fundamentum een deel van de oorspronkelijk werkzaamheden van [verzoekster] zijn vervallen. Of een dergelijke wijziging rechtmatig is zal moeten worden getoetst aan de artikel 7:613 BW en 7:611 BW, welke toetsing uiteindelijk neerkomt op een afweging van de belangen. Hierbij heeft als uitgangpunt te gelden dat arbeidsvoorwaarden
kunnenwijzigen. [verzoekster] kan niet onverkort vast blijven houden aan de aanvankelijk overeengekomen werktijden en werkzaamheden als sprake is van een zwaarwichtig belang aan de zijde van Fundamentum en het belang van [verzoekster] daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Het komt de kantonrechter voor dat sprake is van een dergelijk zwaarwichtig belang bij Fundamentum. De vraag of het belang van [verzoekster] daarvoor moet wijken, kan de kantonrechter niet beantwoorden (omdat de discussie tussen partijen gelet op het gegeven ontslag een andere was).
De vooralsnog gevonden ‘oplossing’ bestaande uit het verrichten van werkzaamheden voor de facilitaire dienst gedurende een aantal uren komt, indien deze wijziging duurzaam zou worden, neer op een functie-wijziging die dermate ver afstaat van de overeengekomen functie dat deze zeer vermoedelijk de toetsing aan artikel 7:613/611 BW niet zal kunnen doorstaan. Wellicht dat Fundamentum werk voorhanden heeft dat meer aansluit bij de functie van [verzoekster] en dat [verzoekster] , wil zij ook in de toekomst nog voor Fundamentum werkzaam blijven, toch zal moeten bezien of zij haar privésituatie en het werk voor derden daarin kan aanpassen. Gelet echter op al deze onzekerheden zal de kantonrechter de vordering tot wedertewerkstelling afwijzen.
4.9.
[verzoekster] heeft echter wel recht op loon, omdat het ontslag op staande voet wordt vernietigd en de arbeidsovereenkomst dus voortduurt. Dat het ontslag niet rechtsgeldig is, komt immers voor rekening van Fundamentum. Fundamentum heeft bovendien, anders dan haar stelling dat wel sprake is van een dringende reden, geen verweer gevoerd tegen de loonvordering. De vordering van [verzoekster] tot loonbetaling met ingang van 25 oktober 2024 tot de dag van rechtsgeldige beëindiging zal daarom worden toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging en de wettelijke rente zullen ook worden toegewezen, omdat Fundamentum te laat heeft betaald. Fundamentum zal worden veroordeeld tot afgifte van deugdelijke loonspecificaties binnen 14 dagen na datering van deze beschikking op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 25,- per dag met een maximum van € 500,-.
4.10.
Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen voor de duur van procedure. Deze procedure is echter al geëindigd doordat een beslissing wordt genomen op het verzoek van [verzoekster] [1] .
4.11.
De proceskosten komen voor rekening van Fundamentum, omdat Fundamentum overwegend ongelijk krijgt. De proceskosten aan de zijde van [verzoekster] worden begroot op € 901,- (€ 87,00 aan griffierecht en € 814,00 aan salaris gemachtigde).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
vernietigt het ontslag op staande voet,
5.2.
veroordeelt Fundamentum tot betaling aan [verzoekster] van € 1.770,50 bruto per maand aan loon en cao verhogingen en emolumenten vanaf 25 oktober 2024 tot de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en te vermeerderen met de wettelijke rente over het loon en de wettelijke verhoging vanaf de onderscheiden data van verzuim tot die van betaling,
5.3.
veroordeelt Fundamentum tot afgifte van deugdelijke (loon)specificaties binnen 14 dagen na datering van deze beschikking op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 25,- per dag met een maximum van € 500,- dat Fundamentum nalaat deze te verstrekken.
5.4.
veroordeelt Fundamentum in de proceskosten van € 901,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
5.5.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad [2] ,
5.6.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.H.J. Otto en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2025.
BM

Voetnoten

1.Artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd moeten worden, ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan.