Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De beoordeling
- dagvaarding € 149,02
- griffierecht € 514,00
- salaris gemachtigde €
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Weller Wonen en DOORWERK B.V. over de ontbinding van een huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. De eisende partij, Stichting Weller Wonen, vertegenwoordigd door Agin Otten Gerechtsdeurwaarders, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand die niet werd betwist door de gedaagde partij. De gedaagde partij, DOORWERK B.V., fungeerde als bewindvoerder van een onderbewindgestelde, maar gaf aan geen contact te hebben met deze persoon en dat er geen inkomen werd gegenereerd in het bewind. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand de gevorderde ontbinding rechtvaardigde en dat er geen uitzicht was op verbetering van de situatie. De gedaagde partij werd veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen twee weken na betekening van het vonnis en moest een bedrag van € 3.657,07 aan de eisende partij betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.139,02 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.