ECLI:NL:RBLIM:2025:5669
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woonruimte wegens huurachterstand
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 11 juni 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder, aangeduid als [eiser], en de bewindvoerder van een onderbewindgestelde, [naam onderbewindgestelde]. De verhuurder heeft de huurovereenkomst ontbonden en ontruiming van de woonruimte gevorderd vanwege een aanzienlijke huurachterstand van € 6.650,00 per 11 april 2025. De bewindvoerder, die is aangesteld over het vermogen van de onderbewindgestelde, heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van de verhuurder.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 april 2025 hebben partijen een regeling getroffen waarbij de bewindvoerder zich heeft verplicht om de lopende huur tijdig te voldoen en een bedrag van € 200,00 per maand af te lossen op de huurachterstand. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurachterstand de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt en heeft de vorderingen van de verhuurder toegewezen. De bewindvoerder is veroordeeld tot ontruiming van de woonruimte binnen twee weken na betekening van het vonnis en tot betaling van de huurachterstand en proceskosten.
De kantonrechter heeft de bewindvoerder ook veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, omdat deze vordering aan de geldende maatstaf voldoet. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.181,72, die binnen veertien dagen na aanschrijving door de bewindvoerder moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de partijen zijn geïnformeerd over de getroffen regeling.