ECLI:NL:RBLIM:2025:5668

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
13 juni 2025
Zaaknummer
11340182 \ CV EXPL 24-5077
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van gaslevering door Slim met Energie B.V. aan gedaagden

In deze zaak vordert Slim met Energie B.V. (hierna: Slim met Energie) hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van een bedrag van € 2.453,91, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst voor de levering van gas die op 26 augustus 2022 is gesloten tussen NieuweStroom, een onderneming die deel uitmaakt van Slim met Energie, en de gedaagden. Gedurende de periode van 1 februari 2023 tot en met 30 april 2023 heeft NieuweStroom gas geleverd aan de gedaagden, die vervolgens twee facturen hebben ontvangen. Ondanks een gemaakte betaalafspraak hebben de gedaagden niet aan hun betalingsverplichtingen voldaan, wat heeft geleid tot deze procedure.

De gedaagden betwisten de hoogte van de facturen en het verbruik, en stellen dat er fouten zijn gemaakt in de facturering. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de kantonrechter de partijen gewezen op de noodzaak om de facturen en het verbruik goed te onderbouwen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden geen inhoudelijk verweer hebben gevoerd tegen de vordering van Slim met Energie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagden het werkelijk verbruik moeten betalen, en dat zij naast de hoofdsom ook de wettelijke handelsrente en proceskosten verschuldigd zijn. Het vonnis is uitgesproken op 11 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11340182 \ CV EXPL 24-5077
Vonnis van 11 juni 2025
in de zaak van
SLIM MET ENERGIE B.V.,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Slim met Energie,
gemachtigde: mr. M.B. Visser,
tegen

1.[gedaagde sub 1] ,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde sub 2] ,
handelend in hoedanigheid van vennoot van gedaagde sub 1,
te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde sub 3] ,
handelend in hoedanigheid van vennoot van gedaagde sub 1,
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagden]
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 21 januari 2025
- de akte van Slim met Energie
- de akte van [gedaagden]
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Tussen NieuweStroom, een onderneming die deel uitmaakt van Slim met Energie, en [gedaagden] is op 26 augustus 2022 een overeenkomst voor de levering van gas gesloten.
2.2.
Door NieuweStroom is in de periode van 1 februari 2023 tot en met 30 april 2023 gas geleverd aan het adres waar [gedaagden] haar onderneming drijft ( [adres] te [vestigingsplaats] ).
2.3.
Voor de door haar verleende diensten heeft NieuweStroom op 17 februari 2023 twee facturen van € 988,57 en op 15 maart 2023 een factuur van € 733,45 aan [gedaagden] verzonden die door [gedaagden] zijn ontvangen.
2.4.
Tussen partijen is een betaalafspraak gemaakt in welk kader [gedaagden] op 12 maart 2024 € 350,00 en op 29 april 2024 € 310,00 hebben betaald. Ondanks sommaties daartoe bleven verdere betalingen door [gedaagden] uit.

3.Het geschil

3.1.
Slim met Energie vordert hoofdelijke veroordeling door de kantonrechter van [gedaagden] tot betaling aan NieuweStroom van € 2.453,91, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 april 2024 tot de dag van de algehele voldoening en de proceskosten en legt aan de vordering het bepaalde in art. 3:296 BW c.q. art. 6:212 BW ten grondslag.
3.2.
[gedaagden] concluderen tot afwijzing van de vorderingen. [gedaagden] betwisten het verbruik en de hoogte van de (eind)facturen en verwijzen daartoe naar het door henzelf gemaakte Excel bestand. Er is bij het sluiten van de overeenkomst afgesproken dat er niet met voorschotbedragen maar met maandelijkse eindfacturen gebaseerd op een “slimme” meter zou worden gewerkt. Toen het contract was ingegaan ontvingen zij alsnog twee voorschotfacturen en daarna een eindfactuur. Bij antwoordakte na mondelinge behandeling voeren [gedaagden] aan dat zij de kosten die zij (in deze procedure) hebben gemaakt bij Slim met Energie willen indienen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Zoals ter mondelinge behandeling door de kantonrechter aan partijen is voorgehouden is het uitgangspunt bij de beoordeling de facturen van 17 februari (factuur 1 en 2) en 15 maart 2023 (factuur 3) waarvan, naar de kantonrechter begrijpt, betaling door Slim met Energie is gevorderd. Facturen 1 en 2 hebben betrekking op voorschotbetalingen van 1 tot en met 28 februari 2023 en van 1 maart tot en met 31 maart 2023. Factuur 3 heeft betrekking op de voorschotbetaling van 1 tot en met 30 april 2023 en de verrekening van het gasverbruik van 1 tot en met 28 februari 2023. Deze facturen hebben vervolgens geleid tot de jaarafrekening van 1 februari 2023 tot en met 30 april 2023.
4.2.
Aangezien partijen na de mondelinge behandeling geen overeenstemming hebben bereikt, heeft Slim met Energie aan de hand van de berekening van [gedaagden] (die aan het proces-verbaal van de mondelinge behandeling is gehecht) een akte genomen en een overzicht overgelegd van alle gefactureerde bedragen, toegepaste verrekeningen, de van [gedaagden] ontvangen betalingen en een toelichting daarop.
4.3.
Bij antwoordakte stelt [gedaagden] , dat er na het overleggen van voormeld overzicht niets veranderd omdat er nog steeds fouten in de facturen zitten en fout zijn opgenomen in het Excel bestand dat Slim met Energie bij akte heeft overgelegd. Volgens [gedaagden] kloppen de bedragen van de gedeclareerde voorschotten niet en als je die bedragen bij elkaar optelt dan kom je niet aan het bedrag waarvan Slim met Energie zegt dat verrekend is. Dat zie je ook op de jaarrekening. Ook het bedrag in het Excel bestand van de handmatige betaling klopt niet want er is nooit iets handmatig overgemaakt. Ook de deelbetalingen zijn nergens terug te vinden. Zij hebben daarover vragen aan Slim met Energie gesteld maar daar nooit antwoord op gekregen, aldus [gedaagden]
4.4.
Uit de door beide partijen overgelegde overzichten volgt dat partijen diverse beschrijvingen bij hun boekingen vermelden. Zo noemen [gedaagden] in hun overzicht de factuur van 15 maart 2023 van € 656,21 “Verbruik” terwijl dat op de factuur van NieuweStroom als een specificatie van het voorschot voor april 2023 staat vermeld. Verder volgt uit de facturen dat NieuweStroom het daadwerkelijk verbruik heeft verrekend met het voorschot dat wel in rekening is gebracht doch feitelijk niet is betaald en uit productie 8 hanteert NieuweStroom termen als “Handmatige betaling” en “Aflettering”.
4.5.
Verder volgt uit het door Slim met Energie overgelegde overzicht en de toelichting daarop en uit het Excel bestand van [gedaagden] bij antwoord en bij antwoordakte dat de bedragen die beide partijen hanteren ten aanzien van de voorschotten exclusief btw én het verbruik, zij het onder vermelding van andere verbruikperiodes door [gedaagden] , hetzelfde zijn. Deze bedragen zijn in onderstaande tabel geel gekleurd. Nu partijen uitgaan van dezelfde bedragen en deze onderdeel uitmaken van de onderwerpelijke vordering, bestaat daarover, althans dat is gesteld noch gebleken, geen debat tussen partijen. In dat kader zal de kantonrechter bij haar verdere beoordeling uitgaan van het daadwerkelijk verbruik door [gedaagden] tot en met 30 april 2023 zoals vermeld op de jaarrekening. Het daadwerkelijk verbruik moet [gedaagden] immers betalen.
Factuur Voorschot Voorschot Openstaand voorschot Verbruik Verbruik in m3
datum incl. btw excl. btw
na verrekening incl. btwexcl. btw
17-2-2023 € 988,57 € 817,00 € 956,04 € 766,95 673
17-2-2023 € 988,57 € 817,00 € 800,07 € 618,52 519
15-3-2023
€ 733,45 € 656,21 € 697,80 € 492,03 283
€ 2.710,59 € 2.290,21 € 2.453,91 € 1.877,50 1475
4.6.
Volgens Slim met Energie is op de jaarrekening voor het verbruik niet € 1.877,50 maar € 1.875,66 als “reeds in rekening gebracht” vermeld en is het verschil tussen deze twee bedragen een afrondingsverschil. Volgens [gedaagden] zouden de totale kosten € 1.739,65 zijn en dat bedrag klopt volgens [gedaagden] met de jaarrekening. Dat bedrag staat inderdaad op de jaarrekening maar de redenering daarbij van [gedaagden] klopt niet. Vaststaat immers dat [gedaagden] de voorschotbedragen nimmer heeft betaald terwijl NieuweStroom deze wel als (fictieve betaling) “Reeds in rekening gebracht” heeft geboekt en heeft verrekend (zie tabel openstaand voorschot na verrekening) waardoor er op de jaarrekening ten onrechte een saldo van - € 136,01 staat vermeld terwijl dat bedrag eigenlijk ook nog open staat. De bedragen € 1.739,65 en € 136,01 bij elkaar opgeteld leiden tot € 1.875,66. Los van alle verrekeningen door Slim met Energie met de niet betaalde voorschotten die vervolgens tot oneigenlijke creditsaldi hebben geleid, dient [gedaagden] het werkelijk verbruik dat volgens de jaarrekening 1472 m3 bedraagt en waarvan [gedaagden] de ontvangst niet heeft weersproken, ad in totaal € 1.875,66 te betalen. Dat in de jaarafrekening van 2023 de deelbetalingen op
12 maart en 29 april 2024 van respectievelijk € 350,00 en € 310,00 niet zijn verdisconteerd is begrijpelijk.
4.7.
Aangezien [gedaagden] geen inhoudelijk verweer tegen de gevorderde hoofdelijke veroordeling noch tegen stellingen van Slim met Energie, dat geen sprake is van een consumentenovereenkomst, dat de uiterste betaaldatum 11 maart 2023 (de facturen van februari) en 15 maart 2023 (de factuur van maart) is en dat [gedaagden] niet heeft betaald, is [gedaagden] naast de buitengerechtelijke incassokosten over € 1.875,66 ook de wettelijke handelsrente ex art. 6:119 a BW vanaf de vervaldatum van de facturen verschuldigd.
Het voorgaande leidt met inachtneming van het bepaalde in art. 6:44 BW, de rekenwijze die Slim met Energie ook heeft gehanteerd, tot het volgende toewijsbare bedrag:
  • hoofdsom € 1.875,66
  • de buitengerechtelijke incassokosten € 281,35
  • de wettelijke handelsrente over:
€ 766,95 van 12-03-2023 tot 12-03-2024 € 89,48
€ 618,52 van 12-03-2023 tot 12-03-2024 € 72,16
€ 482,03 van 15-03-2023 tot 12-03-2024 € 56,98
  • de betaling op 12-03-2024 € 350,00 -/-
  • de wettelijke handelsrente over:
€ 766,95 vanaf 13-03-2024 tot 29-04-2024 € 12,57
€ 618,52 vanaf 13-03-2024 tot 29-04-2024 € 10,14
€ 482,03 vanaf 16-03-2024 tot 29-04-2024 € 7,56
- de betaling op 29-04-2024
€ 310,00 -/-
Totaal € 1.745,90.
4.8.
[gedaagden] is de overwegend in het ongelijk gestelde partij en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Slim met Energie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,46
- griffierecht
372,00
- salaris gemachtigde
510,00
(2,5 punten × € 204,00)
Totaal
998,46

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander zal zijn gekweten, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan NieuweStroom te betalen het bedrag van
€ 1.745,90, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 30 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk, des dat de één betaalt de ander zal zijn gekweten, in de proceskosten van € 998,46,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.
YT