ECLI:NL:RBLIM:2025:5620

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
C/03/341705 / KG ZA 25-176
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie en onrechtmatige uitlatingen op LinkedIn door ex-cliënt tegen ex-advocaten

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen twee advocaten en hun ex-cliënt. De ex-cliënt was veroordeeld om rectificatie te plaatsen op zijn LinkedIn-pagina ten behoeve van zijn ex-advocaten, vanwege onrechtmatige uitlatingen die hij over hen had gedaan. De rechtbank oordeelde dat de ex-cliënt onrechtmatig had gehandeld door valse en lasterlijke beschuldigingen te uiten, die niet waren onderbouwd met objectieve gegevens. De ex-cliënt had in verschillende publicaties op LinkedIn ernstige beschuldigingen geuit, waaronder dat de advocaten tegen zijn belangen hadden gehandeld en de rechtbank hadden misleid. De rechtbank stelde vast dat de ex-cliënt dwangsommen had verbeurd wegens overtreding van een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst. De vorderingen van de ex-cliënt in reconventie werden afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de vaststellingsovereenkomst onder invloed van dwaling of bedrog tot stand was gekomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de ex-cliënt de rectificatie binnen 24 uur na betekening van het vonnis moest plaatsen en dat hij alle onrechtmatige publicaties moest verwijderen, onder verbeurte van dwangsommen. De rechtbank benadrukte het belang van de bescherming van de eer en goede naam van de advocaten, en dat de uitlatingen van de ex-cliënt niet alleen onrechtmatig waren, maar ook schadelijk voor hun reputatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/341705 / KG ZA 25-176
Vonnis in kort geding van 12 juni 2025
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

2.[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaten mr. O.D. Nijenhuis, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ;
tegen:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 3] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
advocaat mr. C.A.M.J.M. Joosten en mr. L.M. van den Dungen.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 t/m 8;
  • de indiening van de producties 1 t/m 13 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
  • de eis in reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
  • de indiening van productie 14 en 15 door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
  • de indiening van productie 9 en 10 door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ,
  • de mondelinge behandeling;
  • de pleitnota van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ;
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

In conventie en in reconventie

2.1.
Tussen partijen is een procedure in kort geding gevoerd bij deze rechtbank (bekend onder zaaknummer C/03/338597 / KG ZA 25-40), waarbij [eisers in conventie, verweerders in reconventie] optraden als eisers en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als gedaagde. Die procedure is, wat het hoofdgeschil betreft, geëindigd in een regeling ter zitting die in een vonnis is opgenomen en enkel ten aanzien van de proceskosten heeft de voorzieningenrechter in dat vonnis een oordeel gegeven.
2.2.
Deze regeling houdt het volgende in (waarbij de voorzieningenrechter opmerkt dat met “gedaagde” [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wordt bedoeld):
2.3.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben een deurwaarder opdracht gegeven om [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] bij exploot te bevelen om een bedrag van € 100.000,-- wegens – volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] – verbeurde boetes in verband met de gestelde overtreding van vorenbedoelde regeling, te betalen.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft op zijn LinkedIn-pagina teksten gepubliceerd, waaruit onder rechtsoverweging 3.3 wordt geciteerd. Door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn deze voorzien van paginanummers 1 t/m 135, die als productie 1 bij de dagvaarding zijn gevoegd.
2.5.
Pagina 2 van die productie 1 bevat een deel van een concept van een dagvaarding die door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf is opgesteld, maar niet is uitgebracht. De bedoeling van die dagvaarding was om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] te dagvaarden. Hun voornamen zijn door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] weggelakt. Van hun adres is alleen de naam van de gemeente opgenomen:

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] meerdere publicaties heeft geplaatst op het internetplatform LinkedIn, die als productie 1 bij de dagvaarding zijn gevoegd. Het betreft 135 pagina’s aan schermafbeeldingen, die zijn opgesteld op 23 april 2025 en 8 mei 2025. De betreffende publicaties bevatten volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ernstige, valse, lasterlijke en ongefundeerde beschuldigingen aan hun adres.
3.2.
Concreet bevatten de publicaties van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] - zakelijk weergegeven - onder andere de navolgende ernstige beschuldigen:
- [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zouden actief tegen de belangen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] als cliënt hebben gehandeld,
- [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zouden [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] hebben misleid;
- [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zouden relevante feiten voor de rechtbank hebben verzwegen;
- [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zouden hebben gelogen tegen de rechter en met tegenpartijen hebben gecoördineerd;
- [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] zou ter zitting hebben gelogen tegen de rechter.
3.3.
Naar aanleiding van een vraag van de voorzieningenrechter ter zitting hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een zevental concrete voorbeelden genoemd van de in 3.2. bedoelde omstreden uitlatingen. De uitlatingen zijn te vinden in productie 1 bij de dagvaarding. Bij de nummering van de pagina’s hanteert de voorzieningenrechter de nummering die door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] is aangebracht in die productie. De bedoelde teksten luiden als volgt:
Pagina 22:
“Na betekenen van de dagvaarding staat dat ding hier weer online en kan
iedereen bij mij het wachtwoord opvragen voor de producties die digitaal
staan. In de dagvaarding staat straks dezelfde downloadlink met hetzelfde
wachtwoord.
(…)
Namen van advocaten zijn overigens ook gewoon feiten.
Die advocaten horen niet in de rechtsstaat thuis. Net als degenen die ik
steeds benoem niet in kinder- en jeugd'bescherming' thuis horen.
Zij moeten gestraft worden voor wat ze deden. De maatschappij heeft recht
op vergelding en voorkomen van recidive en casus specifiek hebben mijn
zoon en ik ook recht op vergelding”
(…)
Net als in de andere procedure de tegenpartijen deden en deze liegende en
valse akte indienende advocaten dat voor mij en rechter verzwegen.
Pagina 85:
“(…)Advocaten in pleitnota recente KG zitting (huilie huilie):
' [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] doet aan trial by media'
Hun gelieg en verzwijg heeft direct negatieve invloed op de beslissing van
rechters. Alweer de omkering van dader-slachtofferrol
Ik al een eeuw of wat op LinkedIn:
Als ik - en met mij velen- geen eerlijk proces in de rechtszaal krijg van de
instanties en inmiddels kennelijk ook niet van de advocaten moet er dus wat
anders geforceerd worden.
Want als iedereen doet wat iedereen deed, blijft de burger de dupe worden(…)”
Pagina 90:
“(…)want één ding is zeker:
de advocaten doen net of 'hun neus bloedt' maar alles en iedereen leest
hier al een hele tijd met me mee.
En geef ik al 20 maanden precies aan wat ik ga doen, dus het verwijt dat ‘ze’
geen tijd van me krijgen kan niet gemaakt worden(…)”
Pagina 106:
“Wat deden dus de advocaten in de dagvaarding?
Die onderbraken de bedreigende herhalende patronen door ze te
verzwijgen voor de rechter.”
Pagina 119:
“(…)Want advocaat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1]
Ik weet precies waarom jij bijv. specifiek een e-mail aan VT van 03 mei 2021
alsnog niet in producties opnam en ook nog wat verdere correspondentie daarna
niet, en pas weer vanaf 27 mei 2021 opnam.
Dat hangt samen met de opmerking in het document bij deze bijlage 'ouders niet
meer willen'
Vandaar jouw flauwekul verhaal over de e-mail van 02 juli 2021.
Ik zal betogen dat het logisch aannemelijk is dat jij contact hebt gehad met
tegenpartijen over de insteek en opmaak van de dagvaarding om die af te leiden
van RvdK . Dat het daarom ook logisch kan zijn dat jij ook met specifiek [naam 1]
van RvdK contact hebt gehad over wat de bedoeling was destijds in de
rapporten aan de rechter.
Daarom advocate [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , heb ik jullie aan de aangiften toegevoegd.(…)”
Pagina 123:
“(…)Wat heeft u vooral niet nodig?
- een advocaat die procedures tegen u aangaat en 95% zwartgelakte
documenten als 'bewijs' indient voor allerlei stellingen (het lijkt de overheid
wel, belastingdienst in toeslagen bijv. als die al iets aan dossier indienen)
- dat u niet alle producties krijgt en dat dan de rechter mee gaat speculeren
waarom u die niet heeft 'misschien foutje van de deurwaarder' (speculeren
doen we op de aandelenbeurs, in de rechtszaal gaat het over levens en
moeten enkel de feiten, de logica, en de logische conclusies daaruit tellen)
- dat letterlijk iedereen betrokken bij de jarenlange bij de rechter
ingediende valse beschuldigingen na het vals beschuldigen uit de casus en
dus uit beeld stapt.(…)”
Pagina 134:
“(…)Zowel de keten als in elk geval mijn advocaten, maken misbruik van deze zin:
'mits niet of niet voldoende weerlegd'
Die misbruikt wordt door 890 onwaarheden te vermelden en u geen tijd te
bieden overal op te kunnen reageren en zo bepaalde advocaten dat misbruik
door tegenpartijen eerst toestaan en daarna zelf toepassen als u kritische vragen
stelt omdat u en uw kind maar schade blijven lijden”
3.4.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] verwijzen ter ondersteuning van hun vorderingen ook naar de teksten die [eisers in conventie, verweerders in reconventie] op 8 en 10 mei 2025 op zijn LinkedIn-pagina heeft geplaatst.
3.5.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] stellen dat de bedoelde uitlatingen pertinent onjuist zijn en op geen enkele wijze zijn onderbouwd met objectieve gegevens en kwalificeren als laster in de zin van artikel 262 jo. 261 van het Wetboek van Strafrecht.
3.6.
In 4.18 van hun dagvaarding hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een tekst van een gevorderde rectificatie geformuleerd. Die tekst luidt als volgt:
“Rectificatie op last van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, inzake dhr. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en mw. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , beiden advocaat werkzaam bij [naam advocatenkantoor] te [vestigingsplaats] : Vanaf 27 februari 2025 tot [datum vonnis] heb ik een groot aantal valse en lasterlijke berichten over [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [naam advocatenkantoor] geplaatst op mijn LinkedInpagina.
De stellingen die in deze berichten en bijgevoegde documenten vervat, betreffen allen slechts mijn onjuiste, valse en lasterlijke mening. Ik realiseer mij dat het uiten van dergelijke ongefundeerde en onjuiste stellingen op een openbaar toegankelijk internetplatform onrechtmatig alsook strafbaar is, en dat ik daarmee de door mij beschuldigde personen op onrechtmatige wijze heb aangetast in hun eer en goede naam. Daarom ben ik door voornoemde Voorzieningenrechter veroordeeld tot het verwijderen van deze publicaties, onder straffe van een substantiële dwangsom, en tot het plaatsen van deze rectificatie, opdat u allen weet dat mijn berichten geenszins overeenkomen met de waarheid.”
3.7.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] vorderen op grond van het vorenstaande dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover de wet dit toelaat, met onmiddellijke ingang na betekening van het in dezen te wijzen vonnis bepaalt dat:
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is tot onmiddellijke verwijdering en het verwijderd houden van de in bij de dagvaarding genoemde producties 1, 6 en 7 genoemde publicaties op het openbare online platform LinkedIn, althans tot verwijdering binnen 24 uur na betekening van het te wijzen vonnis, althans binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verzuim blijft aan dat gebod te voldoen, met een maximum van € 300.000,--;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is om binnen vierentwintig (24) uur na betekening van het vonnis, dan wel binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de onder 4.18 van de dagvaarding geformuleerde rectificatie op zijn LinkedIn-pagina te plaatsen en aldaar voor de duur van ten minste 30 dagen duidelijk zichtbaar gepubliceerd te laten (bijvoorbeeld door de publicatie bovenaan de tijdlijn van zijn LinkedIn-pagina ‘vast te pinnen’), alsmede bepaalt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is om binnen vierentwintig (24) uur na betekening van uw vonnis, dan wel binnen een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, zorg draagt voor publicatie van de onder de onder 4.16 dezes geformuleerde rectificatie in een landelijk dagblad, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of dagdeel dat gedaagde in verzuim blijft aan dat gebod te voldoen met een maximum van € 300.000,--;
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal worden verboden om – onmiddellijk na betekening van het in dezen
te wijzen vonnis – enig bericht bevattende omtrent [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geuite, ongefundeerde en onjuiste beschuldigingen, zoals de beschuldigingen die in de dagvaarding en de bijbehorende producties zijn opgenomen (producties 1, 6 en 7), van deze of soortgelijke inhoud, althans enige uiting waarbij de eer of goede naam en reputatie van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] wordt geschaad, op enige wijze publiekelijk te (doen) herhalen, hetzij mondeling of schriftelijk, op internet, sociale media of welk ander (pers)medium dan ook, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beveelt alle reeds geplaatste berichten van diezelfde strekking - voor zo ver nog niet gedaan - te verwijderen en verwijderd te houden, onder verbeurte van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere keer dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit verbod overtreedt met een maximum van € 300.000,--;
4. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , tegen behoorlijk bewijs van kwijting, veroordeelt in de integrale proceskosten welke zijdens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] zijn gemaakt, te weten advocaatkosten, reiskosten van de advocaat, griffierechten en deurwaarderskosten, alsmede [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in alle overige kosten welke door en namens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , binnen en buiten rechte, ten behoeve van deze procedure zijn gemaakt, dan wel [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt in de proceskosten overeenkomstig het geldende liquidatietarief, alsmede [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veroordeelt tot vergoeding van de kosten ten behoeve van de executie van het te wijzen vonnis (waaronder de nakosten) en bepaalt dat, wanneer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] deze kosten niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis, dan wel een andere door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, heeft voldaan, deze kosten verhoogd zullen worden met de wettelijke rente.
3.8.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.9.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.10.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt ten eerste dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] misbruik van recht maken, meer in het bijzonder van hun recht van executie op basis van de regeling als opgenomen in het kortgedingvonnis van 13 maart 2025. Naar analogie van het bepaalde in artikel 611a lid 3 Rv kunnen de in die regeling opgenomen boetes pas zijn verbeurd ná betekening van het vonnis waarin de regeling is opgenomen, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Ten tweede stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de vaststellingsovereenkomst (de regeling vastgelegd in het kortgedingvonnis van 13 maart 2025) tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden en dat de titel voor de executie derhalve niet geldig is. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt ten slotte dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] weigeren inzage te geven in de feitelijke gronden waarop de gevorderde boetes zijn gebaseerd. Dat is volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in strijd met het beginsel van hoor en wederhoor en in strijd met de goede procesorde en levert derhalve misbruik van recht op, dan wel van omstandigheden.
3.11.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert op grond van het vorenstaande dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] gelast iedere reeds aangevangen executie van het boetebedrag van € 100.000,--, dan wel enig boetebedrag met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden;
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] verbiedt om zonder voorafgaand rechterlijk oordeel, dan wel toestemming over te gaan tot (hernieuwde executie) van de onderhavige executoriale titel, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat dit verbod wordt overtreden, subsidiaire gestaakt te houden, totdat in een bodemprocedure onherroepelijk is beslist over de geldigheid en rechtsgevolgen van de vaststellingsovereenkomst;
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk veroordeelt in de werkelijk gemaakte proceskosten, nader op te maken bij staat, dan wel volgens het liquidatietarief;
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] hoofdelijk veroordeelt in de nakosten, vermeerderd met de rente bij niet-tijdige betaling.
3.12.
[eisers in conventie, verweerders in reconventie] voeren verweer.
3.13.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, zal de voorzieningenrechter die vorderingen gezamenlijk behandelen.
4.2.
Het gaat hier om in kort geding gevorderde voorlopige voorzieningen. De voorzieningenrechter moet daarom eerst beoordelen of partijen bij die voorzieningen een spoedeisend belang hebben. Daarnaast geldt dat de voorzieningenrechter in dit kort geding moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de gevraagde voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
4.3.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de ingestelde vorderingen.
4.4.
De discussie tussen partijen spitst zich, in de kern, toe op de vraag of de uitlatingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onrechtmatig zijn. Als de vorderingen van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden toegewezen is dat een beperking van de vrijheid van meningsuiting van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (artikel 10 lid 1 EVRM). Dit recht kan volgens het tweede lid van dat artikel alleen worden beperkt, als die beperking in de wet is geregeld en in een democratische samenleving nodig is. Van zo’n beperking is sprake als de uitlatingen onrechtmatig zijn (artikel 6:162 BW). Bij de beantwoording van de vraag of een uitlating onrechtmatig is, moeten twee belangrijke maatschappelijke belangen worden afgewogen. Aan de ene kant het belang dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] niet door publicaties worden blootgesteld aan lichtvaardige verdachtmakingen. Aan de andere kant het belang dat niet – door gebrek aan bekendheid bij het grote publiek – misstanden die de samenleving raken, kunnen blijven voortbestaan. Welke van deze belangen in dit geval zwaarder weegt, hangt af van alle relevante omstandigheden.
4.5.
De voorzieningenrechter heeft in – de onoverzichtelijke en 135 pagina’s tellende – productie 1 bij de dagvaarding met de zoekmachine die is ingebouwd in het Digitale Werkdossier gezocht op de zoekterm “ [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ”. Er wordt één zoekresultaat gevonden op pagina 15 van die productie. De context waarbinnen de naam wordt genoemd is de volgende:

@ouders; de timing zoals ik steeds aan u betoog en aantoon.
- vrijdag 25 april 2025 betekenen bevel door deurwaarder
- ik las dat 26 april 2025
- op 27 april 2025 een e-mail aan beide advocaten gestuurd
(die overigens mij eerder verboden te e-mailen, dat zelf wel steeds blijven
doen maar op de mijne niet inhoudelijk reageren)
- kort na mijn e-mail een afwezigheidsbericht van advocaat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] . Dat
dan weer wel.
Vanaf 26 april 2025 met verlof tot 12 mei 2025.
Dus drie dingen:
- Mijn e-mails worden gewoon ontvangen maar weigeren zij steeds terug te
communiceren
- timing: zij weten dat ik in standje actie ondernemen schiet en dan is stellen
twee weken weg te zijn wel fijn als vertragingstactiek.
- de concept dagvaarding stuurde ik eerder ook al aan hen. Ik ben de
moeilijkste niet geef hen ruimschoots tijd tot reactie, in tegenstelling tot wat
zij mij steeds geven: niets.
Over oneerlijk processen gesproken.
Hoed u daarom voor dergelijk handelende advocaten.
Vertrouwen is goed, maar moet eerst verdiend worden. Komt te voet, gaat
te paard
4.6.
Indien de naam [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] als zoekterm wordt ingevoerd, worden 25 resultaten getoond. Van de 25 keer dat de naam [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in de teksten op LinkedIn wordt vermeld, is dat 24 keer als kopregel van het eigen profiel van mr. Nijenhuis, kantoorgenoot en advocaat van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , die de LinkedIn-pagina van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft bezocht en daar screenshots van heeft gemaakt. De enige keer dat de naam [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in een andere context is vermeld, is op pagina 16 van productie 1 bij de dagvaarding in een daarop door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geplaatste tekst. Daar staat:
“ [naam 2]
Dat is de kernvraag inderdaad: 'waar is de integriteit en integer handelen
gebleven'
Het handelen naar de wet volgend de oorspronkelijke geest van de wet.
Mijn zoon en ik zijn letterlijk wel in goed gezelschap: andere burger
slachtoffers.
Ik toon hoe burgers slachtoffer worden, wie de daders zijn en hoe de daders
dat doen. Niets nieuws voor velen, zie toeslagen-schandaal waar
nb. genoemde advocate [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] letterlijk aan refereerde maar niet aan de
rechters, maar door mij onderbouwd beschreven in jeugdrecht waar vele
toeslagen gezinnen dubbel getroffen zijn.
Toegestaan door eerst Raad van State, tot heden ook door Raad voor de
rechtspraak, de Orde van advocaten.
Ook jij zoekt integriteit in de rechtsstaat.
We zijn met honderdduizenden slachtoffers dus eigenlijk zouden 50K rijks-
en overige ambtenaren en een paar kwaadwillende advocaten geen
probleem moeten kunnen vormen.
Daar zijn de rechters voor aangesteld. Tenminste, dat wordt beweerd(…)”
4.7.
In de omstreden passages (zie hierboven onder 3.3) uit de LinkedIn-pagina van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , zoals door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] als productie 1 bij de dagvaarding gevoegd en ter zitting desgevraagd benoemd, komen de namen [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet voor. Ook in de directe context van die uitlatingen worden de namen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet genoemd. Dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eerder hebben bijgestaan kan (wellicht) enkel worden ontleend aan de conceptdagvaarding die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf heeft opgesteld (zie hiervoor onder 2.5). Er worden in de LinkedIn-pagina van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] veel beschuldigingen geuit aan het adres van advocaten in het algemeen (en ook aan andere instanties), maar niet [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in het bijzonder. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passages:
Pagina 2:
“(…)Over een kind dat levenslang getekend is. Verwoest onder toeziend oog van en met weten van alle wettelijke instanties die zich vervolgens allen kunnen
verbergen door naar anderen te wijzen.
Maar bestuurders en directies zijn verantwoordelijk voor handelingen van hun
medewerkers, en ook persoonlijk aansprakelijk voor schade en leed als gevolg
van handelen van medewerkers als zij daaraan schuld hebben.
Ik heb ook zo'n kind, alleen onzichtbaar getekend. Mede actief door de wettelijke
instanties. De daden en schuld verhuld voor rechters door O.M. en advocaten”
Pagina 5:
“(…)Ik handel niet lichtzinnig.
Er is een serieus aantal daders dat opzettelijk schade toebrengt. Dus is er recht
op zelfverdediging. Noodweer zogezegd.
Omdat O.M. de wettelijke taken niet uitvoert.
Tegen de advocaten deed ik verder aangifte en benoem de modus operandi door
o.m. valselijk aan rechters verklaren (bedrog) en onrechtmatig gevoerde
procedures om schade te berokkenen.
(Precies zoals eerder O.M., RvdK, JBB deden met misbruik van recht en
bevoegdheden door schenden van de wetten, de procesreglementen, en de
goede procesorde)(…)”
Pagina 23:
“(…)Tot 17 maart 2023 werd aan mij onthouden wat zich in maart 2019 voordeed , en weer een jaar later bleek al 6 jaar gevaar op te leveren.
Ook mijn eerste advocaat van een bekend kantoor wist dit kort na intake op 02
juni 2023.
Zij deed er niets mee, bracht geen feiten in. Enkel een pathetisch verhaaltje
zonder wezenlijke getuigen op te roepen. Opvolger deed niets, meldde zich ziek
kort voor een zitting.
De laatst betrokken advocaten hielden weer vele andere feiten uit zicht,
onderbraken patronen . De tot recent tig politiemeldingen aan VT met het
psychisch en fysiek geweld naar de kinderen en daarna het beschuldigen van de
kinderen in de omkering van dader-slachtofferrol.
Precies wat ook de wettelijke instanties al jaren doen. Kind psychisch onder druk
houden en verdaderen.
O.M. weet en deed, de A-G weet. De recente rechter na mijn verweer op
advocaten-laster weet. Dekens weten. Landsadvocast Pels- Rijcken weet. Andere
advocaten weten.
Huidige advocaat weet.
College PG weet. MinJ&V weet.
Iedereen weet ervan.(…)”
4.8.
Nu die beschuldigingen aan het adres van advocaten in het algemeen worden geuit en niet aan [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het bijzonder, is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet voldoende aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat die uitlatingen onrechtmatig zijn jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie]
4.9.
Dat is anders wat betreft de teksten die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 8 en 10 mei 2025 op zijn LinkedIn-pagina heeft gezet, die als productie 6 door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het geding zijn gebracht. Daar heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] – onder andere – het volgende geschreven:
“(…)Want ik ben niet degene die valselijk opgemaakte akten aan rechters voorlegt.
Dat deden deze advocaten (zonder mij eerst de akte in te laten zien).
En ik ben niet degene die tegen rechters zit te liegen op zittingen, ook namens de andere niet aanwezige advocaat.
Dat deed [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] al een paar keer.
Ik ben niet degene die na 80 maal ‘euh, nou, wel..’ steeds op vragen van de rechter antwoord ‘dat weet ik niet’of ‘weet ik niet zeker’
Dan moet je ook geen procedure aanspannen stelletje lasteraars.
Jullie handelen strafwaardig em dat weten jullie.
Sr artt. 225 en 27
Hup, van de straat plukken en de maatschappij beschermen.(…)”
(…)
“Zoals op 25 nov 2024 bijv. Na indienen valse akte
Kijk eens hoe netjes ik nog namen verborg?
Terwijl zij straffeloos handelden?
En het daarna persoonlijk maken als ik ze aanspreek op hun schadelijk handelen?
Wat doen je dan als aangesproken advocaat?
Procedures starten, verder alles aan elkaar liegen en zoveel mogelijk schade toebrengen.
Waarom kan dat?
Omdat zij meelezen en ik altijd met open vizier opereer.
Ik hoef geen leugens te onthouden en me steeds te verbergen voor de rechter.
Eerloos en laf volk doet dat wel
Wat doe je dan als advocaat?
Hetzelfde als de tegenpartijen in uw procedure: gewoon glashard blijven liegen op zittingen en laster verdiepen.
Dit was n.a.v. de zitting op 17 dec 2024 in Den Bosch.
Ondanks alles, namen nog steeds verborgen door mij.
(…)
“(…)- advocaten weten beter = onrechtmatig procederen enkel gericht op schade toebrengen = misbruik van recht.
-
advocaten mogen niet liegen. Punt.(…)”
“(…) Wat willen die twee nou?
Nog eens 10K kosten
veroordeling of zo?
Schuif maar aan in de onrechtmatig zelf gevormde rij van schuldeisers
En ik kan verwijzen dat deze zet door de advocaten weer komt wetende van en anticiperend op een executiegeschil dat netjes aangekondigd is, o.m. met argument kennelijke misslag. Naast allerlei onregelmatig heden (beter, onrechtmatigheden; misbruik van recht/bevoegdheden BW3:13, enkel gericht op schade toebrengen).
(…)
“Nu dreigen de advocaten [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] alweer met een KG wegens laster danwel smaad als ik publicaties niet verwijder.
En jawel, ze verwijzen naar het eerdere KG, dat met enkel een aangestuurde kennelijke misslag/fout is geëindigd.
Ook mijn huidige advocaat is belaagd met een procedure. Intimiderend van toon, onbegrensde op de persoon gerichte argumenten.
De bekende ad hominem overval.
Ze kijken niet zo nauw wie ze onder vuur nemen en zeker niet hoe.
(…)
Wat moet de burger doen om zich de overheid het lijf te houden en daarna kwaadwillende advocaten?
(…)
Dus sta ik dubio:
-
want mijn advocaat ligt ook al onder vuur van hen, daar kan ik in verweer wel naar verwijzen en wat communicatie bij aanbieden: ook die willen ze met een persoonlijke aanval monddood maken en/of afschrikken mijn belangen te behartigen en wordt ook ik nadrukkelijk daaraan gekoppeld.
(…)”.
4.10.
Uit de teksten hierboven, die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op 8 en 10 mei 2025 op zijn LinkedIn-pagina heeft geplaatst, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter wél op te maken dat hij niet alleen verwijten aan advocaten (en andere instanties) in het algemeen maakt, maar ook dat hij dat doet aan het adres van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] in het bijzonder. Het betreft ernstige verwijten van niet alleen strafrechtelijke aard, maar ook verwijten dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] ernstig tekort zouden zijn geschoten in de behartiging van de belangen van hun voormalig cliënt (lees: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) en dat zij zelfs in strijd met die belangen zouden hebben gehandeld. De voorzieningenrechter is van oordeel dat aannemelijk is die bedoelde uitlatingen in een bodemprocedure als onrechtmatig zullen worden gekwalificeerd jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden door die uitlatingen immers ernstig in opspraak gebracht zonder dat daarvoor door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook maar een begin van onderbouwing is aangevoerd. Zij worden daardoor beschadigd en kunnen schade lijden. Verder acht de voorzieningenrechter het in dit verband van belang dat, zo de verwijten aan het adres van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] al juist zouden zijn, er minder beschadigende manieren bestaan om tegen die vermeende misstanden op te treden, bijvoorbeeld door het indienen van een klacht bij de Deken en (eventueel) vervolgens bij de tuchtrechter of door aangifte te doen van een strafbaar feit.
4.11.
Productie 7 gevoegd bij de dagvaarding betreft een volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] valse, door een bevriend getuige van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf opgestelde schriftelijke verklaring, die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op zijn LinkedIn-pagina heeft geplaatst. Die verklaring bevat een groot aantal verklaringen over wat die getuige zélf heeft waargenomen, dan wel wat hij zélf concludeert uit hetgeen hij heeft waargenomen, dan wel hetgeen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] tegenover hem heeft verklaard.
4.12.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in beginsel niet verantwoordelijk voor hetgeen deze getuige verklaart over diens waarnemingen en de conclusies die hij (daaruit) trekt. Dit is slechts anders in zoverre [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] uitdrukkelijk zou verklaren die waarnemingen en conclusies te onderschrijven. Daarvan is echter geen sprake, nu die verklaring door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] enkel is voorzien van het bijschrift: “
@ouders, de vrienden die mij op de been houden wens ik u ook toe”.
4.13.
Uit het vorenstaande volgt dat de vordering van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onder 1 enkel voor toewijzing gereed ligt, voor zover deze betrekking heeft op productie 6 bij de dagvaarding. De voorzieningenrechter zal de gevorderde dwangsommen matigen, zoals hierna onder “De beslissing” te vermelden, nu deze hem bovenmatig voorkomen gelet op de aard en de ernst van het onrechtmatige gedraging van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.14.
De vordering onder 2, voor zover die ziet op plaatsing van een rectificatie in een landelijk dagblad, zal eveneens worden afgewezen, nu ook deze vordering, gelet de aard en ernst van de onrechtmatige gedraging alsook de verwachte impact voor [eisers in conventie, verweerders in reconventie] daarvan, de voorzieningenrechter disproportioneel voorkomt.
4.15.
De vordering onder 3 ligt, gelet op hetgeen is overwogen ten aanzien van de vordering onder 1 en gelet op het feit dat tegen de tekst van de rectificatie an sich geen verweer gevoerd is, enkel voor toewijzing gereed voor zover zij ziet op de inhoud van productie 6 bij de dagvaarding. Ook in dit verband zullen de gevorderde dwangsommen worden gematigd overeenkomstig het hiervoor overwogene.
4.16.
De vordering onder 4 moet worden afgewezen, voor zover zij ziet op veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de daadwerkelijk door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gemaakte proceskosten. Een dergelijke veroordeling is slechts mogelijk onder buitengewone omstandigheden, zoals misbruik van procesrecht of onrechtmatig handelen. [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben niet gesteld, noch is de voorzieningenrechter gebleken waaruit dat misbruik van procesrecht heeft bestaan. Dat valt overigens ook niet goed in te zien, nu deze procedure aanhangig is gemaakt door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] en niet door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Evenmin hebben [eisers in conventie, verweerders in reconventie] onderbouwd waaruit het onrechtmatige handelen heeft bestaan. Indien [eisers in conventie, verweerders in reconventie] hebben willen doelen op de hierboven beoordeelde publicaties, dan is dat op zichzelf onvoldoende om te rechtvaardigen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet worden veroordeeld in de daadwerkelijk door [eisers in conventie, verweerders in reconventie] gemaakte proceskosten.
4.17.
Uit het hiervoor overwogene volgt dat aannemelijk is dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , voor zover het betreft hetgeen hij op 8 en 10 mei 2025 op zijn LinkedIn-pagina heeft gepubliceerd (productie 6 bij dagvaarding). De volgende vraag is wat dit betekent voor de vorderingen in reconventie, die, in de kern begrepen, neerkomen op het staken en gestaakt houden van de executie van de, volgens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , op basis van de vaststellingsovereenkomst verbeurde boetebedragen.
4.18.
Meest verstrekkend is de stelling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat de vaststellingsovereenkomst onder invloed van dwaling, bedrog en misbruik van omstandigheden is aangegaan en jegens [eisers in conventie, verweerders in reconventie] een procedure tot vernietiging daarvan zal starten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is, binnen het bestek van dit kort geding, onvoldoende aannemelijk geworden dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat de vaststellingsovereenkomst op grond van een wilsgebrek aangetast zal kunnen worden, zodat de voorzieningenrechter daaraan voorbij gaat. Om diezelfde reden zal ook het onder 2 subsidiair gevorderde worden afgewezen.
4.19.
Voor zover de vordering onder 1 van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is gebaseerd op de stelling dat – naar analogie van het bepaalde in artikel 611a lid 3 Rv – contractuele boetes pas kunnen zijn verbeurd nadat het vonnis of de vaststellingsovereenkomst waarin die boetes zijn opgenomen aan hem is betekend, moet die stelling worden verworpen. Die boetes zijn immers opgenomen in een regeling die partijen ter zitting zijn overeengekomen. Vanaf dat moment wist [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dus waaraan hij zich diende te houden om geen boetes te verbeuren. Er is geen rechtsregel die verplicht dat de tussen partijen overeengekomen regeling eerst betekend dient worden alvorens contractuele boetes kunnen zijn verbeurd.
4.20.
Gelet op het voorgaande kan niet worden geoordeeld dat, voor zover de executie is gebaseerd op de uitlatingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van 8 en/of 10 mei 2025, de bedoelde executie onrechtmatig is. Zij hoeft dan ook niet gestaakt te worden.
4.21.
Het door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder 2 primair gevorderde verbod moet worden afgewezen. De vordering dat [eisers in conventie, verweerders in reconventie] slechts zouden mogen overgaan tot executie van de vaststellingsovereenkomst na daartoe verkregen rechterlijke toestemming vindt geen steun in het recht.
4.22.
De slotsom is dat de vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moeten worden afgewezen.
4.23.
De voorzieningenrechter wil ten slotte nog het volgende opmerken. Met verschillende opmerkingen aan het adres van diverse instanties, waaronder advocaten (in het algemeen), op zijn LinkedIn-pagina zeilt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] scherp aan de wind. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] moet zich goed realiseren dat hij in dit geval voor een groot gedeelte wordt “gered” door het feit dat een deel van de groot omstreden uitlatingen (zoals die in productie 1 en 7 bij de dagvaarding) niet, dan wel voor derden onvoldoende duidelijk verwijzen naar [eisers in conventie, verweerders in reconventie] , maar dat hij daarbij steeds wel een behoorlijk risico neemt door dingen te zeggen die hem in juridische problemen kunnen brengen.
4.24.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden begroot op:
- betekening oproeping € 145,45;
- griffierecht € 331,00;
- salaris advocaat €
1.107,00;
Totaal € 1.583,45.
4.25.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld, waarbij de voorzieningenrechter aanleiding ziet om hem te veroordelen in de helft van het salaris advocaat, nu de vorderingen in conventie en in reconventie, in zekere zin, verband houden met elkaar. De kosten aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] worden begroot op:
- salaris advocaat
€ 553,50(factor 0,5 × tarief € 1.107,00);
Totaal € 553,50.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
In conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen vierentwintig (24) uur na betekening van dit vonnis de in bij de dagvaarding genoemde productie 6 genoemde publicaties op het openbare online platform LinkedIn te verwijderen en verwijderd te houden, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,-- voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in verzuim blijft aan dat gebod te voldoen, met een maximum van € 10.000,--;
5.2.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om binnen vierentwintig uur (24) uur na betekening van dit vonnis de hieronder geformuleerde rectificatie op zijn LinkedInpagina te plaatsen en aldaar voor de duur van ten minste 30 dagen duidelijk zichtbaar, door de publicatie bovenaan de tijdlijn van zijn LinkedIn-pagina ‘vast te pinnen’, gepubliceerd te laten, zulks onder verbeurte van een dwangsom van € 100,-- voor iedere dag of dagdeel dat gedaagde in verzuim blijft aan dat gebod te voldoen met een maximum van € 10.000,--;
Rectificatie op last van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht, inzake dhr. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en mw. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , beiden advocaat werkzaam bij [naam advocatenkantoor] te [vestigingsplaats] : Op 8 mei en 10 mei 2025 heb ik een aantal valse en lasterlijke berichten over [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [naam advocatenkantoor] geplaatst op mijn LinkedInpagina.
De stellingen die in deze berichten en bijgevoegde documenten zijn vervat, betreffen allen slechts mijn onjuiste, valse en lasterlijke mening. Ik realiseer mij dat het uiten van dergelijke ongefundeerde en onjuiste stellingen op een openbaar toegankelijk internetplatform onrechtmatig alsook strafbaar is, en dat ik daarmee de door mij beschuldigde personen op onrechtmatige wijze heb aangetast in hun eer en goede naam. Daarom ben ik door voornoemde Voorzieningenrechter veroordeeld tot het verwijderen van deze publicaties, op straffe van een substantiële dwangsom, en tot het plaatsen van deze rectificatie, opdat u allen weet dat mijn berichten geenszins overeenkomen met de waarheid.”
5.3.
verbiedt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] om – onmiddellijk na betekening van dit vonnis – enig bericht bevattende omtrent [eisers in conventie, verweerders in reconventie] geuite, ongefundeerde en onjuiste beschuldigingen, zoals de beschuldigingen die in productie 6 bij de dagvaarding zijn opgenomen, of van soortgelijke inhoud, althans enige uiting waarbij de eer of goede naam en reputatie van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] wordt geschaad, op enige wijze publiekelijk te (doen) herhalen, hetzij mondeling of schriftelijk, op internet, sociale media of welk ander (pers)medium dan ook, en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] beveelt alle reeds geplaatste berichten van diezelfde strekking - voor zo ver nog niet gedaan - te verwijderen en verwijderd te houden, onder verbeurte van een dwangsom van € 100,-- voor iedere keer dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dit verbod overtreedt met een maximum van € 10.000,--;
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot op heden begroot op € 1.583,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 278,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening;
5.6.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7.
wijst af het meer of anders gevorderde;
In reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af;
5.9.
veroordeelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers in conventie, verweerders in reconventie] tot op heden begroot op € 553,50;
5.10.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT