3.1.[eiseres] vordert - na wijziging en vermeerdering van eis - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
[gedaagde] veroordeelt om, terstond na betekening van dit vonnis, de uitvoering van alle noodzakelijke resterende herstelwerkzaamheden, in het bijzonder het plaatsen van de radiatorknoppen op de verwarmingen en het vervangen van de raampartij met de barst aan de tuinzijde, conform het eindvonnis van de Kantonrechter Maastricht, tussen partijen gewezen op 29 januari 2025, te dulden, zulks door derden, conform het deskundigenrapport en in dat kader te dulden dat [naam dochter] de uitvoering van deze werkzaamheden coördineert en haar, alsmede de door haar ingeschakelde hulppersonen zonder het vooraf stellen van enige voorwaarden, toegang te verschaffen tot de woning van [gedaagde] , alsmede [gedaagde] veroordeelt om, zonder het vooraf stellen van voorwaarden, alle eventuele verdere noodzakelijke medewerking te verlenen c.q. toestemming te verlenen, zodat deze resterende werkzaamheden ook daadwerkelijk in de woning van [gedaagde] kunnen worden uitgevoerd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag c.q. per keer dat [gedaagde] aan deze veroordeling of een gedeelte daarvan niet voldoet.
[gedaagde] veroordeelt om, terstond na betekening van dit vonnis, tijdens de herstelwerkzaamheden zich te onthouden van directe communicatie met door [naam dochter] ingeschakelde hulppersonen en slechts communiceert met [naam dochter] , geen beeld en/of geluidsopnames te maken van [naam dochter] of de hulppersonen en minimaal twee meter fysieke afstand te houden tot [naam dochter] en de hulppersonen en zich fysiek afwezig te houden in de ruimtes waar op dat moment herstelwerkzaamheden moeten plaatsvinden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat [gedaagde] aan deze veroordeling of een gedeelte daarvan niet voldoet.
[gedaagde] veroordeelt, terstond na betekening van dit vonnis, om toe te staan dat
[naam dochter] bij afronding van alle herstelwerkzaamheden binnen 7 dagen een eindcontrole / inspectie uitvoert, zonder dat [gedaagde] daar enige voorwaarden aan
stelt en zonder dat [gedaagde] daarbij aanwezig is en zich dus niet in dezelfde ruimte bevindt en zich ook onthoudt van inmenging of het maken van audio- of beeldopnames, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag c.q. per keer dat [gedaagde] aan deze veroordeling of een gedeelte daarvan niet voldoet.
4. [gedaagde] veroordeelt om, terstond na betekening van dit vonnis, buiten de herstelmomenten, zich te onthouden van het maken van beeld- of geluidsopnames van [eiseres] c.q. [naam dochter] , haar familieleden, hulppersonen of andere personen die zich regelmatig in of rond het gehuurde bevinden, de bestaande beelden van deze personen direct te verwijderen en geen gebruik te maken van eerder gemaakte beelden of geluidsopnames voor eigen doeleinden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag c.q. per keer dat [gedaagde] aan deze veroordeling of geen gedeelte daarvan niet voldoet.
5. primair:
de looptijd van de dwangsommen, zoals genoemd in hoofdstuk 3.1. van het voornoemde eindvonnis van de Kantonrechter, tussen partijen gewezen op 29 januari 2025, op te schorten, indien en voor zover de driemaandentermijn volgens dat vonnis is verstreken en [eiseres] nog niet alle bevolen herstelwerkzaamheden heeft kunnen verrichten, zulks gedurende een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn.
subsidiair:
de tenuitvoerlegging van voornoemde dwangsommen op te schorten, indien en voor zover voornoemde driemaandentermijn is verstreken en [eiseres] nog niet alle bevolen herstelwerkzaamheden heeft kunnen verrichten, eveneens gedurende een door de voorzieningenrechter te bepalen termijn.
6. [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit kort geding, waaronder begrepen het salaris van de advocaat van [eiseres] .