Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
2.De feiten
3.Het geschil
€ 2.000,00 exclusief vakantietoeslag. De aanspraak op betaling van 8% vakantietoeslag baseert [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
€ 1.215,73 omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] na sommatie niet is overgegaan tot terugbetaling van het gevorderde bedrag.
4.De beoordeling
(i) de aard en duur van de werkzaamheden;
(ii) de wijze waarop de werkzaamheden en de werktijden worden bepaald;
(iii) de inbedding van het werk en degene die de werkzaamheden verricht in de organisatie en de bedrijfsvoering van degene voor wie de werkzaamheden worden verricht;
(iv) het al dan niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
(v) de wijze waarop de contractuele regeling van de verhouding van partijen is tot stand gekomen;
(vi) de wijze waarop de beloning wordt bepaald en waarop deze wordt uitgekeerd;
(vii) de hoogte van deze beloning;
(viii) de vraag of degene die de werkzaamheden verricht daarbij commercieel risico loopt;
(ix) of degene die de werkzaamheden verricht zich in het economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, en gelet op het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich doorgaans aan een bepaalde opdrachtgever verbindt;
(x) Het gewicht dat toekomt aan een contractueel beding bij beantwoording van de vraag of een overeenkomst als arbeidsovereenkomst moet worden aangemerkt, hangt mede af van de mate waarin dat beding daadwerkelijk betekenis heeft voor de partij die de werkzaamheden verricht. [1]
tegen betaling van loon.
van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]loon zou ontvangen voor haar werkzaamheden voor [naam bv] en [handelsnaam] en dat zij meerdere malen om betaling hiervan heeft verzocht, nader te onderbouwen. Door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is hierover alleen een brief van 27 maart 2024 [2] overgelegd waarin gevraagd wordt om betaling van salaris over de periode 2019 tot en met 2021. Zij heeft niet nader met stukken onderbouwd dat zij daar al eerder om heeft gevraagd. Evenmin heeft zij onderbouwd dat partijen de intentie hadden dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zou gaan betalen zodra daar de financiële mogelijkheden toe waren, en welk bedrag dit dan zou zijn.
enkelsprake was van een fiscale constructie. Ook als de bedoelingen – deels – fiscaal zijn ingegeven, kan er nog steeds sprake zijn van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter is dit met [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] eens. Partijen hebben zelf ook in de afwikkeling van hun affectieve relatie besproken wat er moest gebeuren met de arbeidsovereenkomst van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] . [4] Hoewel ook hier geldt dat de kwalificatie die partijen zelf aan hun overeenkomst geven niet doorslaggevend is, is deze brief wel een aanwijzing dat er niet louter sprake was van een fiscale constructie.
€ 2.000,00 bruto per maand moet worden gekwalificeerd als een loonbetaling voor de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verrichte arbeid.
1 januari 2022 wel sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst, en dus ook in de periode december 2022 tot en met oktober 2024. Op grond van artikel 7:628 lid 1 BW heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ook recht op betaling van het loon van € 2.000,00 bruto per maand wanneer zij geen werkzaamheden verricht, tenzij het niet werken voor rekening van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] behoort te komen. Dit laatste is echter niet door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesteld, waardoor [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] over deze periode recht had op doorbetaling van haar loon. Daarom wordt de vordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] afgewezen.