ECLI:NL:RBLIM:2025:5426

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
C/03/340582 / KG ZA / 25-129
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot rectificatie van akte van verdeling en betaling van boetebedrag in kort geding tussen broers en echtgenote

In deze zaak, die op 5 juni 2025 door de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben eisers in conventie, [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2], een kort geding aangespannen tegen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie]. De eisers vorderen medewerking aan de rectificatie van een akte van verdeling en de inschrijving daarvan in de registers, alsook betaling van een boetebedrag uit de akte van verdeling. De zaak draait om een aanbiedingsplicht die in de akte van verdeling is opgenomen, waarbij de eisers stellen dat deze onterecht is en dat zij deze niet meer hoeven na te komen. De gedaagde betwist de spoedeisendheid van de vorderingen en stelt dat hij recht heeft op het boetebedrag omdat de eisers de aanbiedingsplicht niet zijn nagekomen. De rechtbank oordeelt dat er geen spoedeisend belang is voor de eisers, omdat zij voldoende tijd hebben om een bodemprocedure te starten en de gedaagde heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft in reconventie. De vorderingen van beide partijen worden afgewezen en de proceskosten worden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/340582 / KG ZA 25-129
Vonnis in kort geding van 5 juni 2025
in de zaak van

1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , en

2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ,
beiden wonende te [woonplaats 1] ,
eisers in conventie, verweerders in reconventie,
advocaat: mr. T.J. Wittendorp,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie,
advocaat: mr. A. Carli.
Partijen zullen hierna [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] , [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 24,
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties 1 tot en met 4,
- de incidentele conclusie tot voeging ex artikel 217 Rv,
- de reactie op de incidentele conclusie tot voeging,
- de mondelinge behandeling van 22 mei 2025,
- de spreekaantekeningen van mr. Wittendorp.
1.2.
Tenslotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn broers van elkaar. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] is de echtgenote van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] .
2.2.
De vader van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , de heer [erflater] (hierna: erflater), is op [overlijdensdatum 1] 2016 te [overlijdensplaats] overleden. Erflater is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd geweest met mevrouw [erflaatster] (hierna: erflaatster) die op [overlijdensdatum 2] 2006 al eerder was overleden.
2.3.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn enige erfgenamen van de nalatenschap van erflater.
2.4.
Bij beschikking van 3 maart 2020 heeft de rechtbank mr. J. van der Wende tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater benoemd.
2.5.
Tot de nalatenschap van erflater behoorde (onder andere) de voormalige ouderlijke woning aan de [adres 1] te [plaats] (hierna: de woning [X] ).
2.6.
De woning [X] is gelegen naast de woning aan de [adres 2] te [woonplaats 2] , die in eigendom toebehoort aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] (hierna: de woning [Y] ).
2.7.
De vereffenaar heeft de woning [X] toebedeeld aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] tegen betaling van een bedrag van € 420.000,00. De verdelingsakte is op 1 september 2022 ten overstaan van notaris [naam notaris] te [vestigingsplaats] opgemaakt.
2.8.
In de akte van verdeling is de volgende clausule opgenomen:
“(…) AANBIEDINGSVERPLICHTING
Als de verkrijger (de heer [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] voornoemd) het registergoed wenst te vervreemden is deze verplicht zijn aandeel bij aangetekend schrijven te koop aan te bieden aan de heer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voornoemd, hierna te noemen: “de gerechtigde”, die verplicht is binnen een maand daarna eveneens bij aangetekend schrijven te reageren.
Indien partijen het binnen zes weken na het uitbrengen van het schriftelijk aanbod tot verkoop over de koopprijs en de overige voorwaarden niet eens worden, zal dat geschil worden beslecht door een door de Kantonrechter, binnen wiens Kanton het registergoed gelegen is, te benoemen deskundige. Indien de verkrijger het registergoed vervreemdt aan een derde zonder het eerst op de bovengenoemde wijze te hebben aangeboden aan de gerechtigde, zal de verkrijger een zonder ingebrekestelling opeisbare – niet voor matiging vatbare – boete verbeuren van vijftigduizend euro (€ 50.000,00), onverminderd het recht van de gerechtigde om vergoeding van de eventueel meer geleden schade te vorderen of van de derde of van de verkrijger levering aan zich te vorderen op bovenvermelde voorwaarden.
Het recht van voorkeur als hiervoor omschreven is niet overdraagbaar en eindigt bij het overlijden van de gerechtigde.
Voormelde aanbiedingsverplichting is niet van toepassing als de verkrijger het registergoed danwel een aandeel hierin wenst te vervreemden aan zijn echtgenote, mevrouw [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] . In dat geval verplicht de verkrijger zich ten opzichte van de gerechtigde deze aanbiedingsverplichting bij wijze van kettingbeding op te leggen.
Koper verplicht zich het kettingbeding aan de nieuwe eigenaar of beperkt gerechtigde als hoofdelijk medeschuldenaar op te leggen en in de notariële akte van levering of vestiging woordelijk te laten opnemen, dit op straffe van een betaling van een zonder ingebrekestelling opeisbare – niet voor matiging vatbare – boete gelijk aan vijftigduizend euro (€ 50.000,00) ten behoeve van de gerechtigde. De gerechtigde heeft de bevoegdheid om daarnaast de eventueel meer geleden schade te vorderen. (…)” [1]
2.9.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] stellen dat zij bij brief van 15 augustus 2024 de woning [X] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] onder voorwaarden te koop hebben aangeboden aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
2.10.
Volgens een e-mail van 27 november 2024 van LexQuire Notarissen heeft de vereffenaar over de aanbiedingsplicht in de verdelingsakte het volgende kenbaar gemaakt:
“(…) Kort gezegd deel ik uw mening dat derden kopers bij een eventuele nieuwe vervreemding deze niet opnieuw aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dienen aan te bieden. De achterliggende gedachte achter de aanbiedingsplicht was dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de kans moest krijgen om de woning te kopen, aangezien dit het familiehuis betrof en beide erfgenamen de woning wilden verkrijgen. Wanneer [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] de woning niet wil verkrijgen althans dit niet kenbaar maakt binnen de termijn, dan zijn nieuwe derde kopers niet gebonden aan de aanbiedingsplicht. De woning hoeft immers ook niet opnieuw aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] te worden aangeboden. Meewerken aan de rectificatie is niet mogelijk, nu mijn hoedanigheid als vereffenaar is geëindigd. Nu de bedoeling van partijen mijns inziens duidelijk is, kunt u hopelijk verder. (…)” [2]
2.11.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hebben de woning [X] verkocht en geleverd aan de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] (hierna: de kopers). [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] en de kopers zijn bij depotovereenkomst van 10 januari 2025 overeengekomen dat € 50.000,00 van de koopprijs in depot wordt gehouden bij de betreffende notaris totdat (bijvoorbeeld) rectificatie van de aanbiedingsplicht jegens derden heeft plaatsgevonden.
2.12.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hebben de woning [Y] ook aan derden verkocht.

3.Het geschil

In conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] vorderen bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen tot medewerking aan (een akte tot) de rectificatie van de akte van verdeling en de inschrijving daarvan in de registers, inhoudende het schrappen van de in de als onderdeel van de akte van verdeling opgenomen “aanbiedingsverplichting” onder 5 genoemde verplichting tot een kettingbeding als in het lichaam der dagvaarding nader omschreven, met als doel dat die aanbiedingsverplichting, daar deze al door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] is nagekomen en daarvan door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen gebruik is gemaakt, verder waardeloos zal zijn, met bepaling dat dit vonnis in de plaats komt respectievelijk kan komen van de medewerking van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aan (een akte tot) rectificatie en inschrijving daarvan als bedoeld,
Subsidiair:
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen aan een en ander mede te werken binnen één week na dit vonnis, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per dag, met een maximum van € 100.000,00, voor iedere dag dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarmee geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft tot die van (volledige) nakoming,
Primair, subsidiair en meer subsidiair:
III. met veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] in de kosten van dit geding, primair de daadwerkelijke kosten van € 6.100,00, althans een door de rechtbank eq aequo et bono te begroten bedrag, vermeerderd met de kosten der dagvaarding en het griffierecht, subsidiair ter grootte van 2,5 maal het gangbare liquidatietarief althans een door de rechtbank ex aequo et bono te bepalen factor als bedoeld, meer subsidiair ter grootte van het gangbare tarief ter zake, een en ander met inbegrip van de nakosten zoals genoemd in artikel 237 lid 4 Rv en vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat gedaagde in verzuim is deze kosten te voldoen.
3.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] leggen aan hun vorderingen – samengevat – ten grondslag dat het kettingbeding in de aanbiedingsplicht in de akte van verdeling van de woning [X] ten onrechte is opgenomen. Volgens hen hebben partijen nooit de bedoeling gehad een kettingbeding in de akte van verdeling op te nemen. De notaris destijds en de vereffenaar destijds hebben dit volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] ook bevestigd. De bedoeling van de aanbiedingsplicht is enkel geweest dat op het moment dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] de woning [X] aan derden willen verkopen, zij de woning [X] eerst aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aanbieden en dat hebben zij ook gedaan. Het is volgens hen niet de bedoeling dat derden nadien ook weer gebonden zijn aan de aanbiedingsplicht jegens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] een spoedeisend belang bij hun vorderingen hebben. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist voorts dat de vereffenaar het kettingbeding in de aanbiedingsplicht in de akte van verdeling van de woning [X] ten onrechte heeft opgenomen. Volgens [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] was het namelijk wel de bedoeling dat hij (steeds) de mogelijkheid kreeg om de woning [X] over te nemen, omdat het voor hem grote emotionele waarde had om die woning te verkrijgen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betoogt derhalve dat er geen rectificatie van de akte van verdeling dient plaats te vinden en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad om:
I. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van een bedrag van
€ 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der verschuldigdheid tot aan de dag der algehele voldoening,
II. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] te veroordelen tot betaling aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanwege bewerkelijke en spoedeisende werkzaamheden primair tot betaling van de daadwerkelijke kosten van rechtsbijstand ad. € 7.000,00 exclusief het te betalen griffierecht, subsidiair vanwege bewerkelijke en spoedeisende werkzaamheden tot betaling van tweemaal het liquidatietarief, meer subsidiair tot betaling van een bedrag door de rechtbank te bepalen ex aequo et bono.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vorderingen – samengevat – ten grondslag dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] niet aan de aanbiedingsplicht uit de akte van verdeling van de woning [X] heeft voldaan. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betoogt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] de woning [X] niet (deugdelijk) aan hem heeft aangeboden en die woning vervolgens aan derden heeft verkocht en geleverd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist de ‘aanbiedingsbrief’ van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] van 15 augustus 2024 te hebben ontvangen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betoogt voorts dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] in die aanbiedingsbrief ten onrechte onredelijke voorwaarden aan overname van de woning [X] heeft verboden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] stelt nog steeds belang te hebben bij de overname van de woning [X] . Hij had namelijk, als hij wist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] gingen verhuizen, de woning [X] wel willen overnemen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betoogt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] wegens het niet nakomen van de aanbiedingsplicht het boetebedrag van € 50.000,00 uit de akte van verdeling verschuldigd zijn aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
3.7.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] betwisten dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] de aanbiedingsplicht niet (deugdelijk) is nagekomen. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hebben bij brief van 15 augustus 2024 de woning [X] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangeboden. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft hier volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet op gereageerd, waardoor zij de woning [X] aan derden hebben verkocht en geleverd. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] betogen dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] daarom geen aanspraak kan maken op het boetebedrag en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

In conventie
4.1.
Spoedeisend belang?
4.1.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat het kettingbeding in de aanbiedingsplicht in de akte van verdeling slechts strekt tot de huidige en kadastrale grens van het perceel staande en gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats 2] . Hiermee staat vast dat de woning [Y] bij de beoordeling van het spoedeisend belang van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet meer ter zake kan doen, omdat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] die woning vrij van enige aanbiedingsplicht aan derden kunnen leveren en dit dus zonder dat rectificatie nodig is.
4.1.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] stellen zich op het standpunt dat zij een spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen en voeren daartoe het volgende aan. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] stellen dat een deel van de koopprijs van de woning [X] niet aan hen uitgekeerd wordt, omdat de notaris
€ 50.000,00 van de koopprijs in depot houdt totdat de rectificatie van het kettingbeding heeft plaatsgevonden. Daarnaast voeren [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] aan dat de kopers van de woning [X] ook belang hebben bij onderhavige procedure. Die kopers wensen namelijk het kettingbeding niet te aanvaarden, omdat zij in de toekomst (mogelijk) de woning [X] niet vrij van de aanbiedingsplicht kunnen verkopen. Volgens [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] kan gelet op het voorgaande van hen niet worden verwacht dat zij een bodemprocedure afwachten.
4.1.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] een spoedeisend belang hebben bij het gevorderde. De woning [X] is op 10 januari 2025 verkocht en geleverd aan derden, waarbij [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] het overgrote deel van de koopsom, namelijk een bedrag van € 495.000,00, hebben ontvangen. Het kettingbeding heeft de kopers van de woning [X] niet tegengehouden om de woning te kopen. Nu [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , naast het overgrote deel van de koopsom, verder over voldoende financiële middelen beschikken, zullen zij niet in de financiële problemen komen als het depotbedrag niet op korte termijn uitgekeerd wordt. [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] hebben in de depotovereenkomst (onder andere) ingestemd met een termijn van drie jaren voor het aanhangig maken van een gerechtelijke procedure om rectificatie te verkrijgen. Hieruit blijkt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] het depotbedrag niet direct nodig hebben en een spoedeisend belang ontbreekt, aldus [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
4.1.4.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij een spoedeisend belang hebben bij het door hen gevorderde. Volgens de voorzieningenrechter valt niet in te zien waarom [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] niet de uitkomst van een (eventueel nog in te stellen) bodemprocedure kunnen afwachten. Dat sprake is van een spoedeisend belang, bijvoorbeeld in de zin van het mogelijk ontstaan van een financiële noodsituatie, waardoor een onmiddellijke voorziening is vereist, is onvoldoende gebleken. Het door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] gestelde belang, namelijk dat zij het resterend deel van de koopsom van € 50.000,00 zo snel mogelijk uitgekeerd willen krijgen, is op zich begrijpelijk, maar niet te kwalificeren als een spoedeisend belang in deze procedure. De financiële noodzaak voor [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] om over dat bedrag op zeer korte termijn te kunnen beschikken, is onvoldoende onderbouwd. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft, voorzien van bewijsstukken, aangevoerd dat de financiële positie van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] , mede gelet op het eigendom van meerdere exclusieve auto’s en de opbrengst van de verkoop van de woning [Y] , goed is en dat is niet weersproken door [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] . De voorzieningenrechter neemt hierbij voorts in aanmerking dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] in de depotovereenkomst er zelf mee hebben ingestemd dat zij gedurende een periode van (minimaal) drie jaren de tijd hebben om middels een gerechtelijke procedure rectificatie te verkrijgen, zo volgt uit artikel 3a en 3b van de depotovereenkomst, en dat pas daarna het resterende bedrag uitbetaald kan worden (afhankelijk van de uitkomst van die procedure(s)). De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] bij hun vorderingen geen spoedeisend belang hebben. De vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] worden daarom afgewezen.
In reconventie
4.2.
Spoedeisend belang?
4.2.1.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat het spoedeisend belang in reconventie gekoppeld is aan het spoedeisend belang in conventie. Als in conventie een spoedeisend belang wordt aangenomen, stelt [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat hij in reconventie ook een spoedeisend belang heeft bij zijn vorderingen.
4.2.2.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het door hem gevorderde. In feite ontvalt het spoedeisend belang al aan zijn vordering, nu in conventie geen spoedeisend belang is aangenomen. De voorzieningenrechter verwijst in dit kader naar het overwogene in conventie. Bovendien heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen concrete feiten en omstandigheden aan zijn vordering ten grondslag gelegd op basis waarvan dit spoedeisend belang wel kan worden aangenomen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af.
In conventie en reconventie
4.3.
Proceskosten
4.3.1.
Gelet op de familiale relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] en [eiseres in conventie, verweerster in reconventie sub 2] af,
in reconventie
5.2.
wijst de vorderingen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] af,
in conventie en reconventie
5.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.E.J. Noelmans, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.
type: FL
coll:

Voetnoten

1.Productie 3 bij dagvaarding.
2.Productie 21 bij dagvaarding.