ECLI:NL:RBLIM:2025:5228

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
30 mei 2025
Zaaknummer
11544974 \ CV EXPL 25-876
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van woonruimte wegens huurachterstand

In deze zaak heeft G.F.M. Financements, een financieel kantoor, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die sinds oktober 2022 een woning huurt. De gedaagde heeft een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd, die op het moment van de dagvaarding in februari 2025 € 4.503,66 bedroeg en in mei 2025 was opgelopen tot € 8.039,38. De gedaagde is niet verschenen op de mondelinge behandeling, waar G.F.M. Financements bewijs heeft geleverd van de huurachterstand. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand meer dan drie maanden bedraagt, wat volgens de wet voldoende grond biedt voor ontbinding van de huurovereenkomst. De gedaagde heeft wel verweer gevoerd, onder andere over psychische problemen en een verzoek om schuldhulp, maar dit werd niet als voldoende weerlegging van de vordering gezien. De kantonrechter heeft de vordering van G.F.M. Financements toegewezen, inclusief de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De ontruimingstermijn is vastgesteld op twee weken na betekening van het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11544974 \ CV EXPL 25-876
Vonnis van 28 mei 2025
in de zaak van
G.F.M. FINANCEMENTS H.O.D.N. GEMEENSCHAPPELIJK FINANCIERINGSKANTOOR MAASTRICHT B.V.,
te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: G.F.M. Financements,
gemachtigde: Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 12 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waar door G.F.M. Financements een overzicht is overgelegd van de actuele huurachterstand. [gedaagde] is niet verschenen op de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt sinds 11 oktober 2022 van G.F.M. Financements een woning aan de [adres] te [woonplaats] voor een huurprijs van thans € 1.093,38 per maand.
2.2.
De dagvaarding is uitgebracht op 3 februari 2025. Op dat moment was er een huurachterstand van € 4.503,66, berekend tot en met januari 2025. Op de mondelinge behandeling is door G.F.M. Financements een overzicht overgelegd waaruit blijkt dat de huidige achterstand op dit moment € 8.039,38 bedraagt, berekend tot en met mei 2025.

3.Het geschil

3.1.
G.F.M. Financements vordert - samengevat - betaling van de huurachterstand, vermeerderd met rente en kosten, de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde door [gedaagde] en doorbetaling van de huur totdat [gedaagde] het gehuurde daadwerkelijk heeft ontruimd. Ook wil G.F.M. Financements dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.
3.2.
[gedaagde] heeft verweer gevoerd.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering van G.F.M. Financements om het bij dagvaarding gevorderde bedrag aan huurachterstand te betalen zal worden toegewezen, omdat dit bedrag niet is betwist. De wettelijke rente vanaf datum dagvaarding wordt eveneens toegewezen.
4.2.
De huurachterstand bedroeg en bedraagt nog steeds meer dan 3 maanden. In de wet staat dat iedere tekortkoming in de nakoming van een overeenkomst de wederpartij het recht geeft de overeenkomst te ontbinden. Die tekortkoming moet wel van voldoende gewicht zijn. Een huurachterstand van drie maanden of meer wordt in de regel van voldoende gewicht gevonden. [gedaagde] heeft in zijn (mondelinge) conclusie van antwoord aangevoerd dat hij vanwege psychische problemen de huur niet heeft betaald. Ook zou G.F.M. Financements zich niet aan de afspraken houden met betrekking tot de terugbetaling van te veel betaalde servicekosten. [gedaagde] heeft ook verklaard dat hij graag in de woning wil blijven wonen en schuldhulp zal inschakelen.
4.3.
[gedaagde] is niet op de mondelinge behandeling verschenen, terwijl hij daarvoor wel was opgeroepen. Op de mondelinge behandeling is door G.F.M. Financements een overzicht overgelegd van de actuele huurachterstand. Daaruit blijkt dat een bedrag aan te veel betaalde servicekosten van € 837,80 op 22 februari 2024 in mindering is gebracht op de huurachterstand. Verder is die achterstand alleen maar opgelopen, omdat [gedaagde] nog steeds geen huur betaalt. Van de schuldhulpverlening is niet vernomen en ook [gedaagde] zelf heeft geen contact meer opgenomen met de verhuurder of de gemachtigde. [gedaagde] heeft deze informatie niet weersproken. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat deze informatie juist is.
3.5.
De gevorderde ontbinding en ontruiming zullen dan ook worden toegewezen. Wel zal de ontruimingstermijn zoals gebruikelijk op twee weken worden gesteld en niet op drie dagen, zoals is gevorderd.
4.4.
G.F.M. Financements vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
In de algemene huurvoorwaarden is in artikel 25.2 een beding opgenomen dat gaat over de verschuldigdheid van buitengerechtelijke kosten. In dat beding wordt verwezen naar de toepasselijke wettelijke regeling. Dit beding is dus niet oneerlijk. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). G.F.M. Financements heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Daarom zal een bedrag van € 675,19 worden toegewezen. De gevorderde rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal ook worden toegewezen.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van G.F.M. Financements worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.501,45

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] te [woonplaats] en veroordeelt [gedaagde] om de woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van [gedaagde] in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van G.F.M. Financements te stellen,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan G.F.M. Financements te betalen een bedrag van € 4.503,66, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 3 februari 2025, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan G.F.M. Financements te betalen de maandelijkse huur/gebruiksvergoeding van € 1.093,38 per maand (behoudens huurverhogingen) vanaf 1 februari 2025 tot het tijdstip van ontruiming, waarbij een ingegane maand geldt als een hele maand,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan G.F.M. Financements te betalen een bedrag van € 675,19 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 3 februari 2025, tot de dag van volledige betaling,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.501,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op
28 mei 2025.