ECLI:NL:RBLIM:2025:5129
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor gebruik van bedrijfspand als woning in het kader van de Omgevingswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 20 mei 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen. De eiser, eigenaar van een bedrijfspand, had een omgevingsvergunning aangevraagd voor het intern verbouwen van het pand tot een woning/bedrijfswoning. Het college heeft deze aanvraag op 8 mei 2024 afgewezen, en het bezwaar van de eiser tegen deze afwijzing werd op 18 juni 2024 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, omdat de weigering van de omgevingsvergunning voldoende was gemotiveerd en in overeenstemming met het omgevingsplan. De rechtbank oordeelde dat de wijziging van het gebruik van het bedrijfspand niet paste binnen de regels van het omgevingsplan en dat de belangenafweging door het college juist was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser onvoldoende had aangetoond dat de weigering van de vergunning onredelijk was, en dat de stelling dat er woningnood is, niet voldoende was om de afwijzing te weerleggen. De rechtbank heeft de eiser ook geen griffierecht teruggegeven en geen vergoeding van proceskosten toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid tot hoger beroep.