Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser
de Belastingdienst Toeslagen, verweerder
Samenvatting
Procesverloop
€ 1.821,- vermeerderd met € 24,- rente, wordt van eiser teruggevorderd.
Beoordeling door de rechtbank
€ 19.169,- en het inkomen van zijn zoon [naam zoon 1] (geboren op [geboortedatum 1] 1996) van
€ 8.824,-. De andere zoon van eiser, [naam zoon 2] (geboren op [geboortedatum 2] 2000) heeft geen geschat inkomen.
€ 24,- rente, teruggevorderd.
18 december 2023 ongegrond verklaard. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de hoogte van de huurtoeslag afhankelijk is van het gezamenlijk jaarinkomen van de aanvrager, de toeslagpartner en de medebewoner(s). Daarom telt het inkomen van beide kinderen mee in het gezamenlijk jaarinkomen. Bij een van de kinderen is een vrijstelling op het inkomen toegepast van € 5.110,-. Dat is de vrijstelling voor thuiswonende kinderen onder de 23 jaar. Volgens verweerder zijn er geen bijzondere omstandigheden om te terugvordering te verlagen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.M.M.M.F. Roijen, griffier.