3.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijs en bewijsoverweging feit 1
Aangeefster [slachtoffer]heeft aangifte gedaan en heeft - zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik doe hierbij aangifte van mishandeling door mijn vriend genaamd [verdachte] . Ik woon aan het [adres] te Maastricht. (…) [verdachte] heeft gedetineerd gezeten tot mei 2023 en is vanaf dat moment bij mij komen inwonen. We hadden een relatie en dat ging best goed.
Vanaf juni 2023 is zijn gedrag veranderd. We kregen vaker ruzie en hij heeft mij bij deze ruzies vaker geslagen. Hij kon helemaal doordraaien om kleine zaken. (…) Hij werd dan zwart voor de ogen en sloeg op mij in. Ook pakte hij mij vast bij mijn keel en kneep dan. Daarvan heb ik veel pijn gehad. (…)
14 oktober 2023, omstreeks 23.00 uur kregen [verdachte] en ik weer ruzie. (…) [verdachte] werd steeds bozer en daarom liep ik naar de slaapkamer. [verdachte] liep mij echter achterna en begon mij te slaan met zijn gebalde vuisten. Hij sloeg mij op meerdere plaatsen en daarvan ondervond ik veel pijn. (…)
Ik ben vervolgens naar de huiskamer gelopen en riep naar hem dat ik dit niet meer wilde. (…) Ik zag dat hij weer zwart voor zijn ogen werd en mij met een hand vastpakte bij mijn keel. Ik voelde vervolgens dat hij hard begon te knijpen. Ik schrok hiervan en voelde ook veel pijn. Ik heb nu nog steeds blauwe plekken in mijn nek staan (…)
Wat later deze nacht geef ik nogmaals aan dat ik wil stoppen met de relatie en uit het niets sloeg hij mij met een vuist tegen mijn mond waardoor ik een flinke bloedlip kreeg. (…) Ergens tijdens deze ruzie heeft hij mij ook nog in mijn arm gebeten.
Deze wurging was zo erg dat ik dacht dat het voorbij was, ik was licht in mijn hoofd en dacht dat ik het bewustzijn ging verliezen. Het was dat het vriendje van mijn zoon naar beneden kwam vanwege het lawaai. Anders was het misschien wel anders afgelopen.
[slachtoffer] heeft van een ruzie tussen haar en de verdachte die op 15 september 2023 plaatsvond een geluidsopname gemaakt. Daarop is te horen dat zij (huilend) zegt: “Je hebt me vandaag gebeten weet je dat? Mijn arm is weer dik.” … “Doe rustig, jij heb mij een bloedneus gemept.” (…) “Stop alsjeblieft je hebt me een kopstoot gegeven tegen mijn neus.”
Op 19 oktober 2023 is [slachtoffer] onderzocht door een
forensisch arts. Deze constateert het volgende:
Op het hoofd/gelaat, de hals, de linkerarm en beide benen zijn diverse huidverkleuringen zichtbaar. Daarnaast zijn er krasverwondingen op de neus en kin en in de hals. De onderhuidse bloeduitstorting op het linker bovenbeen is mogelijk het gevolg van bijten. De bloeduitstortingen bevinden zich in verschillende stadia van genezing. Ook is er sprake van tand-door-de-lip-letsel.
Getuige [naam 1]heeft – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende verklaard:
Opmerking verbalisant: op 24 november 2023 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van mensenhandel, seksuele uitbuiting. Wij hebben onderzoek gedaan en daaruit blijkt dat u op 24 juli 2023 een seksafspraak had met [slachtoffer] . (…)
A: We hebben twee keren afgesproken. Oja meerdere keren afgesproken maar twee keer seks gehad (…)
V: Wat hebben jullie op de app besproken?
A: Gewoon om een afspraak te maken en dat was het. Ze heeft me tijdens een afspraak verteld dat ze ruzie had met haar ex-vriend en dat ze mishandeld was.
V: Wanneer had dat plaatsgevonden die ruzie en de mishandeling?
A: Dat was in die tijd gebeurd en dat was ook de reden dat de afspraak niet door ging.
V: De afspraak ging dan niet door want?
A: Ze zei dat ze onder de blauwe plekken zat.
V: Je zei op het begin dat jullie meerdere keren hadden afgesproken maar dat jullie twee keren seks hebben gehad, leg eens uit.
A: Dan ging het niet door of ze zegde de afspraak af.
V: Hoe vaak hebben jullie een afspraak gemaakt?
A: Ik denk 4 a 5 keren.
De verdachteheeft ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Ik ben schuldig aan de mishandelingen. Het klopt dat ik in de periode dat ik bij [slachtoffer] in huis woonde in 2023 haar vaker met gebalde vuisten heb geslagen. Als [slachtoffer] zegt dat ik haar ook bij de keel heb vastgepakt en heb geknepen dan klopt dat ook. Het klopt ook dat ik [slachtoffer] op haar lippen heb geslagen, heb gebeten in haar arm en haar een kopstoot heb gegeven
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de periode van 1 juni 2023 tot en met 14 oktober 2023 in de gemeente Maastricht zijn levensgezel [slachtoffer] meermalen heeft mishandeld.
Vrijspraak feit 2:
De verdachte wordt -kort gezegd- verweten dat hij zich door dwang, geweld of misbruik van een kwetsbare positie schuldig heeft gemaakt aan seksuele uitbuiting van [slachtoffer] .
Is er in onderhavige situatie sprake van dwang, geweld of misbruik van een kwetsbare positie?
Dwang?
De verdachte en [slachtoffer] maakten al voorafgaande aan de eerdere detentie van de verdachte plannen om samen in de prostitutie te gaan werken en/of een bordeel te openen. [slachtoffer] heeft een advertentie geplaatst op [website] , waarin zij zich onder de naam [nickname] aanbood voor betaalde seks. De tekst van deze advertentie is in onderling overleg tussen de verdachte en [slachtoffer] vastgesteld. De verdachte heeft de foto’s van [slachtoffer] ten behoeve van deze advertentie gemaakt. Via deze advertentie werden verschillende seksafspraken met klanten gemaakt. Dit gebeurde via de ‘werktelefoon’ die door zowel [slachtoffer] als de verdachte werd bediend.
[slachtoffer] kon zelf beslissen wat zij tijdens de seksafspraken wel en niet wilde doen. Uit de door haar afgelegde verklaringen blijkt dat als zij geen klant wilde of een bepaalde seksuele handeling niet wilde doen, dit ook niet gebeurde. Ondanks dat de verdachte dreigde om haar prostitutiefilmpjes te delen met haar kinderen en haar familie, blijkt uit het dossier niet dat [slachtoffer] zich hierdoor gedwongen voelde de prostitutiewerkzaamheden voort te zetten. Juist door de dreigementen van de verdachte heeft [slachtoffer] besloten om ermee te stoppen. De rechtbank concludeert dan ook dat er geen sprake was van dwang zoals bedoeld in artikel 273f Sr.
Geweld?
Onder verwijzing naar de bewezenverklaring van het als feit 1 tenlastegelegde huiselijk geweld, stelt de rechtbank vast dat er door de verdachte geweld is toegepast. De rechtbank is van oordeel dat dit ‘huiselijk geweld’ in deze zaak niet in relatie staat tot de tenlastegelegde mensenhandel. De ruzies kwamen voort uit een ongezonde dynamiek in hun relatie. Deze stonden los van het al dan niet verrichten van prostitutiewerkzaamheden. Derhalve is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van geweld zoals bedoeld in artikel 273f Sr.
Misbruik kwetsbare positie?
De verdachte is na een periode van detentie bij [slachtoffer] en haar gezin in huis getrokken. Hij beschikte niet over een eigen inkomen en werd onderhouden door [slachtoffer] . [slachtoffer] heeft verklaard dat zij tot over haar oren verliefd was op de verdachte. Een verliefdheid die 20 jaar eerder ook al aan de orde was.
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij heeft besloten om te gaan werken als prostituee omdat er op een gegeven moment geldzorgen ontstonden in het gezin. Dit is volgens al haar afgelegde verklaringen haar eigen keuze geweest, waartoe de verdachte haar nooit heeft gedwongen. Het geld dat zij uiteindelijk hiermee verdiende kreeg zij grotendeels zelf, maar ging onder meer op aan eten voor het gezin en drugs voor hun beiden. Dat [slachtoffer] af en toe de rekeningen van de verdachte betaalde en dat hij meeprofiteerde van het verdiende geld kwam volgens [slachtoffer] voort uit liefde.
De rechtbank overweegt dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de goedheid van [slachtoffer] , die voortkwam uit de liefde die zij voor hem voelde. Het is heel invoelbaar dat [slachtoffer] zich gezien het verdere verloop van de relatie achteraf hierdoor bekocht en misbruikt heeft gevoeld. De rechtbank is echter van oordeel dat een en ander niet te kwalificeren is als misbruik van een kwetsbare positie zoals bedoeld in artikel 273f Sr. Daarbij betrekt de rechtbank ook dat [slachtoffer] haar zaakjes als alleenstaande ouder goed voor elkaar had. Ze had een woning, werk en voldoende inkomsten om haar gezin te kunnen onderhouden.
Conclusie
De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de onder feit 2 tenlastegelegde mensenhandel.
Bewijs en bewijsoverweging feit 3
Verbalisant [naam 3]heeft – zakelijk weergegeven – als volgt gerelateerd:
In het evidence rapport van de onder de verdachte [verdachte] , inbeslaggenomen mobiele telefoon (goednummer: 1647599), werden videobeelden aangetroffen, waarop te zien was dat [slachtoffer] , seksuele handelingen/prostitutiewerkzaamheden uitvoerde (…).
Video: 2023-07-28 Fri (…)
Op deze videobeelden waren [slachtoffer] en klant [naam 2] zichtbaar.
Video: 2023-07-24 Mon (…)Op deze videobeelden waren [slachtoffer] en klant [naam 1] zichtbaar.
(…) [slachtoffer] doet haar onderbroek uit en zegt zo, die mag jij hebben he en legt de onderbroek bij [naam 1] neer. (…)
[slachtoffer] zegt lachend dat [naam 1] koude handen heeft. [naam 1] zegt dat hij zich beter aan [slachtoffer] kan warmen. [slachtoffer] lachend ja, dat gaat sneller he.
Vervolgens vinden er seksuele handelingen plaats tussen [slachtoffer] en [naam 1] .
[slachtoffer]heeft – zakelijk weergegeven – als volgt verklaard:
[verdachte] had camera’s op de slaapkamer van de [adres] te Maastricht gezet zodat als ik op de slaapkamer was hij altijd kon zien wat ik deed. Als ik klanten ontving dan nam [verdachte] dit ook op en bewaarde dit dan op zijn laptop of harde schijf. De klanten waren hiervan niet op de hoogte.
Getuige [naam 1]heeft – zakelijk weergegeven – als volgt verklaard:
Ik heb twee keer betaalde seks gehad met [slachtoffer] . Ik kende haar onder de werknaam ‘ [nickname] ’. Een van die afspraken was op 24 juli 2023.
O: Uit het onderzoek is gebleken dat er opnames werden gemaakt van de afspraak die plaatsvond op 24 juli 2023. Wat kun je hierover verklaren?
A: Dat ik er niets van weet en dat het mij ook niet is opgevallen.
V: Heb jij hiervoor toestemming gegeven?
A: Nee.
Getuige [naam 2]heeft – zakelijk weergegeven – als volgt verklaard:
O: Uit ons onderzoek is gebleken dat er op 28 juli 2023 via WhatsApp met jouw telefoonnummer een seksafspraak is gemaakt met ‘ [nickname] ’. Er zijn camerabeelden van de slaapkamer waarop jij te zien bent.
A: Ik heb toen voor de grap gereageerd op een advertentie op [website] . Het was een kennismaking.
V: Was je ervan op de hoogte dat er opnames gemaakt werden?
A: Nee.
V: Heb jij hier toestemming voor gegeven?
A: Nee, absoluut niet (…).
De verdachteheeft ter terechtzitting – zakelijk weergegeven – het volgende verklaard:
Het klopt dat ik beveiligingscamera’s op de slaapkamer heb geplaatst om [slachtoffer] te kunnen filmen. De klanten wisten niet dat de camera’s aanwezig waren.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opnames heeft gemaakt van [naam 1] op 24 juli 2023 en van [naam 2] op 28 juli 2023, in Maastricht, terwijl zij hiervan niet op de hoogte waren. Bij [naam 1] is deze opname van seksuele aard. De rechtbank acht dan ook met betrekking tot [naam 1] het primaire feit bewezen. Bij [naam 2] kan niet worden vastgesteld of dit een opname van seksuele aard was. De rechtbank acht met betrekking tot [naam 2] het primaire feit niet bewezen en zal de verdachte daarvan vrijspreken. De rechtbank acht wel bewezen dat de verdachte zich ten aanzien van [naam 2] heeft schuldig gemaakt aan het subsidiair tenlastegelegde feit.