ECLI:NL:RBLIM:2025:4313

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
03.700187.08 (TBS)
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde met een periode van twee jaren

Op 6 mei 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een veroordeelde. De rechtbank heeft de vordering van het openbaar ministerie om de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs was eerder opgelegd vanwege verkrachting, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen in het geding was. De tbs is voor het laatst verlengd op 25 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico onverminderd hoog is, mede door de weigering van de veroordeelde om mee te werken aan diagnostische onderzoeken en de aanhoudende ontkenning van zijn delicten. De deskundigen hebben in hun rapportages aangegeven dat de veroordeelde lijdt aan een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en obsessieve trekken, en een stoornis in alcoholgebruik. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is om het recidiverisico te beperken en de veiligheid van de maatschappij te waarborgen. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.700187.08 (vordering verlenging TBS)
Datum uitspraak : 6 mei 2025
Tegenspraak
Beslissing van de meervoudige kamer op een vordering van het openbaar ministerie in het arrondissement Limburg
in het kader van de terbeschikkingstelling van:
[veroordeelde] ,
geboren te op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in [TBS kliniek] ,
hierna te noemen [veroordeelde] ,
bijgestaan door mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek (Limburg).

1.De stukken

In het dossier bevinden zich onder andere:
- de vordering van de officier van justitie van 11 maart 2025, strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege;
  • het advies van FPC De Pompestichting van 14 januari 2025 van [naam 1] , behandelcoördinator en GZ-psycholoog en [naam 2] , psychiater, plaatsvervangend hoofd van de instelling en directeur patiëntenzorg, verbonden aan de inrichting waar betrokkene verblijft;
  • het rapport Pro Justitia van [naam 3] , psychiater, van 8 januari 2025;
  • het rapport Pro Justitia van [naam 4] , GZ-psycholoog, van 14 januari 2025;
  • de omtrent [veroordeelde] gehouden wettelijke aantekeningen over de periode van 1 juli 2022 tot 1 januari 2025;
  • de beslissing van de rechtbank Limburg van 25 april 2023, waarbij de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar is verlengd;
  • het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 2 juli 2009 – gewezen op het hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de (toenmalige) rechtbank Maastricht van
26 september 2008 - waarbij is gelast dat [veroordeelde] ter beschikking zal worden gesteld en is bevolen dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
- het vonnis van de (toenmalige) rechtbank Maastricht van 26 september 2008.
De vordering van de officier van justitie houdt in dat de rechtbank de termijn van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege zal verlengen voor de duur van twee jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 2 juli 2009 is [veroordeelde] ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De tbs is opgelegd vanwege verkrachting, terwijl de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen oplegging van die maatregel eiste. Het hiervoor genoemde delict betreft een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De termijn van de tbs is gaan lopen op 13 april 2013.
De tbs is voor het laatst bij beslissing van deze rechtbank van 25 april 2023 met twee jaar verlengd.
De vordering van de officier van justitie is behandeld ter openbare zitting van deze rechtbank van 22 april 2025. Ter zitting zijn gehoord de officier van justitie, [veroordeelde] (via telehoren), zijn raadsvrouw en, als deskundige, [naam 5] (via telehoren), behandelcoördinator en GZ-psycholoog bij FPC de Pompestichting te Zeeland.

3.Het standpunt van de inrichting

In voornoemd advies van het plaatsvervangend hoofd van de inrichting is, zakelijk weergegeven, onder meer het navolgende gesteld:
In diagnostische termen is er bij betrokkene sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en obsessieve trekken en een stoornis in alcoholgebruik (in remissie in een gereguleerde omgeving).
Sinds de vorige verlengingszitting, waarin betrokkene zijn volledige dossier aan de rechtbank heeft kunnen overhandigen, is er bij betrokkene meer rust ontstaan. De afgelopen periode is overwegend positief verlopen en heeft betrokkene zich op goede wijze staande gehouden. Hij probeert realistische en haalbare doelen te stellen en kijkt hoe hij zijn kwaliteit van leven kan verbeteren door zijn dagbesteding, verblijf op de afdeling en contacten met netwerk. Betrokkene staat ook op de wachtlijst voor een afdeling waar meer kwaliteit van leven geboden kan worden. Er is een tweejaarlijkse hertoetsing van de LFPZ-status geweest waarin de voortzetting van de LFPZ-status met een laag individueel begeleidingsniveau is afgegeven. Dit geeft mogelijkheden om te gaan onderzoeken of er een dubbel begeleid verlofstatus verkregen kan gaan worden om kwaliteit van leven te vergroten.
Betrokkene stelt zich begeleidbaar op, houdt zich al een geruime tijd aan de afspraken en hoeft niet tot nauwelijks aangestuurd te worden. Hij neemt trouw deel aan gesprekken. Echter blijven er nog steeds vragen over de delictdynamiek. Er is geen zicht op de aanleiding of interne drive. Het blijft onduidelijk of er sprake is van seks als coping/hyperseksualiteit/lust, een fusie van seks en agressie of het zien van prostituees/vrouwen als gebruiksobject voor eigen seksuele behoeften. Delictanalyse heeft daarom nog niet plaats kunnen vinden, waardoor niet te beoordelen is of libidoremmende medicatie ondersteunend kan zijn voor het risicomanagement. Er zijn op de afdeling geen aanwijzingen voor hyperseksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Gezien het functioneren in de afgelopen jaren, gebrek aan openheid, ontkenning van de delicten, is momenteel de inschatting dat betrokkene blijvend zal zijn aangewezen op een vorm van (forensische) begeleiding en ondersteuning. Door de combinatie van ernst van het indexdelict, de persoonlijkheidsproblematiek, en het risicoprofiel (hoog basisrisico op het plegen van een zedendelict) is de inschatting dat betrokkene de inbedding en ondersteuning, die het tbs-kader hem biedt, nodig heeft om niet te vervallen in oude gedragspatronen. Op grond hiervan wordt de tbs met dwangverpleging nog noodzakelijk geacht om het recidiverisico te beperken.
Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
De deskundige [naam 5] heeft ter zitting aanvullend het volgende naar voren gebracht:
[veroordeelde] verblijft sinds ongeveer een maand bij de LFPZ te Zeeland. In Nijmegen was nog geen toestemming voor verlof aangevraagd. Als [veroordeelde] op de nieuwe plek is geland en we hem beter kennen, gaan wij kijken of wij die stap gaan zetten. Mogelijk zou dat binnenkort al kunnen worden aangevraagd. Van inhoudelijke behandeling is geen sprake, omdat [veroordeelde] niet over het indexdelict wil praten vanwege een herzieningsprocedure bij de Hoge Raad. Zoals in het advies staat beschreven gaan we daarom nog steeds uit van een hoog recidiverisico.

4.Het standpunt van de externe gedragsdeskundigen

Uit de psychiatrische en psychologische rapportages blijkt dat [veroordeelde] geen medewerking heeft verleend aan de onderzoeken van de psychiater en psycholoog, omdat hij bezig zegt te zijn met een herzieningsprocedure bij de Hoge Raad. De deskundigen zijn daarom niet kunnen komen tot een diagnostische conclusie en hebben ook geen risico inschatting kunnen maken.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering. Daartoe heeft zij naar voren gebracht dat het recidiverisico onverminderd hoog is en de verlenging van de tbs uit het oogpunt van bescherming van de maatschappij is gerechtvaardigd.

6.Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw

[veroordeelde] heeft aangevoerd dat hij vanwege de mogelijke herzieningsprocedure geen medewerking kan verlenen aan onderzoeken. Om die reden wil hij ook tijdens de verlengingszitting niet veel verklaren. In het kader van de vorige verlenging heeft hij een dossier overgelegd, waaruit zou blijken dat het openbaar ministerie allerlei informatie heeft achtergehouden. De vordering tot verlenging van de tbs had hij wel verwacht.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat [veroordeelde] een ontkennende verdachte was en tot nu een ontkennende ter beschikking gestelde is. Het gevolg daarvan is dat de op het delict toegespitste behandeling nooit van de grond is gekomen, waardoor het recidiverisico als hoog blijft worden ingeschat. [veroordeelde] heeft op een aantal punten stappen gemaakt en hij doet het goed op een aantal gebieden. Hij begrijpt dat het recidiverisico niet zal dalen en hij heeft zich neergelegd bij de LFPZ-status. De laatste jaren heeft ook de Pompestichting zijn houding geaccepteerd. De kwaliteit van leven in Zeeland valt [veroordeelde] niet tegen. Met begeleid verlof zou die nog verbeterd kunnen worden, dus de hoop is dat daarvoor zo snel mogelijk toestemming zal worden aangevraagd. [veroordeelde] begrijpt heel goed dat alles afhangt van de herzieningsprocedure, omdat hij niet kan meewerken aan iets wat hij niet gedaan zegt te hebben. Voor wat betreft de vordering tot verlenging van de tbs refereert de raadsvrouw zich derhalve aan het oordeel van de rechtbank.

7.De beoordeling

De rechtbank dient te beoordelen het gevaar voor de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog steeds vereist dat de tbs wordt verlengd.
[veroordeelde] heeft geweigerd mee te werken aan de Pro Justitia onderzoeken van de externe deskundigen. Zoals [veroordeelde] ook ter zitting heeft toegelicht, heeft dit te maken met een mogelijke herzieningsprocedure.
Uit het advies van de Pompestichting tot verlenging van de tbs en de toelichting daarop ter zitting door de deskundige [naam 5] volgt dat bij [veroordeelde] sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale, narcistische en obsessieve trekken en een stoornis in alcoholgebruik (in remissie in een gereguleerde omgeving).
Het risico op (seksueel) gewelddadig gedrag wordt bij wegvallen van de tbs als hoog ingeschat. [veroordeelde] lijkt zijn eigen behoeften centraal te stellen en is door een gebrek aan empathie ongevoelig voor de onbereidheid en angst van een ander. Alcohol en een gebrek aan structuur en stabiliteit zorgen voor ontremming. Omdat [veroordeelde] tot nu toe geweigerd heeft mee te werken aan delictgerelateerde behandeling wordt verwacht dat hij bij het beëindigen van de tbs geen hulpverlening of begeleiding zal opzoeken of accepteren. Vanwege de nog altijd aanwezige loochening van de delicten heeft [veroordeelde] tot nu toe nog vrijwel niet van de tbs-behandeling kunnen profiteren en zal de delictdynamiek bij het beëindigen van de tbs wederom op de voorgrond treden. [veroordeelde] ervaart nog altijd gevoelens van onrecht, boosheid en er niet toe doen. Daarnaast ziet hij geen risico’s in het drinken van alcohol, waardoor verwacht wordt dat hij dit bij het beëindigen van de tbs niet zal laten en hij opnieuw ongeremder wordt en sneller seksuele opwinding zal ervaren. Dit maakt dat het recidiverisico in geval van einde tbs onverminderd hoog wordt ingeschat. De rechtbank neemt deze conclusie van de kliniek over en maakt deze tot de hare.
De rechtbank komt daarom tot het oordeel dat het recidiverisico onverminderd hoog is en de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist en dat een termijn van verlenging van twee jaar geïndiceerd is.
De rechtbank zal de vordering van de officier van justitie toewijzen.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
verlengt de termijngedurende welke [veroordeelde] ter beschikking is gesteld met verpleging van overheidswege
met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. E.B.A. Ferwerda en mr. R.M.M. Menting, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.R.G. van Kerkhof, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting van 6 mei 2025.