3.6.In het bestreden besluit heeft het college, in navolging van dat advies van de commissie, het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, het primaire besluit gehandhaafd en voor de motivering verwezen naar dat advies.
4. De rechtbank overweegt allereerst dat, ondanks dat eiser het niet eens is met het verlenen van een evenementenvergunning voor een festival dat al heeft plaatsgevonden in augustus 2022 en de vergunning derhalve is uitgewerkt, eiser wel belang heeft bij de inhoudelijke beoordeling van de rechtmatigheid van de destijds verleende vergunning (en ontheffing). Dit omdat een inhoudelijk oordeel kan worden betrokken bij een aanvraag om een vergunning voor een toekomstige editie van het festival en bij de toetsing daarvan.Bekend is dat het festival jaarlijks op deze plaats en met deze omvang wordt georganiseerd, dat het ook in 2023 en 2024 heeft plaatsgevonden en ter zitting is gebleken dat het plan is om ook in 2025 het festival te organiseren. De vergunninghouder is de aanvraag aan het voorbereiden.
Ondertekening bestreden besluit
5. Uit artikel 2:25 van de Apv volgt dat de burgemeester bevoegd is om een evenementenvergunning te verlenen. Het primaire besluit is daarom terecht (mede) door de burgemeester getekend maar het bestreden besluit is uitsluitend getekend door het college. Ter zitting hiernaar gevraagd hebben de gemachtigden van verweerder onweersproken gesteld dat de burgemeester op de hoogte is van- en achter het bestreden besluit staat. Dat dat zo is blijkt ook uit het verweerschrift dat mede is ingediend namens de burgemeester en uit de aan hen verleende machtiging. Gelet hierop zal de rechtbank dit gebrek in de ondertekening van het bestreden besluit passeren, ook omdat niet is gebleken dat eiser hierdoor in zijn belangen wordt geschaad.
6. Eiser stelt zich in beroep - samengevat - op het standpunt dat de burgemeester geen vergunning heeft mogen afgeven voor het festival vanwege de locatie waar het festival plaatsvindt. Het festival wordt gehouden in het recreatiegebied “De Weerd” aan de Noorderplas dichtbij de plek waar eiser woont. Dit is een uiterst kwetsbaar gebied. Klimaatwetenschappers en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat wijzen op frequentere overstromingen, ook in de zomer. Zo is het gebied in juli/augustus 2021 nog getroffen door een ernstige overstroming. Volgens eiser zal een overstroming op het moment dat het festival plaatsvindt catastrofale gevolgen hebben voor de bewoners van de Weerd. Vanwege het festival worden alle bestaande vluchtroutes zowel over het land als over het water geblokkeerd. Dat betekent dat er tijdens het festival en ook tijdens de opbouw en het afbreken daarvan geen sprake is van een veilige vluchtroute voor omwonenden, hetgeen evacuatie ernstig belemmert en een onveilige situatie oplevert. Verder is in het geval van een overstroming de overlast en daarmee de schade, van alle bouwwerken en overige materialen die worden gebruikt ten behoeve van het festival en die door de overstroming het woongebied komen binnendrijven, enorm. Het is onmogelijk voor vergunninghouder om bij een overstroming alle materialen (op tijd) op te ruimen. Deze belangen heeft de burgemeester niet althans onvoldoende kenbaar bij de verleende evenementenvergunning betrokken, dit had de burgemeester wel moeten doen zeker gelet op de klimaatverandering. Bij de vergunning zelf ontbreekt een overstromingsscenario met ontruimingsplan en de gemeente heeft ook geen evacuatie- en calamiteitenplan voor de aanliggende woonlocatie in het geval van een overstroming. Dat moet volgens eiser wel.
Heeft de burgemeester de evenementenvergunning mogen verlenen?
7. De rechtbank stelt allereerst vast dat het beroep niet is gericht tegen de bij het bestreden besluit gehandhaafde kampeerontheffing zodat de rechtbank deze ook niet zal beoordelen. Wat betreft de door de burgemeester verleende evenementenvergunning overweegt de rechtbank als volgt.
8. Ingevolge het eerdergenoemde artikel 2:25, eerste lid, van de Apv van de gemeente Roermond is het, behoudens hier niet ter zake doende uitzonderingen, verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren.
9. Uit vaste rechtspraak van de Afdelingvolgt dat de bevoegdheid van de burgemeester tot verlening van een evenementenvergunning een discretionaire bevoegdheid is, waarbij aan hem een ruime mate van beoordelingsvrijheid toekomt. De burgemeester kan en mag daarbij alleen rekening houden met de belangen als vermeld in artikel 1:8 van de Apv waarin is opgenomen dat de burgemeester de vergunning kan weigeren in het belang van de openbare orde (a), de openbare veiligheid (b), de volksgezondheid (c), of de bescherming van het milieu (d). Andere belangen kunnen dan ook in beginsel geen grond vormen voor weigering van de evenementenvergunning. De rechtbank dient zich bij de beoordeling van de belangenafweging terughoudend op te stellen.
10. De rechtbank vat eisers beroepsgronden zo op dat eiser vindt dat de burgemeester gelet op de weigeringsgrond ‘openbare veiligheid’ had moeten afzien van vergunningverlening. De rechtbank oordeelt daarover als volgt.