ECLI:NL:RBLIM:2025:4231

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
2 mei 2025
Zaaknummer
11484647 \ CV EXPL 25-336
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Trifunović
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van restant huurkoopsom en proceskosten in het kader van een leaseovereenkomst

In deze zaak heeft Volkswagen Pon Financial Services B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die als bewindvoerder optreedt over de goederen van een onderbewindgestelde. De onderbewindgestelde had een geldleningsovereenkomst gesloten met Volkswagen Pon voor de financiering van een auto, maar is gestopt met het betalen van de maandtermijnen. Hierdoor heeft Volkswagen Pon het krediet vervroegd opgeëist en de auto geveild. De opbrengst van de veiling is in mindering gebracht op de verschuldigde huurkoopsom. Volkswagen Pon vordert nu het restantbedrag van € 3.241,88, inclusief wettelijke handelsrente en proceskosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen verweer heeft gevoerd en heeft de vordering grotendeels toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het restantbedrag, de wettelijke handelsrente en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11484647 \ CV EXPL 25-336
Vonnis van 30 april 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
VOLKSWAGEN PON FINANCIAL SERVICES B.V., h.o.d.n. DUTCHFINANCE,
te Amersfoort,
eisende partij,
hierna te noemen: Volkswagen Pon,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [vestigingsplaats] ,
in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam onderbewindgestelde] , h.o.d.n. [handelsnaam] , geboren op [geboortedatum] 1988,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
De zaak in het kort
[naam onderbewindgestelde] , handelend in de uitoefening van zijn bedrijf [handelsnaam] , heeft met Volkswagen Pon een geldleningsovereenkomst gesloten ter financiering van een auto. [naam onderbewindgestelde] staat per eind 2024 onder bewind van [gedaagde] . [naam onderbewindgestelde] is gestopt met het betalen van de maandtermijnen, waardoor Volkswagen Pon het krediet vervroegd heeft opgeëist. De auto is geveild en de opbrengst ervan is op de verschuldigde huurkoopsom in mindering gebracht. Volkswagen Pon vordert het restantbedrag, met nevenvorderingen, en de kantonrechter zal deze grotendeels toewijzen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de brief van [gedaagde] van 31 januari 2025
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 19 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling was de gemachtigde van Volkswagen Pon aanwezig. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

De leaseovereenkomst en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting
2.1.
Volkswagen Pon vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 3.822,70 (onderverdeeld in de hoofdsom van € 3.200,11, € 480,02 aan buitengerechtelijke incassokosten, € 100,80 aan omzetbelasting over deze incassokosten, en € 41,77 aan rente tot en met 24 december 2024), vermeerderd met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom vanaf 25 december 2024. Daarnaast vordert Volkswagen Pon dat [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.
2.2.
Volkswagen Pon legt aan haar vordering ten grondslag de financial leaseovereenkomst, die Volkswagen Pon en [naam onderbewindgestelde] – handelend in de uitoefening van zijn bedrijf, [handelsnaam] – met elkaar zijn aangegaan ter financiering van een auto (hierna: de leaseovereenkomst). Volkswagen Pon stelt dat [naam onderbewindgestelde] middels de leaseovereenkomst de auto in huurkoop heeft verworven en zich heeft verbonden de aanschafprijs, vermeerderd met de overeengekomen kredietvergoeding, in termijnen te voldoen.
2.3.
Op de leaseovereenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing die op voorhand aan [naam onderbewindgestelde] zijn verstrekt. In deze algemene voorwaarden is onder meer opgenomen dat bij een betalingsachterstand van minstens twee maanden, Volkswagen Pon het recht heeft per direct alle restbetalingen op te eisen en daarnaast het contract te ontbinden. In dergelijke gevallen dient de in huurkoop verworven auto binnen 24 uur ingeleverd te worden. Tevens volgt uit de algemene voorwaarden dat bij een betalingsachterstand zowel achterstandsrente, als 15% incassokosten verschuldigd zijn over het openstaande bedrag.
2.4.
Ondanks meerdere aanmaningen van Volkswagen Pon, is [naam onderbewindgestelde] – naar de kantonrechter begrijpt: vanaf begin 2024 – in gebreke gebleven met de voldoening van de maandelijkse termijnen. Volkswagen Pon heeft daarop teruggave van de auto geëist. Na verrekening van de opbrengst van de auto met het openstaande bedrag, stelt Volkswagen Pon dat [naam onderbewindgestelde] haar nog de restant huurkoopsom van € 3.200,11 verschuldigd is, als ook vergoeding van de door haar gemaakte proces- en incassokosten.
2.5.
[gedaagde] is per 1 november 2024 de bewindvoerder van [naam onderbewindgestelde] .
2.6.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd. Bij conclusie van antwoord en in haar brief van 31 januari 2025 heeft [gedaagde] aangevoerd dat de financiële situatie van [naam onderbewindgestelde] vooralsnog niet is gestabiliseerd. Omdat [naam onderbewindgestelde] nog geen inkomsten heeft ontvangen, kan [gedaagde] geen voorstel doen en is zij er dan ook van uitgegaan dat zij niet aanwezig hoefde te zijn bij de mondelinge behandeling.
2.7.
De gevorderde restant huurkoopsom van € 3.200,11 De gevorderde tandartskosten zalzal worden toegewezen, aangezien [gedaagde] het bestaan en de hoogte daarvan niet heeft betwist. Ook het bedrag aan (contractueel overeengekomen) achterstandsrente tot en met 24 december 2024 van € 41,77 is niet betwist en zal worden toegewezen. [gedaagde] is Volkswagen Pon dus een bedrag verschuldigd van:
Hoofdsom: € 3.200,11
Rente (tot en met 24 december 2024):
€ 41,77
Totaal: € 3.241,88
Buitengerechtelijke incassokosten
2.8.
Volkswagen Pon stelt dat zij aan haar gemachtigde voor diens werkzaamheden buitengerechtelijke kosten moet betalen die worden berekend naar billijk en gebruikelijk (forfaitair) tarief van 15% over de restant huurkoopsom. Deze incassokosten zijn bovendien expliciet overeengekomen door partijen in de op de leaseovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Onder verwijzing naar dit forfaitaire overeengekomen tarief stelt Volkswagen Pon dat, hoewel zij daar wél toe in staat is, zij de verrichtte werkzaamheden die ten grondslag liggen aan haar vordering niet nader dient te specificeren.
2.9.
De kantonrechter volgt deze redenering niet. Volkswagen Pon baseert haar vordering op een regeling die afwijkt van de wet en vordert daarnaast een hoger bedrag aan incassokostenvergoeding dan uit de wet volgt. De kantonrechter zal daarom de vordering toetsen aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en de eisen voor dergelijke vorderingen, zoals geformuleerd in het Rapport BGK-integraal.
2.10.
Volkswagen Pon heeft onvoldoende gesteld dat kosten zijn gemaakt die betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. De kosten waarvan Volkswagen Pon vergoeding vordert moeten dan ook worden aangemerkt als betrekking hebbend op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling wordt geacht een vergoeding in te sluiten. De vordering tot vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten zal daarom worden afgewezen.
Wettelijke handelsrente
2.11.
De vordering tot veroordeling in de wettelijke handelsrente over de restant huurkoopsom wordt toegewezen vanaf 25 december 2024. [1]
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Volkswagen Pon dat heeft gevorderd en zij er belang bij heeft dat de restant huurkoopsom spoedig wordt betaald, en [gedaagde] geen argumenten heeft aangedragen die daartegen spreken. [2] Dit betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als een van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
Proceskosten
2.13.
[gedaagde] wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom ook de proceskosten betalen van Volkswagen Pon. Deze worden vastgesteld op:
Kosten dagvaarding: € 140,84
Griffierecht: € 514,00
Salaris gemachtigde:
€ 542,00 (2 punten x tarief € 271,00)Totaal € 1.196,84

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Volkswagen Pon te betalen een bedrag van € 3.241,88, met over de hoofdsom van € 3.200,11 de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 25 december 2024 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van Volkswagen Pon gevallen en tot op heden begroot op € 1.196,84,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Trifunović en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.

Voetnoten

1.Artikel 6:119a BW.
2.Artikel 233 Rv.