In deze zaak heeft Volkswagen Pon Financial Services B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die als bewindvoerder optreedt over de goederen van een onderbewindgestelde. De onderbewindgestelde had een geldleningsovereenkomst gesloten met Volkswagen Pon voor de financiering van een auto, maar is gestopt met het betalen van de maandtermijnen. Hierdoor heeft Volkswagen Pon het krediet vervroegd opgeëist en de auto geveild. De opbrengst van de veiling is in mindering gebracht op de verschuldigde huurkoopsom. Volkswagen Pon vordert nu het restantbedrag van € 3.241,88, inclusief wettelijke handelsrente en proceskosten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen verweer heeft gevoerd en heeft de vordering grotendeels toegewezen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het restantbedrag, de wettelijke handelsrente en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.