In deze zaak vordert de eiseres, een professional in de verkoop van non-food producten, hoofdelijke veroordeling van de gedaagden tot betaling van € 6.838,30, vermeerderd met rente en kosten. De eiseres heeft een overeenkomst gesloten met de gedaagden voor een 1 op 1 traject dat 130 dagen zou duren, inclusief cursussen, begeleiding en trainingen. De gedaagden hebben echter hun verplichtingen niet nagekomen, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door de eiseres op 18 januari 2024. De eiseres heeft de gedaagden gesommeerd tot terugbetaling van € 6.050,00 en vordert daarnaast buitengerechtelijke incassokosten van € 677,50 en wettelijke handelsrente van € 110,80. De gedaagden hebben via hun gemachtigde laten weten geen verweer te voeren wegens gebrek aan financiële middelen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden in gebreke zijn gebleven en heeft de vordering van de eiseres toegewezen. De hoofdsom van € 6.050,00 en de wettelijke handelsrente zijn toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn begroot op € 1.157,20, die ook door de gedaagden moeten worden vergoed. De rechter heeft de veroordeling hoofdelijk uitgesproken, wat betekent dat elke gedaagde het volledige bedrag kan worden aangesproken voor betaling. Het vonnis is uitgesproken op 30 april 2025 door de kantonrechter E.V.L. Heuts.