ECLI:NL:RBLIM:2025:418

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
11177113 \ EZ VERZ 24-214
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot volmachtverlening aan notaris in nalatenschapskwestie

Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in een zaak waarin een notaris, mr. A.P.M. van Uden-van Dijk, verzocht om volmachtverlening op basis van artikel 4:198 BW. Dit verzoek was gedaan in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van een erflater die op 2022 is overleden. De erflater had geen testament achtergelaten en er waren 33 erfgenamen, waarvan een minderjarig was. De notaris had algehele boedelvolmachten ontvangen van 26 erfgenamen, maar enkele erfgenamen hadden hier niet op gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de oproepingen aan twee erfgenamen niet correct waren, wat de procedure bemoeilijkte. De kantonrechter oordeelde dat artikel 4:198 BW niet bedoeld is om een professionele partij in plaats van de erfgenamen de nalatenschap te laten vereffenen. Het verzoek werd afgewezen, omdat dit in strijd zou zijn met het wettelijk systeem. De kantonrechter merkte op dat de verschenen belanghebbende bereid was om een volmacht te verlenen, wat mogelijk zou leiden tot een oplossing voor de nalatenschap.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 11177113 \ EZ VERZ 24-214
Beschikking van de kantonrechter van 21 januari 2025
Naar aanleiding van het verzoek van:
mr. A.P.M. van Uden-van Dijk, als notaris verbonden aan Marks Wachters Notarissen te Nuenen,
verder te noemen: verzoekster.
Verzoekster heeft het verzoek gedaan in het kader van de aan haar door een aantal erfgenamen in de nalatenschap van:
[erflater], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1946, overleden te [plaatsnaam X] op [overlijdensdatum] 2022, laatst gewoond hebbende te [plaatsnaam X] , [adres 1] , verder te noemen erflater,
verstrekte boedelvolmacht.
Als belanghebbenden zijn in deze zaak aangemerkt de erfgenamen die (nog) geen volmacht aan verzoekster hebben gegeven, te weten:
[belanghebbende sub 1], thans zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Nederland en daarbuiten,
[belanghebbende sub 2], thans zonder bekende woon- en/of verblijfplaats in Nederland en daarbuiten,
[belanghebbende sub 3], wonende te [adres 2] ,
[belanghebbende sub 4], wonende te [adres 3] ,
[belanghebbende sub 5], wonende te [adres 4] ,
[belanghebbende sub 6], wonende te [adres 5] ,
[belanghebbende sub 7], wonende te [adres 6] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 26 juni 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen,
  • de op 16 juli 2024 ontvangen aanvulling op het verzoekschrift,
  • de op 6 augustus 2024 ontvangen brief met bijlage van verzoekster.
1.2.
Aanvankelijk is een mondelinge behandeling bepaald op 16 september 2024. Die mondelinge behandeling is aangehouden, omdat de oproepen van drie belanghebbenden retour zijn gekomen en hen dus niet hebben bereikt. Verzoekster is in de gelegenheid gesteld om de belanghebbenden bij deurwaardersexploot op te roepen. Naar aanleiding hiervan heeft verzoekster op 22 november 2024 betekeningsexploten ingediend ten aanzien van de belanghebbenden sub 1 tot en met 5 en 7.
1.3.
Op 10 december 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij namens verzoekster is verschenen [naam X] , medewerker nalatenschappen bij Marks Wachters Notarissen te Nuenen. [belanghebbende sub 3] is eveneens verschenen. De overige belanghebbenden zijn niet verschenen.
1.4.
Vervolgens heeft de kantonrechter beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Erflater heeft niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt. Tot de nalatenschap zijn 33 natuurlijke personen gerechtigd. Een van de erfgenamen, [minderjarige] , is minderjarig. Haar wettelijk vertegenwoordiger heeft de termijn als bedoeld in artikel 4:193 lid 1 BW laten verlopen.
2.2.
Van de 33 erfgenamen hebben voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift 26 erfgenamen een algehele boedelvolmacht verleend aan ieder van de (kandidaat-) notarissen verbonden aan Marks Wachters Notarissen.
2.3.
[naam Y] , wonende te [plaatsnaam Y] , heeft namens de gemeente ‘s-Hertogenbosch die bij beschikking van 18 augustus 20223 is benoemd tot bewindvoerder over alle goederen die (zullen) toebehoren aan [belanghebbende sub 6] op 2 augustus 2024 eveneens een boedelvolmacht aan voornoemde (kandidaat-)notarissen verleend.

3.Het geschil

3.1.
Verzoekster vraagt op grond van artikel 4:198 van het Burgerlijk Wetboek (BW) om aan ieder van de (kandidaat-)notarissen verbonden aan Marks Wachters Notarissen volmacht te verlenen om namens hen - kort gezegd - alle daden van beheer en beschikking te kunnen verrichten. Aan het verzoek legt zij ten grondslag dat ondanks herhaaldelijke verzoeken daartoe enkele erfgenamen niet hebben gereageerd op het verzoek een boedelvolmacht te verstrekken. Het overgrote deel van de erfgenamen heeft dit wel gedaan. Door een verdeling van de werkzaamheden worden de belangen van de erfgenamen die geen volmacht hebben afgegeven, niet geschaad aldus verzoekster.
3.2.
Geen van de belanghebbenden heeft verweer gevoerd tegen toewijzing van het verzoek.

4.De beoordeling

Oproeping belanghebbenden
4.1.
De kantonrechter stelt vast dat de belanghebbenden sub 4, 5 en 7 niet zijn verschenen, maar blijkens de door verzoekster overgelegde betekeningsexploten, correct zijn opgeroepen. De oproepingen van de belanghebbenden sub 1 en 2 - [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] - voldoen echter niet aan de eisen van artikel 54 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Oproepingen aan personen van wie de woonplaats en het werkelijk verblijf onbekend zijn, dienen op grond van het tweede lid van dit artikel te worden betekend aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij het gerecht waar de zaak moet dienen of dient. Deze zaak dient bij de rechtbank Limburg, zodat betekening aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de rechtbank Limburg had moeten plaatsvinden. Betekening heeft echter plaatsgevonden aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de Rechtbank Oost-Brabant, locatie
’s-Hertogenbosch.
4.2.
Gelet op de uitkomst van deze procedure, waarover hierna meer, heeft de kantonrechter aanleiding gezien om de behandeling van de zaak niet opnieuw aan te houden, aangezien [belanghebbende sub 1] en [belanghebbende sub 2] , gelet op die uitkomst, niet in hun procesbelang worden geschaad.
Oordeel over het verzoek
4.3.
Bij de beoordeling neemt de kantonrechter tot uitgangspunt dat als gevolg van de beneficiaire aanvaarding door de [minderjarige] van haar aandeel in de nalatenschap, op de afwikkeling van de gehele nalatenschap de regeling van de wettelijke vereffening van toepassing is. Dit volgt uit artikel 4:202 BW.
4.4.
In artikel 4:198 BW is bepaald dat, tenzij de kantonrechter anders bepaalt, de erfgenamen hun bevoegdheden als vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap tezamen uitoefenen. Daden van gewoon onderhoud en tot behoud van de goederen, en in het algemeen daden die geen uitstel kunnen lijden, kunnen door ieder van de erfgenamen zo nodig zelfstandig worden verricht, maar het uitgangspunt is dus dat de erfgenamen gezamenlijk de nalatenschap vereffenen. Een deel van de erfgenamen heeft hiertoe een volmacht verleend aan ieder van de (kandidaat-)notarissen verbonden aan Marks Wachters Notarissen. Deze zijn gemachtigd om namens hen alle daden van beheer en beschikking te verrichten en alles te doen wat de gevolmachtigde in het kader van de gegeven volmacht voor een juiste afwikkeling van de nalatenschap.
4.5.
De kantonrechter kan van de op de voet van artikel 4:198 BW aan hem toekomende bevoegdheid om te bepalen dat één of meer erfgenamen, in plaats van alle erfgenamen tezamen, de bevoegdheden van vereffenaar kunnen uitoefenen, onder meer gebruikmaken indien niet alle erfgenamen aan de vereffening meewerken, hetgeen onder meer het gevolg kan zijn van het feit dat niet bekend is wie de erfgenamen zijn. Dat is in deze zaak echter niet verzocht.
4.6.
Het verzoek zoals het er nu ligt, komt erop neer dat verzoekster wenst dat de kantonrechter een machtiging verleend om de nalatenschap ook te vereffenen namens de erfgenamen die hiertoe nog geen volmacht hebben verleend, hetzij omdat zij niet hebben gereageerd, hetzij omdat, bij gebreke van een bekende woon- en verblijfplaats, het verzoek om een volmacht te verstrekken niet aan hen kan worden gedaan.
4.7.
Artikel 4:198 BW is echter niet ervoor bedoeld om in verkapte vorm, buiten de route waarin artikel 4:203 BW voorziet, een professionele partij namens een deel van de erfgenamen de nalatenschap te laten vereffenen. Het artikel voorziet slechts in de mogelijkheid om een voorziening te treffen ter zake de uitoefening van de bevoegdheden door de erfgenamen-vereffenaars. Toewijzing van het verzoek zou ertoe leiden dat verzoekster feitelijk aan de slag gaat als vereffenaar. Het gevolg daarvan is dan weer dat nu geen sprake is van een benoeming van een vereffenaar zoals voorzien in de wet. Hierdoor zijn onder andere de in de wet neergelegde verplichtingen die op een vereffenaar rusten niet van toepassing. Dit brengt bijvoorbeeld mee dat op de werkzaamheden die de feitelijk als vereffenaar opererende notaris verricht, geen toezicht kan worden gehouden. Ook de bepaling die voorziet in het ontslag van de vereffenaar is niet van toepassing. Een en ander is in strijd met het wettelijk systeem.
4.8.
De kantonrechter zal het verzoek, gelet op het voorgaande, afwijzen.
4.9.
De kantonrechter heeft overigens wel geconstateerd dat de verschenen belanghebbende [belanghebbende sub 3] tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard bereid te zijn om een volmacht aan verzoekster te verlenen, hetgeen volgens hem ook geldt voor twee andere belanghebbenden, te weten [belanghebbende sub 4] en [belanghebbende sub 5] . Mogelijk kunnen de alsdan nog ontbrekende erfgenamen alsnog worden bereikt, zodat de nalatenschap kan worden vereffend. Als dat niet het geval is, kunnen de erfgenamen gebruik maken van de voorzieningen die de wetgever voor situaties zoals deze heeft getroffen.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. N.H.J. Lafghani, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: em