Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het op 26 juni 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen,
- de op 16 juli 2024 ontvangen aanvulling op het verzoekschrift,
- de op 6 augustus 2024 ontvangen brief met bijlage van verzoekster.
Rechtbank Limburg
Op 21 januari 2025 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een beschikking gegeven in een zaak waarin een notaris, mr. A.P.M. van Uden-van Dijk, verzocht om volmachtverlening op basis van artikel 4:198 BW. Dit verzoek was gedaan in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap van een erflater die op 2022 is overleden. De erflater had geen testament achtergelaten en er waren 33 erfgenamen, waarvan een minderjarig was. De notaris had algehele boedelvolmachten ontvangen van 26 erfgenamen, maar enkele erfgenamen hadden hier niet op gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de oproepingen aan twee erfgenamen niet correct waren, wat de procedure bemoeilijkte. De kantonrechter oordeelde dat artikel 4:198 BW niet bedoeld is om een professionele partij in plaats van de erfgenamen de nalatenschap te laten vereffenen. Het verzoek werd afgewezen, omdat dit in strijd zou zijn met het wettelijk systeem. De kantonrechter merkte op dat de verschenen belanghebbende bereid was om een volmacht te verlenen, wat mogelijk zou leiden tot een oplossing voor de nalatenschap.