ECLI:NL:RBLIM:2025:4107

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
C/03/334396/HARK/24-169
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van dossiers en persoonsgegevens op grond van de AVG door Veilig Thuis

In deze zaak verzochten vijf verzoekers, wonende in Portugal, de rechtbank om vernietiging van hun dossier bij Veilig Thuis, een organisatie die meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling behandelt. De verzoekers stelden dat er geen aanmerkelijk belang was om het dossier te bewaren, aangezien eerdere meldingen door de Raad voor de Kinderbescherming waren weerlegd. De rechtbank oordeelde dat Veilig Thuis geen gegronde reden had om het dossier te behouden, omdat de meldingen niet langer relevant waren voor de ontwikkeling van de kinderen. De rechtbank wees het verzoek tot vernietiging toe, maar verklaarde de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad, omdat dit zou betekenen dat het dossier al vernietigd zou zijn in het geval van een hoger beroep. Veilig Thuis werd veroordeeld in de proceskosten van de verzoekers, die in totaal € 1.315,00 bedroegen.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer / rekestnummer: C/03/334396 / HA RK 24-169
Beschikking van 30 april 2025
in de zaak van

1.[verzoeker sub 1] ,2. [verzoeker sub 2] ,3. [verzoeker sub 3] ,4. [verzoeker sub 4] ,5. [verzoeker sub 5] ,

allen wonende te Portugal,
verzoekende partijen,
hierna samen in mannelijk enkelvoud te noemen: [verzoekers] ,
advocaat: mr. S.T.L.A. Mulders,
tegen
STICHTING VEILIG THUIS NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG,
gevestigd te Roermond,
verwerende partij,
hierna te noemen: Veilig Thuis,
advocaat: mr. S.G.E. van Dooren.

1.De kern van het geschil

1.1.
[verzoekers] verzoekt om vernietiging van het dossier over hem bij Veilig Thuis.
Veilig Thuis stelt dat het dossier bewaard moet blijven. De rechtbank komt tot de beslissing dat het dossier inderdaad vernietigd moet worden.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 12
- de aanvullende producties 13 tot en met 16
- de mondelinge behandeling van 30 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en ter gelegenheid waarvan Veilig Thuis spreekaantekeningen heeft overgelegd.
2.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

3.De feiten

3.1.
In 2019 – 2020 zijn er in totaal drie meldingen gedaan bij Veilig Thuis over het gezin van [verzoekers] , namelijk:
  • de melding van 5 december 2019 door Centrum Jeugd en Gezin (hierna: CJG), dat [verzoekers] geen hulpverlening vanuit CJG wilde accepteren,
  • de melding van 31 januari 2020 door de [gemeente] , afdeling WMO, dat het gezin op meerdere dagen van de week geen geld heeft voor eten,
  • de melding van 17 maart 2020 door [het kraamcentrum] , dat de vader in het gezin ‘een dictaat’ is, beide ouders zware psychische problemen hebben, dat vader een zorgmijder is en dat de kinderen te weinig eten krijgen.
3.2.
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft onderzoek verricht naar aanleiding van deze zormeldingen. In haar rapport van 20 mei 2020 concludeert de Raad dat er geen ondertoezichtstelling nodig is omdat er geen sprake is van concrete bedreigingen in de ontwikkeling van de kinderen of in de opvoedsituatie.
3.3.
In de zomer van 2020 heeft Algemeen Maatschappelijk Werk (hierna: AMW) de hulpverlening aan het gezin gestaakt omdat er geen hulp meer nodig was.
3.4.
Het gezin van [verzoekers] is in de zomer van 2020 verhuisd naar [plaatsnaam]
[gemeente] .
3.5.
In 2023 heeft de achterbuurman van [verzoekers] na een burenruzie een melding bij Veilig Thuis Kennemerland gedaan. Veilig Thuis Kennemerland heeft bij Veilig Thuis de oude meldingen opgevraagd om deze nieuwe melding, die volgens [verzoekers] een pestmelding is, te beoordelen.
3.6.
In juli 2024 is het gezin van [verzoekers] verhuisd naar Portugal.
3.7.
[verzoekers] heeft Veilig Thuis gevraagd haar dossier over hem te vernietigen, maar Veilig Thuis weigert dat omdat er volgens haar een aanmerkelijk belang bij bewaring van het dossier bestaat.

4.Het verzoek en het verweer

4.1.
[verzoekers] verzoekt de rechtbank om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, Veilig Thuis te bevelen om binnen twee weken na de uitspraak alle dossiers over hem te vernietigen, alsook alle ontvangers van persoonsgegevens uit die dossiers in kennis te stellen van het wissen van de dossiers, met gelijktijdige toezending van een lijst van de ontvangers alsmede een afschrift van iedere kennisgeving aan de advocaat van [verzoekers] , onder veroordeling van Veilig Thuis in de kosten van de procedure.
4.2.
Aan het verzoek heeft [verzoekers] het volgende ten grondslag gelegd. Hij stelt dat hij belang heeft bij vernietiging van het dossier en dat Veilig Thuis geen belang meer heeft bij bewaring ervan. Volgens [verzoekers] is de inhoud van de meldingen weerlegd door het rapport van de Raad. Hij heeft er last van dat het dossier wordt bewaard, omdat de oude meldingen weer opgevraagd worden bij iedere mogelijke nieuwe melding en gebruikt worden bij de beoordeling. Dit terwijl de Raad het rapport waarin de meldingen worden weerlegd niet meer ter beschikking stelt. De Raad vindt namelijk dat de rapporten na een jaar achterhaald zijn en niet meer mogen worden gebruikt.
4.3.
Veilig Thuis voert aan dat zij een aanmerkelijk belang heeft bij bewaring van het dossier. De kinderen hebben er belang bij om later te kunnen teruglezen wat er destijds is gemeld. Ook kunnen de meldingen relevant zijn voor de beoordeling van latere meldingen. Een opeenstapeling van meldingen kan namelijk aanleiding geven tot meer onderzoek of verdergaande stappen. Het is de wettelijke taak van Veilig Thuis te fungeren als meldpunt voor gevallen van huiselijk geweld of vermoedens daarvan en in dat kader dient het dossier te worden bewaard. Voor eventuele toekomstige procedures kunnen de meldingen ook weer belangrijk zijn. Het rapport van de Raad weerlegt de meldingen niet omdat de Raad een andere toets aanlegt dan Veilig Thuis. Veilig Thuis beoordeelt of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling en de Raad beoordeelt of er een ernstige bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen is.

5.De beoordeling

Bevoegdheid rechter en ontvankelijkheid [verzoekers]
5.1.
Veilig Thuis is geen bestuursorgaan. Volgens artikel 35 Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: UAVG) mag de betrokkene, hier [verzoekers] , in dat geval de burgerlijke rechtbank verzoeken een beslissing te nemen. Dat betekent dat de rechtbank bevoegd is.
5.2.
Veilig Thuis heeft niet binnen één maand gereageerd op het verzoek van [verzoekers] . Volgens artikel 35 lid 2 UAVG is [verzoekers] gelet daarop niet gebonden aan de zes weken termijn om het verzoek in te dienen. Dat betekent dat [verzoekers] ontvankelijk is in het verzoek.
5.3.
Veilig Thuis is gevestigd in Roermond. Op grond van artikel 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) is deze rechtbank daarom bevoegd kennis te nemen van het onderhavige geschil.
Juridisch kader
5.4.
[verzoekers] beroept zich op artikel 17 lid 1 van de Verordening (EU) 2016/679, Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG). Volgens dat artikel heeft een betrokken het recht om zijn persoonsgegevens te laten vernietigen als de persoonsgegevens niet langer nodig zijn voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins worden verwerkt, als de betrokkene de verleende toestemming waarop de verwerking berust intrekt of op grond van artikel 21 AVG bezwaar maakt tegen de verwerking en geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking bestaan, alsook wanneer er een wettelijke verplichting bestaat de persoonsgegevens te wissen.
5.5.
Volgens artikel 4.1.1. lid 3 van het Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 dient Veilig Thuis haar werkwijze schriftelijk vast te leggen. Dat heeft zij gedaan in het Handelingsprotocol Veilig Thuis.
5.6.
In artikel 15.8 onder punt 6 van het Handelingsprotocol Veilig Thuis staat dat een directbetrokkene het recht heeft om Veilig Thuis te verzoeken om de gegevens die op hem betrekking hebben te vernietigen en dat Veilig Thuis de gegevens binnen drie maanden na ontvangst van dit verzoek vernietigt. Dit volgt ook uit artikel 5.3.5. Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit is slechts anders indien het bewaren van de gegevens van ‘aanmerkelijk belang’ kan zijn voor een ander dan de degene die het verzoek heeft ingediend of mogelijke toekomstige slachtoffers van geweld. Artikel 15.8 onder punt 7 van het Handelingsprotocol Veilig Thuis bepaalt dat een vernietigingsverzoek in ieder geval gehonoreerd moet worden als de inhoud van de melding wordt weerlegd door de uitkomst van het onderzoek.
Aanmerkelijk belang
5.7.
Gelet op het hiervoor geschetste juridisch kader moet worden beoordeeld of er een aanmerkelijk belang bestaat om het dossier van [verzoekers] te bewaren.
5.8.
[verzoekers] stelt eerst dat de kinderen geen belang hebben bij bewaring van het dossier omdat het verzoek tot vernietiging mede namens de kinderen is ingediend.
5.9.
Dat argument gaat niet op. Door een dergelijk verzoek ook namens de kinderen in te dienen, zouden de ouders altijd onder bewaring van een dossier bij Veilig Thuis uit kunnen komen. Dit terwijl het in het geval van kindermishandeling in het belang van de kinderen kan zijn om het dossier wel te bewaren. Het aanmerkelijk belang voor een ander dan degene die het verzoek heeft ingediend, kan niet omzeild worden door het verzoek tot vernietiging mede namens de kinderen in te dienen.
5.10.
De rechtbank is van oordeel dat er in dit geval geen aanmerkelijk belang bestaat om het dossier te bewaren. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
5.11.
In het rapport van de Raad is na uitgebreid onderzoek naar aanleiding van de drie meldingen geconcludeerd dat er geen concrete bedreigingen voor de ontwikkeling van de kinderen of in de opvoedsituatie bestaan. Uit het rapport blijkt, samengevat, dat het gezin een moeilijke periode achter de rug heeft, maar zelf meermaals om hulp heeft gevraagd bij hulpverlenende instanties. Door toedoen van deze hulpverlenende instanties kwam de hulp eerst niet goed op gang. [verzoekers] treft hier geen verwijt. De zorgen van [het kraamcentrum] worden niet herkend en bekrachtigd door andere betrokken hulpverleners of de Raad. De andere betrokken hulpverleners schetsen juist een tegenovergesteld beeld, waarbij in de basisbehoeften van de kinderen wordt voorzien en er geen zorgen bestaan over de algehele ontwikkeling en veiligheid van de kinderen. Dat met name vader dominant en controlerend kan overkomen, komt zo vermoed de Raad door de vertrouwensbreuk met de hulpverlening waarbij onvoldoende rekening is gehouden met de geloofsovertuiging en de bijbehorende gebruiken van het gezin. Ook kan hierdoor het beeld zijn ontstaan dat moeder onder druk staat van vader, maar dit wordt door de Raad ontkracht. Er zijn geen zorgen over de interactie tussen de ouders. De ouders accepteren de hulpverlening en maken de aangedragen handvaten eigen. De Raad is van oordeel dat de hulpverlenende instanties onvoldoende hebben samengewerkt, omdat zij elkaar bij zorgen niet rechtstreeks op de hoogte hebben gebracht. Zo heeft [het kraamcentrum] haar zorgen niet tijdens de overdracht met het Groene Kruis gedeeld, maar zelfs medegedeeld dat er geen zorgen of bijzonderheden zijn. Vervolgens heeft de leidinggevende van [het kraamcentrum] een paar dagen later een behoorlijk ernstige melding bij Veilig Thuis gedaan buiten medeweten van de betreffende kraamverzorgster (productie 5 bij dagvaarding, pagina 19 t/m 21 van het rapport).
5.12.
Naar het oordeel van de rechtbank vloeit uit het rapport en de conclusie van de Raad geen aanmerkelijk belang voort op grond waarvan Veilig Thuis het dossier, in weerwil van een verzoek tot vernietiging daarvan, dient te bewaren. De drie meldingen worden allemaal door de inhoud van het rapport van de Raad weerlegd. De stelling van Veilig Thuis dat de Raad een andere toetsingsmaatstaf hanteert, kan de rechtbank niet volgen omdat de toets van Veilig Thuis en de Raad juist wel overeenkomen. Als er na een onderzoek door Veilig Thuis sprake blijkt te zijn van kindermishandeling of huiselijk geweld, dan vormt dat namelijk een concrete bedreiging voor de ontwikkeling van de kinderen. Dat betekent dat, als daarvan sprake was geweest bij het gezin van [verzoekers] , de Raad nooit had kunnen concluderen dat er geen concrete bedreigingen voor de ontwikkeling van de kinderen bestaan. Ook daaruit volgt dat de inhoud van het rapport van de Raad de meldingen heeft weerlegd.
5.13.
Daarbij merkt de rechtbank op dat het verschil in uitgangspunt tussen Veilig Thuis en de Raad over de bruikbaarheid van de gegevens voor een disbalans zorgt. Doordat Veilig Thuis wel de negatieve meldingen bewaart en gebruikt bij beoordeling van eventuele, latere meldingen, terwijl de Raad haar ontlastende rapport al na een jaar niet meer ter beschikking stelt, ontstaat er ten onrechte een nadelige situatie voor [verzoekers] .
5.14.
De rechtbank wijst het verzoek tot vernietiging van de persoonsgegevens dan ook toe, omdat zij dat hier gegrond vindt.
5.15.
De andere verzoeken wijst de rechtbank ook toe, met uitzondering van het verzoek om de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Als een beschikking uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, moeten de veroordelingen in de beschikking uitgevoerd worden ook als eventueel in hoger beroep wordt gegaan. Hiertegen heeft Veilig Thuis bezwaar gemaakt omdat dit in deze zaak betekent dat het dossier in geval van hoger beroep al vernietigd is. Dat is een terecht bezwaar. Daarom zal de rechtbank de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
5.16.
Veilig Thuis is de partij die ongelijk krijgt en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan deze beslissing worden de proceskosten van [verzoekers] als volgt vastgesteld:
  • griffierecht: € 87,00
  • salaris advocaat: € 1.228,00 (2 punten x tarief II, groot € 614,00)
Totaal € 1.315,00

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst het verzoek toe en beveelt Veilig Thuis om binnen twee weken na de uitspraak alle dossiers over [verzoekers] te vernietigen en alle ontvangers van persoonsgegevens uit die dossiers in kennis te stellen van het wissen van de dossiers met gelijktijdige toezending van een lijst van de ontvangers alsmede een afschrift van iedere kennisgeving aan de advocaat van [verzoekers] ,
6.2.
veroordeelt Veilig Thuis in de proceskosten van [verzoekers] , groot € 1.315,00.
Deze beschikking is gegeven door mr A.M. Koster-van der Linden en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2025.
JC