ECLI:NL:RBLIM:2025:3637

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
11360131 CV EXPL 24-5235
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurrecht en bijzondere overeenkomst tussen Collect Car B.V. en onderbewindgestelde

In deze zaak, die voor de Kantonrechter van de Rechtbank Limburg te Maastricht is behandeld, gaat het om een geschil tussen Collect Car B.V., een bedrijf dat zich bezighoudt met het verhuren van auto’s, en een onderbewindgestelde, vertegenwoordigd door haar bewindvoerder. De onderbewindgestelde heeft op 20 september 2022 een overeenkomst gesloten met Collect Car voor het huren van een auto. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er verschillende facturen openstaan, waarvan de onderbewindgestelde betwist dat deze correct zijn. De kantonrechter heeft de feiten en het geschil in detail beoordeeld, waarbij onder andere is gekeken naar de informatieverplichtingen van Collect Car bij het sluiten van de overeenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Collect Car niet heeft voldaan aan de informatieverplichtingen zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, wat heeft geleid tot een gedeeltelijke vernietiging van de overeenkomst. De betalingsverplichting van de onderbewindgestelde is met 50% verminderd, en zij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 543,59 aan Collect Car, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11360131 CV EXPL 24-5235
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak van
COLLECT CAR B.V.handelend onder de naam
GREENWHEELS,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Collect Car,
gemachtigde: mr. J.J.F.M. Konings,
tegen
[gedaagde], in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[naam onderbewindgestelde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] q.q. resp. [naam onderbewindgestelde] ,
procederend in persoon.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het incidenteel vonnis van 15 januari 2025, waarbij de zaak ex artikel 220 Rv is gevoegd met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met zaaknummer 10743200 CV EXPL 23-4360,
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is (tegelijk met de gevoegde zaak) vonnis bepaald.

2.De feiten en het geschil

Voor de feiten en het geschil wordt verwezen naar het vonnis in het incident, met dien verstande dat in r.o. 2.1. een omissie is geslopen en hiervoor dient te worden gelezen dat Collect Car stelt met [naam onderbewindgestelde] (en niet: [gedaagde] q.q.) een overeenkomst te hebben gesloten. [gedaagde] q.q. is de bewindvoerder en was destijds ook nog niet benoemd. Overigens staat ook in de kop van het tussenvonnis foutief dat Collect Car gevestigd zou zijn in Brunssum. Hiervoor dient te worden gelezen Rotterdam.

3.De beoordeling

Vooraf
3.1.
Vaststaat dat [naam onderbewindgestelde] , als consument, op 20 september 2022 middels een app en website van Collect Car met Collect Car - een bedrijf gespecialiseerd in het verhuren c.q. leasen van auto’s - een overeenkomst heeft gesloten, waarbij op Collect Car de verplichting rust om een auto dan wel auto’s beschikbaar te stellen aan [naam onderbewindgestelde] en op [naam onderbewindgestelde] de verplichting rust om een maandelijks bedrag aan abonnementskosten te betalen (in dit geval gratis bij het gekozen tarief “soms”) en, bij gebruik van de auto, een ritprijs.
3.2.
Bij dupliek neemt [gedaagde] q.q. het standpunt in dat [naam onderbewindgestelde] de app vrijwel meteen na het installeren ervan weer van zijn smartphone heeft verwijderd. De kantonrechter kan die stelling niet plaatsen in relatie tot het feit dat [naam onderbewindgestelde] op 20 september 2022 een account heeft gemaakt, met klantnummer 752077, en [naam onderbewindgestelde] een tweetal op dat account in rekening gebrachte ritten erkent (20 en 21 september 2022; zie de feiten en stellingen in deze zaak), en (in de gevoegde zaak) het gaat om een op 1 oktober 2022 (tweede, nieuw) aangemaakt account op naam van [naam onderbewindgestelde] , met klantnummer 765917, en [naam onderbewindgestelde] een twaalftal op dat account in rekening gebrachte ritten over de periode 1 tot en met 6 oktober 2022 erkent. [naam onderbewindgestelde] heeft noch in deze zaak noch in de gevoegde zaak gesteld dat hij díe ritten niet zou hebben gereserveerd. De stelling dat het account meteen na het installeren is verwijderd (hetgeen wellicht zou impliceren dat er door derden misbruik is gemaakt van zijn account), is hiermee niet te rijmen.
3.3.
Volgens Collect Car staan er een drietal facturen open.
Factuur van 7 oktober 2022
3.3.1.
Deze factuur heeft betrekking op ritkosten van 20 september 2022 tot 21 september 2022 ter hoogte van € 87,17. Bij dupliek is de verschuldigdheid ervan erkend, zodat de kantonrechter van de juistheid van deze factuur uitgaat.
Factuur van 7 december 2022
3.4.
De factuur van 7 december 2022 ziet op de doorbelasting van twee bekeuringen (van € 195,00 en € 109,00) en schade aan een leenauto (meer specifiek: € 500,00 aan eigen risico). Uit de bijgevoegde beschikkingen van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is op te maken dat de eerste overtreding is begaan op 16 november 2022 en de tweede overtreding op 17 november 2022. Uit het bijvoegde proces-verbaal van de politie maakt de kantonrechter op dat op 3 november 2022 omstreeks 9:49 uur sprake was van een verkeersongeval met materiële schade, en dat het ging om een Volkswagen Up! met kenteken [kenteken] . Bij antwoord is naar voren gebracht dat [naam onderbewindgestelde] op die bewuste data geen auto heeft gehuurd, dit onder bijvoeging van een overzicht van de data en tijdstippen waarop [naam onderbewindgestelde] naar eigen zeggen wel een leenauto zou hebben gehuurd.
Bekeuringen
3.4.1.
Collect Car heeft naar aanleiding van het verweer nagelaten te onderbouwen dat met het account van [naam onderbewindgestelde] op de data van de bekeuringen een auto is gehuurd. Zo is geen factuur met ritkosten in die periode ingebracht of enig stuk dat ziet op de reservering welke vooraf moet zijn gegaan aan het ter beschikking stellen van de leenauto. Ter vergelijking: in de gevoegde zaak heeft Collect Car wel (en uit zichzelf) reserveringen uit oktober 2022 overgelegd, zodat niet valt in te zien waarom dergelijke onderbouwing niet ook hier is gegeven. Nu kortom niet is komen vast te staan dat op 16 en of 17 november 2022 met het account van [naam onderbewindgestelde] überhaupt een auto is gereserveerd, kan niet worden uitgegaan van de juistheid van deze onderdelen van de factuur.
Schade
3.4.2.
Collect Car heeft ook nagelaten te onderbouwen dat [naam onderbewindgestelde] op 3 november 2022, de schadedatum, een auto heeft gehuurd. [gedaagde] q.q. heeft evenwel aangegeven dat de auto destijds werd bestuurd door een met naam, adres en geboortedatum genoemde derde, die de app (van [naam onderbewindgestelde] ) door “een truc” kon gebruiken. De kantonrechter vermag, zonder toelichting die niet is gegeven, niet in te zien hoe [gedaagde] q.q. aan deze persoonsgegevens van de beweerde bestuurder komt, anders dan dat het [naam onderbewindgestelde] is geweest die zijn account of de auto door deze derde heeft laten gebruiken. Bij repliek heeft Collect Car naar aanleiding van dit verweer ook het standpunt ingenomen dat [naam onderbewindgestelde] aldus zijn account aan een derde ter beschikking heeft gesteld (en dat dit voor rekening en risico van [naam onderbewindgestelde] dient te komen), en dit is bij dupliek onbetwist gebleven. Indien een en ander toch anders had gelegen, had het op de weg van [gedaagde] q.q. gelegen om bij dupliek hierop in te gaan. De kantonrechter neemt verder in aanmerking dat, voor zover bedoeld is dat misbruik is gemaakt van het account, dit geheel onderbelicht is gebleven terwijl bijvoorbeeld ook geen aangifte is gedaan (en die derde niet in vrijwaring is opgeroepen). Op basis van de enkele blote stelling dat [naam onderbewindgestelde] niet degene is geweest die de auto heeft gehuurd of bestuurd, kan de kantonrechter die vergaande gevolgtrekking niet trekken. Er is door [naam onderbewindgestelde] geen bewijsaanbod gedaan. Hiervan uitgaande, staat vast dat de schade is veroorzaakt door [naam onderbewindgestelde] of een bestuurder, die bevoegd gebruik heeft gemaakt van het account van [naam onderbewindgestelde] , waarmee [naam onderbewindgestelde] het bedrag aan eigen risico van € 500,00 moet betalen. Dit onderdeel van de factuur is juist.
Factuur van 5 januari 2023
3.5.
Deze factuur ziet op een aanmaning van een bekeuring ter hoogte van € 202,50 en op door Collect Car in rekening gebrachte administratiekosten aanmaningen ter hoogte van € 12,50, in totaal € 215,00. Uit de bijgevoegde beschikking van het CJIB is op te maken dat de overtreding is begaan op 25 september 2022 om 16.57 uur met een auto met kenteken [kenteken] . De beschikking ziet op (al) een aanmaning van de verkeersboete ter hoogte van € 205,50; dit bedrag is inclusief de eerste verhoging van € 65,50. Ten aanzien van deze factuur heeft [gedaagde] ten eerste eveneens het verweer gevoerd dat [naam onderbewindgestelde] (ook) die dag geen auto heeft gehuurd. De kantonrechter constateert dat uit de eigen opgave niet is op te maken dat [naam onderbewindgestelde] die dag een auto zou hebben gereserveerd en dat Collect Car ook hier niet heeft onderbouwd dat met het account van [naam onderbewindgestelde] die dag een auto is gehuurd. Nu niet is komen vast te staan dat met het account van [naam onderbewindgestelde] op 25 september 2022 een auto is gereserveerd, kan reeds hierom niet worden uitgegaan van de juistheid van deze factuur.
3.6.
Het vorenstaande betekent
in beginseldat [naam onderbewindgestelde] verplicht is om de factuur van
7 oktober 2022 ter hoogte van € 87,17 alsnog te betalen alsook wat betreft de factuur van
7 december 2022 een bedrag van € 500,00. De kantonrechter ziet
ambtshalveaanleiding om de betalingsverplichting van de factuur van 7 oktober 2022 te verminderen met 50%. Daartoe wordt als volgt overwogen.
3.7.
De online gesloten overeenkomst om gebruik te maken van diensten betreft een zogenaamde overeenkomst op afstand in de zin van artikel 6:230g BW. De rechter moet daarbij ambtshalve onderzoeken of aan de essentiële informatieverplichtingen is voldaan, en de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. Aan de hand van de sanctierichtlijn wordt de betalingsverplichting verminderd met 25% bij maximaal drie voldoende ernstige schendingen en met 50% bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen.
3.7.1.
Bij rechtbanken zijn meerdere vergelijkbare zaken van Collect Car aan de orde geweest, waarbij ambtshalve toetsend is geoordeeld dat niet is voldaan aan de informatieverplichtingen als bedoeld in artikel 6:230m lid 1 onder - maar niet uitsluitend - e, h, o en/of p BW in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW. Gelet hierop wordt Collect Car op voorhand ermee bekend geacht welke noodzakelijke informatie zij uit eigen beweging in de dagvaarding had moeten aanleveren. Collect Car zal daarmee niet nog in de gelegenheid worden gesteld stukken in het geding te brengen.
3.7.2.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van het product of de dienst worden weergegeven. Dit betreft de prijs inclusief alle eventuele bijkomende kosten en belastingen. Collect Car heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. Zo is niet vermeld dat de klant over de prijs nog de btw verschuldigd is. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder e BW is geschonden.
3.7.3.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h BW moet de consument erop worden gewezen dat hij het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst is voldoende dat de consument erop wordt gewezen dat hij dit recht heeft. Niet voldoende is dat deze informatie ergens op de website of in de algemene voorwaarden staat. In dat geval is de consument niet op een voldoende duidelijke wijze gewezen op de informatie. De consument moet tijdens het bestelproces op dit recht worden gewezen, zonder dat hij zelf naar de informatie op zoek moet. Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
3.7.4.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder o BW moet voor de consument duidelijk zijn hoe lang de overeenkomst loopt als deze niet tussentijds wordt opgezegd. Daarnaast moet duidelijk zijn of de overeenkomst na die periode vanzelf afloopt of doorloopt. Als de overeenkomst doorloopt dan moet ook worden vermeld op welke termijn de consument de overeenkomst daarna kan opzeggen. Informatie over de duur van de overeenkomst en de vraag of de overeenkomst vanzelf eindigt of juist doorloopt moet tijdens het bestelproces aan de consument worden verstrekt zonder dat de consument de informatie zelf moet opzoeken. Niet voldoende is dus dat deze informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Informatie over de wijze van opzeggen na het verstrijken van de eerste periode mag wel in de algemene voorwaarden worden opgenomen. Collect Car heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder o BW is geschonden.
3.7.5.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder p BW moet voor de consument duidelijk zijn voor welke periode hij ten minste aan de overeenkomst gebonden is. Duidelijk moet dus zijn tegen welk moment de consument de overeenkomst op zijn vroegst kan beëindigen. Als de overeenkomst een bepaalde minimumduur heeft waarbinnen de consument de overeenkomst niet kan opzeggen, dan moet dat duidelijk worden genoemd. Als de overeenkomst niet zo’n termijn heeft, moet duidelijk zijn welke opzegtermijn er voor de overeenkomst geldt. De consument moet tijdens het bestelproces duidelijk op deze informatie worden gewezen. Niet voldoende is dus dat de informatie ergens op de website staat of alleen in de algemene voorwaarden. Collect Car heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder p BW is geschonden.
3.7.6.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Uit de tekst moet duidelijk blijken dat de consument het recht heeft te ontbinden, binnen welke termijn de consument mag ontbinden en op welke wijze de consument van het recht gebruik kan maken. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. In het modelforumlier moeten de contactgegevens van Collect Car zijn genoemd. Collect Car heeft niet aan deze informatieverplichting voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
3.7.7.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schending van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 50%.
Conclusie ten aanzien van de hoofdsom
3.8.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] q.q. wordt veroordeeld om een bedrag van
€ 43,59 (50% van € 87,17) en een bedrag van € 500,00 aan hoofdsommen aan Collect Car te betalen, tezamen € 543,59. De vernietiging is niet van toepassing op de schade.
Wettelijke rente over de hoofdsom
3.9.
De gevorderde rente wordt toegewezen over de toewijsbare hoofdsommen vanaf de data van verzuim, omdat Collect Car genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] q.q. dat niet heeft betwist.
Buitengerechtelijke incassokosten
3.10.
De kantonrechter zal de gevorderde buitengerechtelijke afwijzen. De kantonrechter acht namelijk het beding in artikel 51 sub e van de algemene voorwaarden, dat ziet op de buitengerechtelijke incassokosten, oneerlijk. Dit beding wijkt af van de wettelijke regeling van artikel 6:96 lid 6 BW, op grond waarvan de consument pas incassokosten verschuldigd is als deze na het intreden van verzuim vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van 14 dagen en niet al als men niet of te laat betaalt.
3.11.
Omdat beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] q.q. om aan Collect Car te betalen een bedrag van € 543,59, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf data verzuim,
4.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 4.1. genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
NIv