ECLI:NL:RBLIM:2025:300

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
17 januari 2025
Zaaknummer
11201036 \ CV EXPL 24-3443
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrechtelijke geschillen tussen huurder en verhuurder over stankoverlast en huurprijsvermindering

In deze zaak, die voor de Kantonrechter in Maastricht is behandeld, heeft de eiseres in conventie, hierna te noemen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], een huurprijsvermindering van 50% gevorderd wegens stankoverlast in de door haar gehuurde woning van de gedaagde partij, Stichting Weller Wonen. De eiseres stelt dat de stankoverlast wordt veroorzaakt door het ventilatiesysteem of door de bovenburen. De gedaagde partij heeft echter betwist dat er sprake is van een gebrek en heeft een deskundige ingeschakeld die concludeerde dat het ventilatiesysteem naar behoren functioneert en geen stank waarneembaar was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de eiseres niet heeft aangetoond dat er sprake is van stankoverlast en dat er derhalve geen grond is voor huurprijsvermindering. De vorderingen van de eiseres zijn afgewezen, en zij is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft de gedaagde partij, Stichting Weller Wonen, de huurachterstand van de eiseres gevorderd, die is toegewezen. Tevens zijn er gedragsaanwijzingen opgelegd aan de eiseres wegens intimiderend gedrag.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11201036 \ CV EXPL 24-3443
Vonnis van 15 januari 2025
in de zaak van
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ,
gemachtigde: mr. D.M. Gijzen,
tegen
STICHTING WELLER WONEN,
te Heerlen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Weller,
gemachtigde: mr. R.T.L.J. Jongen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de akte van Weller, met een vermeerdering van eis in reconventie
- de mondelinge behandeling van 22 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] huurt sinds 6 december 2022 van Weller de woning aan het adres [adres 1] te [woonplaats] . Op de huurovereenkomst zijn de algemene bepalingen zelfstandige woonruimte van 20 april 2017 (hierna: de algemene bepalingen) van toepassing. De huurprijs bedraagt momenteel € 535,00 per maand (kale huur).
2.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ervaart sinds enige tijd stankoverlast die volgens haar door haar bovenburen veroorzaakt wordt.
2.3.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft bij brief van 7 mei 2024 Weller gesommeerd om binnen veertien dagen “het gebrek aan het gehuurde dat wordt veroorzaakt door stankoverlast via het gemeenschappelijk ventilatiesysteem vanuit de bovenburen” te herstellen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft in deze brief aangekondigd aanspraak te zullen maken op 50% huurprijsvermindering als herstel uitblijft.
2.4.
Weller heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bij brief van 13 juni 2024 medegedeeld dat geen sprake is van een gebrek omdat er geen stank geconstateerd is. Verder heeft Weller aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] medegedeeld dat omwonenden erover klagen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] overlast veroorzaakt. Weller heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de brief gesommeerd haar gedrag aan te passen.
2.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalt met ingang van de maand juni 2024 slechts een deel van de verschuldigde huur.
2.6.
Na dagvaarding heeft Weller een onderzoek laten verrichten door Ontsmettingsbedrijf Italiaander B.V. (hierna: Italiaander) Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2024. Italiaander heeft hiervan een rapport opgesteld dat door Weller als productie 4 overgelegd is. Italiaander heeft in dit rapport geconcludeerd dat het ventilatiekanaal in de woning van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] werkt zoals deze behoort te werken. Ook heeft Italiaander in dit rapport vermeld dat geen geur(stank) is waargenomen. Verder staat in dit rapport dat in de woning veel dingen op amateuristische wijze zijn afgekit, hetgeen gevaar en met name brandgevaar met zich brengt, aldus de rapporteur. Het rapport maakt daarbij melding van elektrische stopcontacten die zijn volgespoten met kit. Het rapport bevat foto’s waarin gekitte en met tape afgeplakte zaken te zien zijn.
2.7.
De huurachterstand tot en met de maand november 2024 bedraagt € 1.562,94.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert:
voor recht te verklaren dat met ingang van zes maanden voor de dag van dagvaarding de huur wordt verminderd met 50%, althans met ingang van een door de kantonrechter vast te stellen datum en een door de kantonrechter vast te stellen percentage, tot en met de dag dat de gebreken zijn hersteld,
Weller te veroordelen tot betaling van € 1.605,00, althans een door de kantonrechter vast te stellen bedrag,
Weller te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
3.2.
Weller voert verweer.
in reconventie
3.3.
Weller vordert na vermeerdering van haar eis:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van € 1.562,94 en alle nog opeisbaar te worden huurbetalingen, te vermeerderen met de wettelijke rente,
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag(deel) te verbieden:
- te schreeuwen, schelden en intimideren;
- eigendommen van Weller of van derden te beschadigen of vernielen;
- rond te hangen op de parkeerplaats en in het trappenhuis;
- onnodig meldingen van geuroverlast te doen,
3. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om Weller binnen drie dagen na betekening van het vonnis toegang te verlenen tot haar woning om de afgekitte zaken te (laten) herstellen;
4. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om aan Weller de kosten van herstel van de afgekitte zaken te vergoeden,
5. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding.
3.4.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert aan dat zij al sinds januari 2023 stankoverlast ervaart in de van Weller gehuurde woning. De stank heeft zij ter zitting omschreven als een chemische-/drugsgeur. De stank wordt volgens haar veroorzaakt door:
- het ventilatiesysteem (dat ondeugdelijk is of schoongemaakt moet worden) of
- de bovenburen ( [adres 2] , eveneens huurders van Weller) die met opzet stank via het ventilatiekanaal verspreiden.
In beide gevallen is volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] sprake van een gebrek dat Weller ondanks de diverse verzoeken van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet hersteld heeft. Zij vordert daarom een huurprijsvermindering van 50%.
4.2.
Weller betwist dat sprake is van een gebrek in de woning. Dat verweer slaagt. De kantonrechter legt dat hieronder uit.
4.2.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verklaart zelf dat het stinkt in de woning en verder heeft zij enkele verklaringen overgelegd van personen die in haar woning zijn geweest en verklaren ook stank geroken te hebben. Zo verklaart [naam 1] (productie 2 bij dagvaarding) een “vieze, penetrante lucht in de woonkamer” te ruiken. [naam 2] (productie 3 bij dagvaarding) zegt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] “stank in haar woning” heeft. [naam 3] heeft twee verklaringen afgelegd. In de ene verklaring (productie 4 bij dagvaarding) rept hij nog tamelijk neutraal over “een baklucht” maar in de later overgelegde verklaring (productie 7) maakt hij er melding van dat een “penetrante geur in de gang sterk aanwezig is”. Verder verklaart [naam 4] (productie 8) dat het “een onbekende chemische geur is, ietwat zoetig, maar niet richting schoonmaakmiddelen”. De lucht doet hem denken aan de geur die hij wel eens rook in operatiekamers toen hij daar nog werkte.
4.2.2.
Daar staat tegenover dat [naam 5] en [naam 6] , de personen die namens Weller de woning van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hebben bezocht, geen stank waargenomen hebben. Ook mevrouw [naam ambulant begeleider] , ambulant begeleider van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft geen vreemde geur geconstateerd. Daarnaast heeft de door Weller ingeschakelde deskundige Italiaander evenmin stank geroken.
4.2.3.
Opvallend is dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet betwist dat het niet stonk in haar woning op de momenten dat [naam 5] , [naam 6] en [naam ambulant begeleider] haar bezocht hebben. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft ter zitting hiervoor de volgende opmerkelijke verklaring gegeven:
Haar bovenburen hebben in de badkamer een apparaat, waarmee zij stank via het ventilatiekanaal naar haar woning spuiten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt geen privacy te hebben en daardoor weten haar bovenburen wanneer zij bezoek heeft. Op die momenten zetten de bovenburen het apparaat uit, aldus [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] .
4.2.4.
De kantonrechter merkt ten aanzien van deze verklaring op dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] hiermee niet heeft kunnen uitleggen waarom [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] wel een baklucht/ penetrante of chemische geur zouden hebben geroken. Immers ook tijdens het bezoek van deze personen zouden de bovenburen dan het apparaat uit hebben kunnen zetten. Ook is het onnavolgbaar dat de woning tijdens de bezoeken van [naam 5] , [naam 6] en [naam ambulant begeleider] niet stonk doordat de bovenburen het apparaat uitgezet zouden hebben. Immers ook dan blijft normaal gesproken eventuele stank nog gedurende enige tijd in de woning hangen. De kantonrechter heeft door deze vreemde verklaring van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veel twijfels over de gegrondheid van de door haar gestelde stankklachten. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dus niet aangetoond dat er sprake is van stankoverlast in haar woning. De vordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is dus alleen daarom al niet toewijsbaar.
4.2.5.
Maar zelfs als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] wel gelijk heeft en het dus wel degelijk stinkt in haar woning, dan nog is er geen sprake van een gebrek in de zin van art. 7:204 BW. Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is er sprake van een gebrek in de zin art. 7:204 BW omdat de stank wordt veroorzaakt door een gebrekkig ventilatiekanaal in de woning en/of doordat haar bovenburen die stank veroorzaken en Weller tegen deze huurders geen actie onderneemt. Beide redenen die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geeft, treffen geen doel. De stank wordt immers niet veroorzaakt door het ventilatiesysteem. Dat systeem is namelijk onderzocht door Italiaander en uit dat onderzoek blijkt dat dit systeem lucht in de woning afzuigt. De onderzoeker van Italiaander heeft dat geconstateerd aan de hand van een test met een vlam: de vlam werd naar binnen, het ventilatiekanaal in gezogen. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] was bij dit onderzoek aanwezen en zij betwist niet dat dit tijdens het onderzoek is geconstateerd. Aangezien het ventilatiekanaal de lucht uit haar woning afzuigt, kan via dit kanaal dus geen stank haar woning naar binnen geblazen worden. Hieruit volgt dan tevens dat de theorie van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat haar bovenburen met een apparaat (waarvan Weller betwist dat dit bestaat) stank via dit kanaal haar woning inblazen, geen goede verklaring kan zijn van de stank die zij stelt te ruiken. Toch blijft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] volhouden dat haar bovenburen verantwoordelijk zijn voor de stank in haar woning. Waar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] die overtuiging op baseert, kan zij niet uitleggen.
4.3.
De kantonrechter heeft overwogen om in deze zaak een deskundige te benoemen. Daartoe zal niet worden overgegaan omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet heeft aangetoond dat het stinkt in haar woning en omdat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ’s verhaal dat de stank in haar woning wordt veroorzaakt door haar bovenburen te ongeloofwaardig, althans te weinig onderbouwd is. Het is in wezen niet meer dan een (niet aannemelijke) theorie die [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft. Onder die omstandigheden ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding voor een onderzoek naar de vraag of en op welke wijze de stank in de woning van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door haar bovenburen wordt veroorzaakt.
4.4.
Omdat er geen sprake is van een gebrek in de woning, is er geen grond voor een huurprijsvermindering. De door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde verklaring voor recht zal dus afgewezen worden.
4.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert Weller te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 1.605,00. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] baseert dit bedrag op een vermindering van de huurprijs in de periode van zes maanden voorafgaand aan de dagvaarding. Aangezien er geen grond is voor huurprijsvermindering, zal dit onderdeel van de vordering ook afgewezen worden.
4.6.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Weller worden begroot op:
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
Totaal
408,00
4.7.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
in reconventie
de huurachterstand
4.8.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betaalt sinds juni 2024 slechts een gedeelte van de overeengekomen huurprijs omdat zij meent recht te hebben op huurprijsvermindering. In conventie is echter geoordeeld dat er geen sprake is van een gebrek. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] kan dan niet met succes aanspraak maken op huurprijsvermindering. De huurachterstand tot en met november 2024 bedraagt hierdoor
€ 1.562,94. Dat blijkt uit het overzicht dat Weller als productie 9 overgelegd heeft. Dit door Weller gevorderde bedrag zal dus worden toegewezen. De wettelijke rente over dit bedrag zal worden toegewezen vanaf telkens de eerst dag van de maand waar de huurachterstand betrekking op heeft tot de dag van betaling.
4.9.
Ook de vordering van Weller om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen tot betaling van de maandelijkse huur met ingang van december 2024 zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf telkens de eerste dag van de maand tot de dag van betaling.
de gedragsaanwijzing
4.9.1.
Weller vordert dat het [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verboden moet worden te schreeuwen en te schelden. Een dergelijk verbod zou opgelegd kunnen worden als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] regelmatig dit gedrag vertoond heeft. Weller stelt weliswaar dat uit klachten blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] schreeuwt en scheldt naar andere huurders, maar [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat. Aangezien uit de door Weller overgelegde verklaringen niet blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] naar andere huurders schreeuwt en scheldt, is niet vast komen te staan dat zij dergelijk gedrag vertoond heeft. Er is dan ook geen grond om haar op dit aspect een gedragsaanwijzing te geven.
4.9.2.
De vordering om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te verbieden rond te hangen op de parkeerplaats en in het trappenhuis is eveneens niet toewijsbaar. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] huurt van Weller een woning in het betreffende complex (met parkeerplaats), inclusief het trappenhuis. Het kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet verboden worden daar rond te hangen. Dit geldt ook voor het verbod om te verblijven in de berging. De berging hoort bij het gehuurde en het kan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet verboden worden om in de berging te verblijven. Dit zou anders kunnen zijn als [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daar ook zou overnachten, maar dat is niet het geval.
4.10.
Weller vordert om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te verbieden eigendommen van Weller en derden te beschadigen. Dit onderdeel is toewijsbaar voor wat betreft de eigendommen van Weller. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft zich al eens eerder schuldig gemaakt aan beschadiging daarvan doordat zij met een pan de voordeur van de huurwoning van de bovenburen heeft beschadigd. Zonder nadere toelichting van Weller valt niet in te zien waarom [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een gedragsaanwijzing opgelegd zou moeten worden voor wat betreft de eigendommen van derden. Weller heeft dat niet uitgelegd en op dat punt niet voldaan aan haar stelplicht.
4.10.1.
Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] intimiderend gedrag vertoond heeft, staat naar het oordeel van de kantonrechter wel vast. Zo heeft zij erkend met een pan de voordeur van de huurwoning van de bovenburen beschadigd te hebben. Ook staat vast dat zij de broer van de bovenbuurvrouw bedreigd heeft, want [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft dit niet (specifiek genoeg) betwist. Daarnaast verklaren zowel de bovenbuurvrouw als de voormalige buurvrouw van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] blijft staren/aankijken op indringende wijze. Ook dit heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet concreet betwist.
Door dit gedrag is de buurvrouw van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verhuisd en op dit moment durft de bovenbuurvrouw niet in haar huurwoning te verblijven. Het is evident [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar gedrag moet aanpassen en daarom is de gedragsaanwijzing toewijsbaar. De kantonrechter is het deels eens met de kritiek van mr. Gijzen dat het verbod zeer algemeen geformuleerd is, maar dat bezwaar heeft Weller voldoende overtuigend gepareerd met de toezegging dat een dwangsom alleen opgelegd zal worden als uit een geregistreerde melding van de politie blijkt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] intimiderend gedrag vertoond heeft.
4.11.
De vordering om het [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te verbieden onnodig meldingen van geuroverlast te doen, zal eveneens worden toegewezen.
4.12.
Aan de op te leggen gedragsaanwijzing zal de kantonrechter de door Weller gevorderde dwangsom opleggen van € 100,00 per dag(deel) dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet voldoet aan de gedragsaanwijzing. De dwangsom zal worden gemaximeerd tot € 2.000,00.
afgekitte zaken en toegang tot de woning
4.13.
Weller voert aan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] een (brand)gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan in haar woning doordat zij zaken heeft afgekit. Weller wijst in dat verband op het rapport van Italiaander. Ook voert Weller aan dat het afkitten van het ventilatiekanaal kans geeft op schimmelvorming en vochtproblemen. Volgens Weller is het afkitten van zaken in strijd met artikel 2.1 van de huurovereenkomst waarin staat dat de huurder het gehuurde zal gebruiken en onderhouden zoals het een goed huurder betaamt. Ook beroept Weller zich op art. 4.1. van de algemene bepalingen. Daarin staat dat het huurder niet is toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder veranderingen/toevoegingen aan te brengen, tenzij deze aan het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt kunnen worden.
4.14.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist niet dat zij het ventilatiekanaal heeft afgekit. Haar verweer dat zij dit bij het einde van de huur zal herstellen, slaagt niet. Het is zonder meer duidelijk dat het dichtkitten van een ventilatiekanaal kan leiden tot vochtproblemen en schimmelvorming in de woning. Met herstel kan dus niet gewacht worden tot het einde van de huurovereenkomst. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal daarom worden veroordeeld om Weller binnen drie dagen na betekening van dit vonnis toegang te verlenen tot de woning om het afgekit ventilatiekanaal te (laten) herstellen. Ook zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] veroordeeld worden tot betaling aan Weller van de kosten van dit herstel.
4.15.
Voor het overige zal de vordering van Weller afgewezen worden op grond van de volgende overwegingen.
4.15.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist dat sprake is van een brandgevaarlijke situatie. Dit verweer slaagt. Volgens Weller levert het volspuiten van een stopcontact met kit tot een brandgevaarlijke situatie. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] betwist echter dat zij dit gedaan heeft. De kantonrechter stelt vast dat op de foto’s van afgekitte zaken die Italiaander bij haar rapport gevoegd heeft, geen stopcontact te zien is dat met kit volgespoten is. Weller heeft dus de gestelde brandgevaarlijke situatie ten aanzien van het stopcontact niet aangetoond.
4.15.2.
Voor wat betreft de overige afgekitte/met tape afgeplakte zaken, valt niet in te zien waarom er sprake zou zijn van een (brand)gevaarlijke situatie. Weller heeft dat verder ook niet toegelicht. De verwijzing naar het rapport van Italiaander is onvoldoende onderbouwing. Anders dan Weller stelt is Italiaander op het punt van brandgevaar namelijk geen deskundige. Het is immers een ontsmettingsbedrijf. Ook op de andere aangevoerde grondslagen is de vordering van Weller voor wat betreft herstel van deze zaken niet toewijsbaar. Het gaat hier namelijk om veranderingen/toevoegingen die aan het einde van de huur zonder noemenswaardige kosten ongedaan gemaakt kunnen worden. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft voor die veranderingen/toevoegingen dan ook geen voorafgaande toestemming van Weller nodig. Dat blijkt uit art. 4.1. van de algemene bepalingen. Dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] door het afplakken/afkitten van zaken het gehuurde niet gebruikt/onderhoud zoals het een goed huurder betaamt, is geen grond om [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] nu te veroordelen om Weller toe te laten tot herstel van deze zaken. Dat herstel kan namelijk plaatsvinden aan het einde van de huur. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zal dan het gehuurde moeten opleveren in de staat waarin zij het gehuurde heeft geaccepteerd en dat houdt in dat zij dan de tape en kit moet verwijderen.
proceskosten
4.16.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van Weller worden begroot op:
- salaris gemachtigde
204,00
(2 punten × factor 0,5 × € 204,00)
Totaal
204,00
4.17.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] af,
5.2.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten van € 408,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.3.
verklaart onderdeel 5.2. uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling aan Weller van € 1.562,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf telkens de eerste dag van de maand waarop deze huurachterstand betrekking heeft tot de dag van betaling,
5.5.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling van de maandelijks verschuldigde huur met ingang december 2024, zodra deze opeisbaar is, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf telkens de eerste dag van de maand tot de dag van betaling,
5.6.
verbiedt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om:
- in en rond het gehuurde intimiderend gedrag te vertonen
- eigendommen van Weller te beschadigen of vernielen
- onnodig meldingen van geuroverlast te doen
5.7.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om aan Weller een dwangsom te betalen van € 100,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat zij niet aan onderdeel 5.6. voldoet, tot een maximum van € 2.000,00 is bereikt,
5.8.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om Weller binnen drie dagen na betekening van dit vonnis toegang te verlenen tot haar woning om het afgekit ventilatiekanaal te (laten) herstellen,
5.9.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om aan Weller de kosten van herstel van het afgekit ventilatiekanaal te vergoeden,
5.10.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten van € 204,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 15 januari 2025.
RW