ECLI:NL:RBLIM:2025:2957

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
NL:TZ:0000294660:B001
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om beloning voor verhuizing door bewindvoerder afgewezen

Op 27 maart 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg een beschikking gegeven op het verzoek van Driepas Bewindvoering Voorjans B.V. om een beloning vast te stellen voor de verhuizing van een betrokkene. De betrokkene, geboren in 1988, was verhuisd na het beëindigen van zijn detentie naar een forensische zorginstelling. De bewindvoerder heeft administratieve taken uitgevoerd, zoals het doorgeven van adreswijzigingen en het aanvragen van bijstand. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verzochte beloning niet kan worden toegekend, omdat de werkzaamheden die de bewindvoerder heeft verricht, onder de normale taken van een bewindvoerder vallen. Volgens de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is een beloning voor verhuizing alleen van toepassing als de betrokkene zelf niet in staat is om deze taken uit te voeren en er geen mentor aanwezig is. De kantonrechter heeft de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 februari 2025 niet gevolgd, waarin werd gesteld dat de bewindvoerder recht heeft op beloning als er geen mentor is. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de administratieve handelingen die de bewindvoerder heeft verricht, niet onder de werkzaamheden vallen waarvoor een beloning kan worden toegekend. Daarom is het verzoek afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Toezicht
Locatie Maastricht
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000294660:B001
CBM-nummer
:
BM400649
beschikkingsnummer
:
1
datum
:
27 maart 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:

Driepas Bewindvoering Voorjans B.V.,Postbus 2733, 6201 JA Maastricht,Kamer van Koophandel-nummer 86801406,

hierna te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:

[betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,wonende te [adres] , [woonplaats] ,hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 18 maart 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

het verzoek

Verzoeker verzoekt de kantonrechter om een beloning toe te kennen voor een
verhuizing en licht het verzoek als volgt toe.
Betrokkene is verhuisd nadat zijn detentie is beëindigd. Betrokkene is per 24 februari
2025 verhuisd naar inrichting (Mondriaan Forensische Zorg). Hierdoor heeft
verzoeker de volgende werkzaamheden moeten verrichten: Adres wijzigingen bij
instanties doorgegeven. Verzekeringen nagelopen Bijstand en bijzondere bijstand
aangevraagd (verhuisd naar andere gemeente) Communicatie met begeleiding en
cliënt over benodigdheden, etc.

De beoordeling

Op grond van artikel 3, vijfde lid, aanhef en onder b, van de Regeling beloning
curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling beloning) – voor zover
hier relevant – kent de kantonrechter naast de jaarbeloning in voorkomende gevallen,
in geval er geen mentor is, een forfaitaire beloning toe voor een verhuizing
In de artikelsgewijze toelichting bij de Regeling beloning (Staatscourant 2014, nr.
32149, p. 14) staat bij artikel 3, vijfde lid, onder b, vermeld:
“De werkzaamheden in
het kader van een verhuizing vallen in beginsel onder de taak van de mentor. Daarom
dient een beloning voor werkzaamheden in het kader van een verhuizing alleen te
worden toegekend indien de rechthebbende daartoe zelf niet in staat is en er geen
mentor is die de verhuizing kan regelen.”
In de Aanbevelingen meerderjarigenbewind (vastgesteld op 31 januari 2023) staat in
paragraaf C8 over de beloning bij verhuizing vermeld:
“Ten aanzien van de extra
beloning in verband met verhuizen geldt dat dit een beloning is voor de inspanningen
die een bewindvoerder verricht ten aanzien van de feitelijke verhuizing van de
betrokkene. Daarbij kan gedacht worden aan de bewindvoerder die een verhuisbedrijf
moet inschakelen, die een schoonmaakploeg moet inhuren en dergelijke, omdat de
betrokkene en zijn sociale omgeving of mentor dit niet zelf kunnen regelen. De
bewindvoerder moet vermelden waarom de betrokkene dit niet zelf kan. De
administratieve werkzaamheden die gepaard gaan met een verhuizing horen tot de
normale taak van een bewindvoerder.”
Uit bovenstaande blijkt dat de verzochte forfaitaire verhuiskostenvergoeding met name bedoeld is voor werkzaamheden die in eerste instantie door rechthebbende zelf moeten worden uitgevoerd. Als dat niet kan, dan is het aan de mentor, en pas als die er niet is, is het aan de bewindvoerder om de verhuiswerkzaamheden te (laten) verrichten. Uit de artikelsgewijze toelichting op de Regeling beloning volgt dat de bewindvoerder geen recht heeft op de beloning als er een mentor is die de verhuizing kan regelen. Ook in die situatie moet de bewindvoerder administratieve werkzaamheden rondom de verhuizing verrichten. Het gaat hier kortom dus niet om een beloning voor de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten als een cliënt verhuist.
De kantonrechter gaat hiermee voorbij aan de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 februari 2025 (ECLI:NL:GHARL:2025:563). In deze uitspraak heeft het Hof geoordeeld dat zodra er sprake is van een verhuizing en er geen mentor is die betrokkene bij de verhuizing kon ondersteunen de bewindvoerder de aangewezen persoon is om dat te doen en dat dan de betreffende forfaitaire beloning wordt toegekend. Anders dan het Hof is de kantonrechter namelijk van oordeel dat de administratieve handelingen die een bewindvoerder altijd dient te verrichten bij de verhuizing van een cliënt (of er nu wel of geen mentor is) vallen onder de standaardwerkzaamheden van een bewindvoerder en daarmee niet onder de werkzaamheden vallen waarvoor de regeling een beloning bij verhuizing toekent.
Nu verzoeker geen andere werkzaamheden dan de genoemde administratieve handelingen heeft gesteld, wordt niet voldaan aan voornoemd criterium. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2025.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.