3.1.[eiser] vordert:
voor recht te verklaren dat Witran toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst met [eiser] ,
voor recht te verklaren dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] een onrechtmatige daad hebben gepleegd jegens [eiser] ,
voor recht te verklaren dat op de arbeidsverhouding tussen Witran en [eiser] de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf (hierna: de cao) van toepassing is,
voor recht te verklaren dat op de arbeidsverhouding tussen Witran en [eiser] de bedrijfstak (PMT-)pensioen- en overige verplicht gestelde regelingen dienen te worden toegepast en dat Witran verplicht is om [eiser] aan te melden als deelnemer van die regelingen, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
Witran c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van:
a. het netto-equivalent van in totaal € 24.443,40 brutoloon (periode maart 2018 t/m oktober 2019)
b. een nettoloon bedrag van € 23.156,16 (periode november 2019 t/m augustus 2023)
c. € 23.799,78 wettelijke verhoging over a. en b.,
6. Witran te veroordelen om nieuwe loonstroken over de periode 2018 tot en met heden van zijn fulltime dienstverband uit te reiken, waaruit blijkt dat de cao correct is toegepast en waarin tevens de verplichtingen voortvloeiend uit de verplichte pensioenfonds- en overige aanmeldingen correct zijn nagekomen,
7. Witran c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan [eiser] te voldoen:
a. de op grond van de nieuwe loonstroken “verplichte nog netto resterende cao-verplichtingen (lees: en salaris- en pensioenverplichtingen) van Witran B.V. aan [eiser] over de periode 2018 tot en met heden”,
b. de daarover verschuldigde wettelijke verhoging van 50%
8. Witran c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over al het achterstallig loon vanaf de dag van verschuldigdheid tot de dag van betaling, te verminderen met de reeds betaalde bedragen (2 x € 5.789,04),
9. Witran c.s hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten “p.m. te bepalen”,
10. Witran c.s. hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de proceskosten, executiekosten en nakosten.