LuSt stelt dat er tussen haar en [gedaagde] een (mondelinge) overeenkomst tot stand is gekomen betreffende de (ver)koop van onroerend goed in eigendom van [gedaagde] . LuSt vordert uit dien hoofde dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair• zal verklaren voor recht dat er tussen LuSt en [gedaagde] een overeenkomst tot stand is gekomen voor de verkoop en levering van het pand gelegen aan de [adres] te [plaats] inclusief zes parkeerplaatsen tegen betaling van € 415.000,- onder de voorwaarde dat er door de gemeente een positief principeakkoord wordt afgegeven;
• voornoemde overeenkomst partieel zal ontbinden voor wat betreft de levering en betaling van de zes parkeerplaatsen, in die zin dat de parkeerplaatsen niet meer geleverd hoeven te worden en de koopprijs verminderd wordt met een bedrag dat begroot wordt op een wijze die het meest met de aard daarvan in overeenstemming is ex artikel 6:97 BW (voor zover mogelijk in het licht van een nog nader in te dienen akte), althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans een nader bij staat op te maken bedrag in een schadestaatprocedure, dan wel de gevolgen van de overeenkomst te wijzigen ten aanzien van de levering van de zes parkeerplaatsen en daarbij het door LuSt geleden en te lijden nadeel op te heffen, in die zin dat eveneens de parkeerplaatsen niet meer geleverd hoeven te worden en de koopprijs verminderd wordt met een bedrag ter opheffing van het nadeel dat door LuSt dienaangaande wordt geleden, door de rechtbank te begroten op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is ex artikel 6:97 BW (voor zover mogelijk in het licht van een nog nader in te dienen akte), althans een door de rechtbank in goede
justitie te bepalen bedrag, althans een nader bij staat op te maken bedrag in een schadestaatprocedure, althans een oordeel te vellen dat de rechtbank in goede justitie vermeent te bepalen ter opheffing van het nadeel;
• [gedaagde] zal veroordelen tot nakoming van de overeenkomst, nadat een positief principeakkoord van de gemeente door LuSt is verkregen, binnen twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis, dan wel te bepalen dat het vonnis van de rechtbank in de plaats treedt van de notariële akte tot levering indien de medewerking niet vrijwillig wordt verleend, dan wel een oordeel dat de rechtbank in goede justitie vermeent te bepalen;
• [gedaagde] zal veroordelen tot betaling van schade voor zover dit niet reeds verdisconteerd is in een van de voornoemde posten;
Subsidiair
• [gedaagde] zal veroordelen tot het dooronderhandelen over de koopovereenkomst met LuSt aangaande het pand, met betrekking tot de prijs en eventuele andere onderwerpen indien komt vast te staan dat daarover nog geen overeenstemming zou zijn bereikt, waarbij rekening wordt gehouden met een door een onafhankelijk deskundige vast te stellen (ver)koopprijs;
Meer-subsidiair
• [gedaagde] zal veroordelen om binnen vijf dagen na het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot betaling aan LuSt, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het positief contractsbelang te weten een bedrag van € 343.114,32, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vermeent te bepalen, dan wel [gedaagde] te veroordelen om binnen vijf dagen na het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot betaling aan LuSt, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, van het negatief contractsbelang, te weten een bedrag van € 1.632,72, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vermeent te bepalen;
In alle gevallen
• [gedaagde] zal veroordelen in de beslagkosten ad € 468,51 alsook in de buitengerechtelijke kosten ad € 468,60 met veroordeling van gedaagde, eveneens voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van dit geding, met inbegrip van de nakosten zoals genoemd in artikel 27 lid 4 Rv, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het tijdstip dat gedaagde in verzuim is deze kosten te voldoen.