ECLI:NL:RBLIM:2025:2139

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
7 maart 2025
Zaaknummer
C/03/335789 / HA ZA 24-491
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident ex artikel 22 Rv. Verzoek tot beperkte kennisneming van producties in een civiele procedure

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, betreft het een incident dat is ingediend door de besloten vennootschap Bontrup Vastgoed Ontwikkeling B.V. tegen de Provincie Limburg. Bontrup verzoekt om beperkte kennisneming van bepaalde producties die door de Provincie zijn ingediend, op grond van een geheimhoudingsplicht die voortvloeit uit de Wet Bibob. De rechtbank heeft op 26 februari 2025 uitspraak gedaan in dit incident. De Provincie Limburg heeft producties ingediend die vertrouwelijke adviezen van het Landelijk Bureau Bibob bevatten, en verzoekt de rechtbank om kennisneming van deze stukken te beperken tot de rechter zelf. Bontrup stelt dat de gegevens niet relevant zijn voor de beoordeling van de opschortingsbevoegdheid en dat de Provincie de gegevens niet aan hen mag verstrekken. De rechtbank oordeelt dat er gewichtige redenen zijn voor beperkte kennisneming en dat de geheimhoudingsplicht van toepassing is. De rechtbank beslist dat de rechter kennis zal nemen van de producties, maar dat Bontrup als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het incident moet worden veroordeeld. De zaak wordt verwezen naar een andere kamer voor verdere behandeling in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/335789 / HA ZA 24-491
Vonnis in incident van 26 februari 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BONTRUP VASTGOED ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Landhorst, gemeente Land van Cuijk,
eisende partij in de hoofdzaak,
verwerende partij in het incident,
advocaat mr. R.E. Izeboud,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
PROVINCIE LIMBURG,
zetelend te Maastricht,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
eisende partij in het incident,
advocaat mr. R.T.L.J. Jongen.
Partijen zullen hierna Bontrup en de Provincie genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 15 januari 2025,
  • de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Aan de orde is de vraag of in onderhavig geval sprake is van gewichtige redenen op grond waarvan het gerechtvaardigd is dat uitsluitend de rechter kennis zal mogen nemen van de separaat in geding gebrachte producties 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 en 16 door de Provincie. Deze producties omvatten een drietal adviezen van het Landelijk Bureau Bibob (hierna: LLB) en een aantal andere gegevens met betrekking tot Bontrup die de Provincie heeft verkregen met het oog op de toepassing van de Wet Bibob.
2.2.
De door de Provincie aan haar verzoek tot beperkte kennisneming ten grondslag gelegde geheimhoudingsplicht is neergelegd in artikel 28 lid 1 van de Wet Bibob. Op grond van die bepaling is eenieder die krachtens deze wet de beschikking krijgt over gegevens met betrekking tot een derde, verplicht tot geheimhouding daarvan. Één van de uitzonderingen op deze geheimhoudingplicht betreft de mogelijkheid om de gegevens aan de rechter ter kennis te stellen.
2.3.
Bontrup stelt dat op grond van het tweede lid onder a en b van artikel 28 Wet Bibob de betreffende gegevens wel verstrekt mogen worden aan de betrokkene zelf of aan de derde die in de motivering wordt genoemd. Verder stelt Bontrup dat het drietal adviezen van het LBB en de andere door de Provincie verkregen gegevens niet de grondslag vormden voor de opschorting van de overeenkomst tussen partijen die het onderwerp is van de discussie tussen partijen in deze procedure en daarom buiten beschouwing gelaten kunnen worden.
2.4.
De rechtbank dient het verzoek van de Provincie tot beperkte kennisneming van producties te toetsen met inachtneming van de onder rechtsoverweging 2.2. weergegeven geheimhoudingsplicht die uit de Wet Bibob volgt. Dat de geheimhoudingsplicht ziet op de stukken ten aanzien waarvan de Provincie een beperkte kennisneming betoogt, staat vast. Dit maakt dat het verzoek van de Provincie slechts kan worden afgewezen als er, naast de uitzondering dat de rechter kennis mag nemen van de stukken, nog een andere uitzonderingen op de geheimhoudingsplicht geldt.
2.5.
Juist is dat het de Provincie op grond van artikel 28 lid 2 Wet Bibob is toegestaan de gegevens door te geven aan de betrokkene, maar uitsluitend voor zover dit noodzakelijk is ter motivering van de naar aanleiding van het advies te nemen beslissing (sub a). De Provincie stelt terecht dat die noodzaak ontbreekt, omdat de Provincie uiteindelijk een voor Bontrup positief besluit heeft genomen en medewerking heeft verleend aan de notariële levering. Er bestond daarom geen noodzaak voor de Provincie dat positieve besluit jegens Bontrup te motiveren met in het kader van de Wet Bibob verkregen gegevens.
2.6.
De stelling van Bontrup dat de betreffende gegevens niet relevant zijn voor de beoordeling van de opschortingsbevoegdheid, heeft geen betrekking op een mogelijke uitzondering op de geheimhoudingsplicht en kan daarom niet leiden tot afwijzing van het verzoek van de Provincie.
2.7.
De conclusie is dat een beperkte kennisneming van producties 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 en 16 gerechtvaardigd is. Daarop vooruitlopend heeft Bontrup geen toestemming verleend om mede op grondslag van die producties uitspraak te doen (artikel 22 lid 6 Rv (oud)). De zaak zal daarom worden verwezen naar een andere kamer, in die zin dat de rechter die de beslissing in dit incident heeft genomen, niet ook zal worden belast met de behandeling van de hoofdzaak.
2.8.
Bontrup zal als de in het ongelijk gestelde partij moeten worden veroordeeld in de kosten van dit incident. De rechtbank ziet echter geen aanleiding om de opmerkingen van de Provincie over de beperkte kennisneming van de stukken in de conclusie van antwoord, naast het nemen van de conclusie van antwoord als zodanig, apart te waarderen voor wat betreft het salaris advocaat. De kosten worden daarom begroot op nihil.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
bepaalt dat uitsluitend de rechter kennis zal nemen van producties 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 13, 14, 15 en 16 van de Provincie,
3.2.
veroordeelt Bontrup in de proceskosten, die worden begroot op nihil,
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van
12 maart 2025voor opgave verhinderdata partijen over de maanden april tot en met september 2025.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.R.M. de Bruijn en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2025. [1]

Voetnoten

1.type: RJ