Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1 en 2] ,
2.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 1 en 2],
3.
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3],
1.De procedure
- de antwoordakte van AZM van 24 januari 2024,
- de akte uitlating na tussenvonnis van [gedaagden in conventie, eiseressen in conventie] van 24 januari 2024,
- de antwoordakte van AZM van 20 maart 2024,
2.De verdere beoordeling
[naam deskundige] (hierna: [naam deskundige] ) als deskundige te benoemen, over de voorgestelde vraagstelling aan [naam deskundige] en de omvang van de kosten.
“kopieën van het klinische dossier, en brieven, rapportages en onderzoeksbevindingen gedateerd tussen 17 mei 2022 en 19 december 2005 (conform overzicht bijlagen in de brief d.d. 5 februari 2007 van Veduma (…)”. In dit ‘overzicht bijlagen’ [1] staan vooral schriftelijke stukken vermeld en daarnaast “onderzoeksbevindingen van 4 december 2002”. Of hiertoe beelden van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] behoord hebben of verslagen naar aanleiding van beeldvorming kan de rechtbank niet vaststellen. De beoordeling van het geschil dient plaats te vinden op basis van alle relevante medische informatie over [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] . De rechtbank acht het daarom van belang dat een deskundige bij de beantwoording van de vragen ook kennis neemt van deze cd-rom uit 2012, 2013 en 2017. Het is aan [gedaagden in conventie, eiseressen in conventie] om die beelden te zijner tijd aan de deskundige ter beschikking te stellen, met een kopie aan AZM.
Wilt u aangeven of het door u berekende percentage van toepassing is op alle door u vastgestelde stoornissen of dat (ook) sprake is van ontwikkelingsstoornissen die niet verband houden met de overdosering en waarop het door u berekende percentage dus niet van toepassing is?”. Dit om te voorkomen dat als vaststaand feit alle ontwikkelingsstoornissen automatisch (volgens een bepaald toerekeningspercentage) aan de medische fout gekoppeld worden, terwijl onduidelijk is welke stoornissen nu aan de orde zijn en dus ook of voor die stoornissen (steeds) geldt dat sprake is van een mogelijk verband met de gemaakte fout.
De rechtbank heeft vraag 5 naar aanleiding van diverse opmerkingen van AZM deels aangepast, waardoor de oorspronkelijk voorgesteld vraag 7 komt te vervallen. De gewijzigde vraag 5 komt als volgt te luiden:
B) Deelt u, gelet op eventuele door u vastgestelde ontwikkelingsstoornis(sen) van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] , alle nieuwe wetenschappelijke onderzoeksresultaten sinds 2008 en eventuele door partijen nieuw aangereikte medische informatie met betrekking tot [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] waarover [naam deskundige] mogelijk in 2008 niet beschikte, de opvatting van [naam deskundige] zoals verwoord in zijn rapport uit 2008 dat de magnesiumoverdosering voor circa 50% heeft bijgedragen aan de ontwikkelingsstoornissen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] en de extreme pre-dysmaturiteit voor de andere 50%?
Zo nee, van welk percentage gaat u uit en waarom?
C) Wilt u aangeven of het door u berekende percentage van toepassing is op alle door u vastgestelde stoornissen of dat (ook) sprake is van ontwikkelingsstoornissen die niet verband houden met de overdosering en waarop het door u bekende percentage dus niet van toepassing is?
B) Deelt u, gelet op eventuele door u vastgestelde ontwikkelingsstoornis(sen) van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] , alle nieuwe wetenschappelijke onderzoeksresultaten sinds 2008 en eventuele door partijen nieuw aangereikte medische informatie met betrekking tot [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] waarover [naam deskundige] mogelijk in 2008 niet beschikte, de opvatting van [naam deskundige] zoals verwoord in zijn rapport uit 2008 dat de magnesiumoverdosering voor circa 50% heeft bijgedragen aan de ontwikkelingsstoornissen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie sub 3] en de extreme pre-dysmaturiteit voor de andere 50%?
Zo nee, van welk percentage gaat u uit en waarom?
C) Wilt u aangeven of het door u berekende percentage van toepassing is op alle door u vastgestelde stoornissen of dat (ook) sprake is van ontwikkelingsstoornissen die niet verband houden met de overdosering en waarop het door u bekende percentage dus niet van toepassing is?
Zo ja, wilt u zijn benadering nader toelichten?
13 december 2023 in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aantal verzekeringsgeneeskundige(n) en arbeidsdeskundige(n), de persoon van de deskundige(n), de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen en de omvang van de kosten.
3.De beslissing
dr. F. Groenendaal zodra de rechtbank zijn reactie en offerte heeft ontvangen en deze aan partijen heeft toegezonden,
5 februari 2025.
AP