ECLI:NL:RBLIM:2025:2110

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 maart 2025
Publicatiedatum
7 maart 2025
Zaaknummer
11321556 \ CV EXPL 24-4869
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkosten door zorgverzekeraar tegen bewindvoerder

In deze zaak heeft VGZ Zorgverzekeraar N.V. (hierna: VGZ) een vordering ingesteld tegen Exquis Bewindvoering B.V. (hierna: Exquis bewindvoering q.q.) in de hoedanigheid van bewindvoerder van een onderbewindgestelde. De procedure is gestart met een dagvaarding op 18 september 2024, waarin VGZ betaling van openstaande zorgkosten en premies vorderde. De onderbewindgestelde had een zorgverzekeringsovereenkomst met VGZ, maar Exquis bewindvoering q.q. heeft na meerdere betalingsherinneringen nagelaten om de openstaande bedragen te voldoen. VGZ had eerder al een vordering tot betaling van € 500,00 ingesteld, welke door de kantonrechter was toegewezen, maar het restant van de schuld bleef onbetaald.

In het geschil vorderde VGZ een bedrag van € 3.038,03, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Exquis bewindvoering q.q. erkende de vordering, maar stelde dat er geen betalingsregeling getroffen kon worden vanwege beslag op het inkomen van de onderbewindgestelde. De kantonrechter heeft de vordering van VGZ gedeeltelijk toegewezen. De gevorderde hoofdsom werd erkend en toegewezen, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten werden afgewezen omdat de aanmaning niet voldeed aan de wettelijke eisen. De wettelijke rente werd toegewezen over een deel van de vordering, en Exquis bewindvoering q.q. werd veroordeeld in de proceskosten.

Het vonnis is uitgesproken op 5 maart 2025 door de kantonrechter P.H.M. Kuster, die de vordering van VGZ grotendeels heeft toegewezen en Exquis bewindvoering q.q. in de proceskosten heeft veroordeeld.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11321556 \ CV EXPL 24-4869
Vonnis van 5 maart 2025
in de zaak van
VGZ ZORGVERZEKERAAR N.V.,
te Arnhem,
eisende partij,
hierna te noemen: VGZ,
gemachtigde: Inkassier, Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
EXQUIS BEWINDVOERING B.V. in de hoedanigheid van bewindvoerder in het bewind van [naam onderbewindgestelde],
te Eindhoven,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Exquis bewindvoering q.q. als formele procespartij en [naam onderbewindgestelde] als materiële procespartij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 september 2024 met producties 1 tot en met 5
- de conclusie van antwoord met een productie
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam onderbewindgestelde] heeft met VGZ een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten.
2.2.
Exquis bewindvoering q.q. is, na meerdere betalingsherinneringen, niet overgegaan tot betaling van openstaande zorgkostenfacturen en premies.
2.3.
VGZ heeft Exquis bewindvoering q.q. eerder gedagvaard en betaling van € 500,00 aan enkel hoofdsom gevorderd. Hierbij heeft VGZ haar rechten voorbehouden op het restant van de hoofdsom, de buitengerechtelijke incassokosten en de rente. De kantonrechter heeft de vordering is op 8 juni 2022 toegewezen en vervolgens heeft Exquis bewindvoering q.q. aan de veroordeling voldaan. Exquis bewindvoering q.q. het restant van het verschuldigde bedrag niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
VGZ vordert - samengevat - veroordeling van Exquis bewindvoering q.q. tot betaling van € 3.038,03, vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.005,01 en de proceskosten, alsmede de nakosten.
3.2.
Ter onderbouwing van haar vordering voert VGZ - samengevat - het volgende aan. De totale betalingsachterstand aan verschuldigde premies en zorgkostenfacturen bedraagt volgens VGZ € 3.346,14. Daarnaast is Exquis bewindvoering q.q. aan VGZ de wettelijke rente verschuldigd ter hoogte van € 5,93 (berekend tot 9 september 2024) en een vergoeding van € 552,73 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw. Op de vordering strekt in totaal € 866,77 aan betalingen in mindering.
3.3.
Exquis bewindvoering q.q. erkent de vordering. Exquis bewindvoering q.q. stelt geen betalingsregeling te kunnen treffen gezien het beslag op het inkomen van [naam onderbewindgestelde] door de gemeente Heerlen. Het opstarten van een traject schuldhulpverlening is aldus Exquis bewindvoering q.q. niet mogelijk omdat er steeds nieuwe schulden ontstaan.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De gevorderde hoofdsom wordt door Exquis bewindvoering q.q. erkend en zal dus worden toegewezen, rekening houdend met het reeds betaalde bedrag ter hoogte van € 866,77.
4.2.
VGZ vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 552,73. In de door VGZ verstuurde aanmaning (productie 2) is het volgende opgenomen: “In totaal moet u € 4.961,90 betalen”. Uit de aanmaning blijkt dat dit bedrag inclusief incassokosten en rente is. Aan Exquis bewindvoering q.q. is daarmee geen gelegenheid geboden de hoofdsom zonder verdere kosten binnen veertien dagen te voldoen. De aanmaning voldoet daarmee niet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, zodat de gevorderde vergoeding niet voor toewijzing in aanmerking komt.
4.3.
De wettelijke rente ad € 5,93 zal worden toegewezen zoals gevorderd en de wettelijke rente vanaf 9 september 2024 zal worden toegewezen over een bedrag van € 2.479,37, omdat voor toewijzing van rente over een hoger bedrag geen grondslag aanwezig is.
4.4.
Exquis bewindvoering q.q. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van VGZ worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,39
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.143,39

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Exquis bewindvoering q.q. om aan VGZ te betalen een bedrag van € 2.485,30, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 2.479,37, met ingang van 9 september 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Exquis bewindvoering q.q. in de proceskosten van € 1.143,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Exquis bewindvoering q.q. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op 5 maart 2025.
SH