Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Artikel 3
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
CJ
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster en haar werkgever, McDonald’s Maastricht De Geusselt B.V. De werkneemster, die sinds augustus 2022 in dienst was, weigerde een voorstel tot overplaatsing naar een andere vestiging van de werkgever. De werkgever stelde dat er een zwaarwegend belang was voor de overplaatsing, gezien de werkhouding en het gedrag van de werkneemster, die meerdere officiële waarschuwingen had ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster het voorstel tot overplaatsing niet had mogen weigeren, en dat haar bezwaren onvoldoende gewicht hadden om tot een ander oordeel te komen. Het verzoek van de werkneemster tot betaling van achterstallig loon en nevenverzoeken werd afgewezen, omdat het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor haar rekening kwam. Daarnaast werd het tegenverzoek van McDonald’s tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag van € 1.391,35 toegewezen. De werkneemster werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.