ECLI:NL:RBLIM:2025:2057

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 februari 2025
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
11498591 AZ VERZ 25-5
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overplaatsing van werknemer naar andere vestiging en afwijzing van loonverzoek

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 27 februari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster en haar werkgever, McDonald’s Maastricht De Geusselt B.V. De werkneemster, die sinds augustus 2022 in dienst was, weigerde een voorstel tot overplaatsing naar een andere vestiging van de werkgever. De werkgever stelde dat er een zwaarwegend belang was voor de overplaatsing, gezien de werkhouding en het gedrag van de werkneemster, die meerdere officiële waarschuwingen had ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster het voorstel tot overplaatsing niet had mogen weigeren, en dat haar bezwaren onvoldoende gewicht hadden om tot een ander oordeel te komen. Het verzoek van de werkneemster tot betaling van achterstallig loon en nevenverzoeken werd afgewezen, omdat het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor haar rekening kwam. Daarnaast werd het tegenverzoek van McDonald’s tot terugbetaling van een onverschuldigd betaald bedrag van € 1.391,35 toegewezen. De werkneemster werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer / rekestnummer: 11498591 \ AZ VERZ 25-5
Beschikking van27februari 2025
in de zaak van
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek],
wonend te [woonplaats] ,
verzoekende partij, tevens verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] ,
gemachtigde: mr. R.J. Ruiter,
tegen
MCDONALD’S MAASTRICHT DE GEUSSELT B.V.,
gevestigd te Maastricht,
verwerende partij, tevens verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: McDonald’s,
gemachtigde: mr. M. Terpstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen 1 tot en met 15
- het verweerschrift, tevens houdend een zelfstandig tegenverzoek met bijlagen 1 tot en met 22
- de pleitaantekeningen van mr. Ruiter
- de mondelinge behandeling van 13 februari 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] , geboren op [geboortedatum] 1983, is sinds 12 augustus 2022 in dienst bij McDonald’s in de functie van medewerker fastfood WML. In de arbeidsovereenkomst staat voor zover relevant (bijlage 8 verweerschrift):
“(…)
Artikel 3
(…) De werkzaamheden worden uitgevoerd in het McDonald’s restaurant te Maastricht. Werknemer gaat hierbij akkoord met een tijdelijke of een definitieve overplaatsing naar een ander restaurant van dezelfde werkgever indien de werkgever dit noodzakelijk acht.”
2.2.
Op 18 maart 2024 ontvangt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] de eerste officiële schriftelijke waarschuwing. Daarin staat:
“ (…) Op woensdag 06 Maart 2024 j.l. Bent u door de shift manager naar huis gestuurd. Dit omdat u niet op u werkplek aanwezig was, maar op u telefoon in het kleedhokje zat.
U begrijpt dat McDonald’s dit gedrag niet tolereert. U ontvangt dan ook een 1ste officiële waarschuwing voor het in gevaar brengen van de operations. Voor de volledigheid wijzen wij u erop dat 3 officiële waarschuwingen, gevolgen zal hebben voor uw functie en dienstverband en zelfs ontslag op staande voet als gevolg kan hebben. (…)”
2.3.
Bij brief van 22 augustus 2024 ontvangt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] een tweede officiële waarschuwing omdat zij het productieproces heeft belemmerd en de operations in gevaar heeft gebracht.
2.4.
Op 23 augustus 2024 is [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] niet op het werk verschenen. Bij brief van diezelfde dag heeft [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] hiervoor een officiële waarschuwing ontvangen en is zij gesommeerd de werkzaamheden op 26 augustus 2024 te hervatten. Indien ze daaraan geen gehoor geeft, is er sprake van werkweigering, hetgeen reden voor ontslag op staande voet kan zijn, aldus McDonald’s.
2.5.
Bij brief van 28 augustus 2024 ontvangt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] een officiële waarschuwing, omdat hamburgers niet volgens procedures gemaakt worden, in die zin dat er ingrediënten worden toegevoegd die niet thuishoren op een hamburger.
2.6.
Op 4 september 2024 wordt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] aangesproken op het overtreden van de huisregels, omdat het vlechten van haren op de werkvloer in het bijzijn van klanten niet is toegestaan.
2.7.
Bij e-mailbericht van 19 oktober 2024 deelt McDonald’s aan [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] mee:
“(…) Gisteren vrijdag 18-10-2024, hebben we een gesprek gehad.
Dit omtrent werkhouding, en het weigeren om te luisteren naar een manager.
Je station ongeoorloofd te verlaten zonder te communiceren.
Zoals je al vaker is medegedeeld, dien je het aan te geven als je je station verlaat, ofwel bij demanagers. Of bij de directe collega’s die om je heen staan.
Als een manager jou positioneert op een grill, dien je ook op dit station te blijven staan.
Het onderling ruilen zonder dat een manager hiervan op de hoogte is, is een no go. (…) Nogmaals, zoals ook in je documenten als huisregels staat, is het weigeren van op de grill staan ookeen werkweigering.
Een werkweigering kan ontslag op staande voet tot gevolg hebben. (…)”
2.8.
Op 15 november 2024 heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen McDonald’s (in de persoon van [naam 1] ) en [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] , waarin aan haar is meegedeeld dat zij per 18 november 2024 wordt overgeplaatst naar McDonald’s in Gronsveld. Bij e-mailbericht van diezelfde dag schrijft [naam 1] :
“(…) Zoals zojuist besproken,
Als je in gesprek zit met iemand is het niet netjes om op je telefoon te zitten typen. Zoals jezelf ook weet zijn telefoons niet toegestaan op de werkvloer, en hoort deze thuis in je kluisje.
En niet in je broekzak of schort.
(…)je met enige regelmaat te laat komt (…) Zo maak je zelf afspraken om diensten eerder te komen, waarop je vervolgens alsnog niet aanwezig bent, waarin je aangeeft dit als goedkeuring te hebben gekregen vanuit een manager, wat uiteindelijk niet klopt. (…)
Zelf geef je aan dat jij en [naam 2] wel een relatie hebben, waarop jullie afgelopen weken meerdere malen aangesproken zijn dat dit op de vloer terug te zien is.
Hierin is geen verandering terug te zien, en wordt enkel erger. Wat uiteindelijk zowel terugkomt in de sfeer op de vloer, als ook het werktempo in de keuken.
Hierin blijf je [naam 2] continu achternalopen en van zijn werkzaamheden houden.
Het continu van je werkplek lopen is ook weer aan bod gekomen (…)
Hierop is besloten je werkzaamheden te hervatten in Gronsveld, (…) Graag zien we je daar maandag om 10:00 uur (…)”
2.9.
Bij e-mailbericht van 15 november 2024 deelt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] mee:
“ (…) (I don’t want to go to Ground field (toevoeging kantonrechter: Gronsveld) to work there). I want to resume my work here. Monday I start in Gusselt (toevoeging kantonrechter: Geusselt) at 10.00!
2.10.
Bij e-mailbericht van 16 november 2024 schrijft [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] :
“(…) you knows perfectly well that I don’t have a car and there is no bus from my geolocation I will continue my work on Monday at Gusselt at 10:00. (…)”
2.11.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] verschijnt op 18 november 2024 niet bij McDonald’s in Gronsveld.
2.12.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] wordt per e-mail opgeroepen om 19 november 2024 te verschijnen in het filiaal in Gronsveld.
2.13.
Bij e-mailbericht van 19 november 2024 deelt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] aan McDonald’s mee:
“good morning, I will not be absent from work today because I am resigning of my own free will (…)”
2.14.
Bij e-mailbericht van 20 november 2024 deelt McDonald’s (in de persoon van [naam restaurantmanager] , restaurant manager McDonald’s Gronsveld) mee:
“(…) Your resignation has been accepted immediately.
We wish you the best of luck in the future.
Would you please hand in your clothes before 26-11-2024. This way we can make the finalpayment, if you don’t do this, we will withhold it. (…)”
2.15.
McDonald’s heeft het loon tot 18 november 2024 aan [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] betaald en haar een eindafrekening doen toekomen.
2.16.
Op 13 januari 2025 heeft McDonald’s [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] aangeboden om weer te komen werken op haar oude werkplek (McDonald’s De Geusselt Maastricht). Bij e-mailbericht van 15 januari 2025 deelt [naam franchisenemer] , franchisenemer McDonald’s, nogmaals mee dat hij uit goed werkgeverschap bereid is [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] een nieuwe kans te bieden op haar oorspronkelijke werkplek McDonald’s De Geusselt Maastricht.
2.17.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] heeft dit afgewezen en aangegeven pas bereid te zijn om te komen werken als het volledige loon vanaf 18 november 2024 wordt uitbetaald.
2.18.
Op 20 januari 2025 stelt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] zich beschikbaar voor werk. Als reactie daarop heeft McDonald’s haar opgeroepen om te komen werken op 24 januari 2025 bij McDonald’s De Geusselt in Maastricht. Vanaf 24 januari 2025 is [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] weer werkzaam bij McDonald’s De Geusselt in Maastricht en ontvangt zij loon.

3.Het geschil

3.1.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] verzoekt de kantonrechter - na vermindering van haar verzoek - bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, McDonald’s te veroordelen tot doorbetaling van het loon vanaf 18 november 2024 tot aan de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, vermeerderd met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente, alsmede McDonald’s te veroordelen tot het verstrekken van deugdelijke specificaties over de aldus te betalen bedragen op straffe van verbeurte van een dwangsom en tot betaling van de proceskosten.
3.2.
McDonald’s voert verweer. Bij wijze van tegenverzoek verzoekt McDonald’s [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] te veroordelen tot (terug)betaling van het bedrag van de eindafrekening, € 1.391,35 netto, vermeerderd met de wettelijke rente, alsmede tot betaling van de proceskosten.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - nader worden ingegaan.

4.De beoordeling

De verzoeken van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek]
4.1.
Nu McDonald’s bij verweerschrift de intrekking van de opzegging van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] heeft geaccepteerd, heeft [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] een deel van haar verzoeken bij gelegenheid van de mondelinge behandeling ingetrokken. Gelet hierop dient thans enkel beoordeeld te worden of McDonald’s over de periode van 18 november 2024 tot 24 januari 2025 loon aan [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] verschuldigd is. In dat verband is relevant de vraag of [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] gehoor diende te geven aan het besluit van McDonald’s om per 18 november 2024 haar werkzaamheden in Gronsveld te verrichten.
4.2.
Vaststaat dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] niet heeft ingestemd met de overplaatsing naar het filiaal in Gronsveld en dat McDonald’s dat dus eenzijdig heeft bepaald. Vervolgens dient beoordeeld te worden of McDonald’s dit eenzijdig mocht wijzigen.
4.3.
In artikel 3 van de arbeidsovereenkomst is een (eenzijdig) wijzigingsbeding als bedoeld in artikel 7:613 BW opgenomen. Op grond daarvan kan [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] tijdelijk of definitief worden overgeplaatst naar een ander restaurant van dezelfde werkgever indien de werkgever dat noodzakelijk acht. Als onweersproken gesteld staat vast dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] bij ondertekening van de arbeidsovereenkomst werd bijgestaan door een medewerker van Vluchtelingenwerk. Onder die omstandigheden mocht McDonald’s erop vertrouwen dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] wist waarmee zij akkoord ging en dat zij voldoende was voorgelicht over de gevolgen daarvan.
4.4.
Volgens artikel 7:613 BW kan de werkgever slechts een beroep doen op een schriftelijk beding dat hem de bevoegdheid geeft een in de arbeidsovereenkomst voorkomende arbeidsvoorwaarde te wijzigen, indien hij bij die wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
4.5.
McDonald’s heeft getracht [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] , ondanks alle aanmerkingen op haar gedrag en werkhouding, voor de organisatie te behouden, naar eigen zeggen ook omdat zij een Oekraïense vluchteling is. Als goed werkgever heeft McDonald’s gekeken naar mogelijkheden elders binnen de organisatie. Dat heeft zij onder meer gedaan door een voorstel tot overplaatsing binnen de eigen functie met behoud van alle arbeidsvoorwaarden naar McDonald’s in Gronsveld.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat McDonald’s een zwaarwegend belang heeft om [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] over te plaatsen naar de vestiging in Gronsveld. Gezien het - onvoldoende weersproken - disfunctioneren van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] gedurende een zekere tijd ( [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] heeft niet geprotesteerd tegen de waarschuwingen: weglopen van de post, haren vlechten op de werkvloer, tijdens het gesprek opstaan etc.) en de op de werkvloer zichtbare relatie met haar collega [naam 2] kon McDonald's besluiten dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] haar functie niet meer kon uitvoeren in McDonald’s De Geusselt in Maastricht. Ondanks de diverse waarschuwingen en gevoerde gesprekken trad er geen verbetering op. Met de overplaatsing behoudt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] dezelfde functie tegen dezelfde arbeidsvoorwaarden, het betreft alleen een andere locatie. De kantonrechter stelt vast dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] zich vanaf het eerste moment tegen overplaatsing heeft verzet zonder daarbij open te staan voor overleg. McDonald’s heeft bij gelegenheid van de mondelinge behandeling aannemelijk gemaakt dat de praktische bezwaren die [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] tegen de overplaatsing heeft, te weten de langere reistijd met het openbaar vervoer, het niet kunnen fietsen en geen auto ter beschikking hebben, bespreekbaar waren en daarmee geen onoplosbaar probleem vormden. [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] had (deels) kunnen meerijden met een collega en er rijdt een personeelsbusje naar Gronsveld. De reistijd naar Gronsveld is wel langer, maar niet onredelijk lang. De overige door [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] aangevoerde bezwaren, te weten dat de locatie haar niet past vanwege de tijd omdat ze twee kinderen heeft met wie zij tijd wil doorbrengen, heeft zij niet geconcretiseerd. De slotsom is dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] het voorstel tot overplaatsing naar McDonald’s in Gronsveld niet had mogen weigeren. De bezwaren van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] tegen overplaatsing zijn van onvoldoende gewicht om tot een ander oordeel te komen. Dat [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] vervolgens heeft geweigerd haar werkzaamheden in Gronsveld te verrichten, valt haar te verwijten en ligt in haar risicosfeer.
4.7.
Ten aanzien van het verzoek tot betaling van (achterstallig) loon wordt het volgende overwogen. Op grond van artikel 7:628 lid 1 BW geldt als uitgangspunt dat McDonald’s verplicht is om het naar tijdruimte vastgestelde loon te voldoen, ook indien [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] behoort te komen. Nu McDonald’s een zwaarwegend belang had om [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] over te plaatsen naar het filiaal in Gronsveld en [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] dit voorstel ten onrechte heeft geweigerd, dient het niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] ’s rekening te komen. Het verzoek tot betaling van het (achterstallig) loon en de nevenverzoeken (de wettelijke verhoging, wettelijke rente, het verstrekken van deugdelijke specificaties en opleggen dwangsom) zullen daarom worden afgewezen.
Het tegenverzoek van McDonald’s
4.8.
McDonald’s stelt dat, nu zij heeft ingestemd met de intrekking van de opzegging, het bedrag van € 1.391,35 netto aan eindafrekening onverschuldigd is betaald aan [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] . Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] erkend dat voormeld bedrag onverschuldigd aan haar is betaald. Dit betekent dat het verzoek van McDonald’s om [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] te veroordelen tot terugbetaling van dit bedrag zal worden toegewezen. De door het enkele betalingsverzuim verschuldigde wettelijke rente ligt eveneens voor toewijzing gereed.
in het verzoek en in het tegenverzoek
4.9.
[verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van McDonald’s worden begroot op € 814,00 aan salaris gemachtigde en € 135,00 aan nakosten, plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
in de verzoeken van [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek]
5.1.
wijst de verzoeken af,
in het tegenverzoek van McDonald’s
5.2.
veroordeelt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] om aan McDonald’s € 1.391,35 netto terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf veertien dagen na heden tot de dag van volledige betaling.
In het verzoek en in het tegenverzoek
5.3.
veroordeelt [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] tot betaling van de proceskosten (inclusief nakosten), die aan de zijde van McDonald’s tot heden zijn bepaald op € 949,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoekster, tevens verweerster in het tegenverzoek] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en de uitspraak daarna wordt betekend.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op
27 februari 2025.
CJ