Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 9 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Custom Real Estate B.V. en een gedaagde partij, die niet is verschenen. De eisende partij, Custom, vorderde ontruiming van de woonruimte vanwege een huurachterstand van vier maanden en overlast. De gedaagde had sinds september 2024 niet betaald, wat resulteerde in een huurachterstand van € 11.400,00. De kantonrechter verleende verstek tegen de gedaagde, omdat de dagvaarding op de juiste wijze was betekend.
De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang, gezien de oplopende huurachterstand en de overlast. De rechter concludeerde dat het zeer waarschijnlijk was dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zou worden ontbonden, waardoor de vordering tot ontruiming kon worden toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van de gebruiksvergoeding van € 2.850,00 per maand vanaf 1 februari 2025 tot de ontruiming.
De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten, die in totaal € 1.316,39 bedroegen. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de gedaagde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis de woonruimte moest ontruimen en de achterstallige huur moest betalen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.