Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[gedaagde sub 1] ,
2.[gedaagde sub 2] ,
3.3. [gedaagde sub 3] ,
1.De procedure
- de antwoordakte eiswijziging van [echtgenote erflater]
- oproeping van [dochter erflater] en [zoon 2 erflater]
- conclusie van antwoord van [dochter erflater]
- conclusie van antwoord van [zoon 2 erflater]
- de mondelinge behandeling van 21 januari 2025
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
neer te leggen’ bij betaling van een bedrag gelijk aan ¼ deel van het zuiver saldo van de nalatenschap zoals dat door [echtgenote erflater] is opgenomen in de aangifte erfbelasting van 7 maart 2005 (¼ x € 39.123,-- = € 9.780,75) en in deze procedure niets meer of anders te vorderen. Tussen partijen is niet in geschil dat [kleinzoon erflater] recht heeft op dit bedrag, zodat verdere beoordeling door de rechtbank niet nodig is. De rechtbank zal deze vordering dan ook toewijzen.