ECLI:NL:RBLIM:2025:1961

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11288910 \ CV EXPL 24-4405
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen uit huurovereenkomst tussen Miko Koffie Service B.V. en Stadshotel Heerlen B.V.

In deze zaak vordert Miko Koffie Service B.V. (hierna: Miko) betaling van Stadshotel Heerlen B.V. (hierna: Stadshotel) voor onbetaalde facturen die voortvloeien uit een huurovereenkomst voor koffieapparatuur. De overeenkomst werd op 1 februari 2023 ondertekend door een bestuurder van Stadshotel, maar Stadshotel heeft de overeenkomst op 9 mei 2023 opgezegd. Miko heeft meerdere facturen gestuurd voor geleverde producten en heeft Stadshotel in gebreke gesteld, maar Stadshotel heeft niet betaald. Miko vordert een totaalbedrag van € 3.860,55, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten.

De procedure omvat een dagvaarding, een conclusie van antwoord van Stadshotel, en een mondelinge behandeling waarbij Stadshotel niet aanwezig was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Miko toewijsbaar is, omdat Stadshotel de overeenkomst niet is nagekomen door de facturen niet te betalen. De kantonrechter heeft de vordering van Miko volledig toegewezen, inclusief de gevorderde rente en incassokosten, en Stadshotel veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 26 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11288910 \ CV EXPL 24-4405
Vonnis van 26 februari 2025
in de zaak van
MIKO KOFFIE SERVICE B.V.,
te Valkenswaard,
eisende partij,
hierna te noemen: Miko,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
STADSHOTEL HEERLEN B.V.,
te Heerlen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Stadshotel,
gemachtigde: mr. A.W.E. Smeets.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding van 19 augustus 2024 met producties 1 en 2;
- de e-mail van Stadshotel die bij de griffie van de rechtbank is binnengekomen op 19 september 2024 en die wordt aangemerkt als conclusie van antwoord, met twee producties;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- het bericht van 13 januari 2025 met producties 3 tot en met 9 van Miko;
- de mondelinge behandeling van 23 januari 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, en waarbij Stadshotel niet is verschenen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op naam van Stadshotel en Miko is op 1 februari 2023 een overeenkomst getekend op basis waarvan Miko aan Stadshotel koffieapparatuur verhuurt en de exclusieve koffie- en ingrediëntenleverancier is van Stadshotel. Namens Stadshotel heeft één van de twee bestuurders de overeenkomst ondertekend.
2.2.
Op 10 en 11 april 2023 hebben partijen gecorrespondeerd over het bestellen van diverse verbruiksproducten en enkele glazen.
2.3.
Op 9 mei 2023 heeft Stadshotel de overeenkomst opgezegd.
2.4.
Miko heeft op 12 april 2023 en 15 juni 2023 facturen gestuurd aan Stadshotel voor het leveren van verbruiksproducten en glazen en ter zake de afkoopsom van de huurovereenkomst.
2.5.
Miko heeft Stadshotel meerdere keren gevraagd om het verschuldigde bedrag te betalen. Tevens heeft Miko Stadshotel in gebreke gesteld. Tot op heden heeft Stadshotel niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Miko vordert – samengevat – dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Stadshotel zal veroordelen tot betaling van € 3.860,55, vermeerderd met primair de handelsrente over de hoofdsom en subsidiair de wettelijke consumentenrente, en tot betaling van de proceskosten. Het bedrag van € 3.860,55 bestaat uit € 3.038,06 aan hoofdsom, € 428,81 aan buitengerechtelijke incassokosten en € 393,68 aan rente.
3.2.
Miko legt aan haar vordering de stelling ten grondslag dat – naar de kantonrechter begrijpt – Stadshotel de tussen partijen gesloten overeenkomst niet is nagekomen doordat zij twee facturen niet heeft betaald.
3.3.
Stadshotel voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen van Miko.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter is van oordeel dat de door Miko gevorderde hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en rente moeten worden toegewezen en dat Stadshotel moet worden veroordeeld in de proceskosten. Daartoe wordt als volgt overwogen.
4.2.
Miko vordert betaling van de facturen van 12 april 2023 ad € 667,21 en 15 juni 2023 ad € 2.370,85.
4.3.
Ten aanzien van de factuur van 15 juni 2023 stelt Stadshotel zich op het standpunt dat tussen haar en Miko geen geldige overeenkomst tot stand is gekomen. Dit omdat de overeenkomst is getekend door één van haar bestuurders, terwijl volgens het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel de bestuurders alleen gezamenlijk bevoegd zijn.
4.4.
Dit verweer slaagt niet. In artikel 2:240 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) is namelijk bepaald dat iedere bestuurder de besloten vennootschap mag vertegenwoordigen. Alleen in de statuten mag daarvan worden afgeweken en kan worden bepaald dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid slechts toekomt aan één of meer bestuurders, of dat een bestuurder de vennootschap slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen. Stadshotel had dan ook een beroep moeten doen op haar statuten én die statuten in het geding moeten brengen. De enkele verwijzing naar het uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is in dit kader onvoldoende. Nu de factuur van 15 juni 2023 voor het overige niet is betwist door Stadshotel, zal zij het met die factuur gemoeide bedrag aan Miko moeten betalen.
4.5.
Met betrekking tot de factuur van 12 april 2023 stelt Stadshotel zich op het standpunt dat deze niet correct is omdat de daarin genoemde spullen door Stadshotel aan Miko zijn teruggegeven.
4.6.
Ook dit verweer slaagt niet. Uit hetgeen Stadshotel aanvoert blijkt namelijk dat zij de goederen waarop de factuur van 12 april 2023 ziet, heeft besteld en geleverd heeft gekregen. Dit betekent dat zij verplicht is om voor die goederen te betalen. Dat zij de goederen verplicht dan wel onverplicht heeft geretourneerd, maakt dat niet anders.
4.7.
Miko vordert over het bedrag van € 3.038,06 primair de handelsrente en subsidiair de wettelijke consumentenrente met ingang van datum dagvaarding. Tevens vordert Miko € 393,68 aan rente over de periode 12 mei 2023 tot en met 18 augustus 2024. Uit de dagvaarding is de kantonrechter gebleken dat Miko de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW bedoelt te vorderen. De rente is niet weersproken door Stadshotel en de contractuele betalingstermijnen zijn verstreken zodat de primair gevorderde handelsrente en de rente ad € 393,68 zullen worden toegewezen.
4.8.
Ook vordert Miko vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Aan de wettelijke eisen voor een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is voldaan. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom zal € 428,81worden toegewezen.
4.9.
Stadshotel is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Miko worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
115,22
- griffierecht
496,00
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.288,22

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Stadshotel om aan Miko te betalen een bedrag van € 3.860,55, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over € 3.038,06, met ingang van 19 augustus 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Stadshotel in de proceskosten van € 1.288,22, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Stadshotel niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2025.
CL