ECLI:NL:RBLIM:2025:1956

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
11243416 \ CV EXPL 24-3862
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor medische behandeling en geschil over rechtsgeldigheid van cessie

In deze zaak vordert Infomedics B.V. betaling van een bedrag van € 376,02 van de gedaagde, die in gebreke is gebleven met de betaling van een factuur voor een noodprothese die door een zorgverlener is geleverd. De zorgverlener heeft de vordering bij akte van cessie overgedragen aan Infomedics, die optreedt als opdrachtnemer voor het incasseren van openstaande vorderingen. De gedaagde betwist de hoogte van de vordering en stelt dat de behandeling niet correct is uitgevoerd, waardoor hij geen betaling verschuldigd is. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding en de conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde zijn verweer niet tijdig heeft ingediend, waardoor hij niet meer kan terugkomen op materiële verweren. De rechter heeft ook geoordeeld dat de medische behandelovereenkomst niet onder de consumentenrechtelijke informatieplichten valt, omdat deze overeenkomst is uitgezonderd van de betreffende afdeling van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft de vordering van Infomedics toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, en de gedaagde in de proceskosten veroordeeld. Het vonnis is uitgesproken op 26 februari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11243416 \ CV EXPL 24-3862
Vonnis van 26 februari 2025
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
gevestigd te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. C.A.M.J.M. Joosten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Mondzorg Beek (hierna: de zorgverlener) heeft voor [gedaagde] in mei 2023 een noodprothese gemaakt voor de boven- en onderkaak.
2.2.
De zorgverlener heeft haar vordering bij akte van cessie overgedragen aan Infomedics Finance B.V.. Infomedics treedt op als opdrachtnemer om namens Infomedics Finance B.V. (lastgever) openstaande vorderingen te incasseren.
2.3.
Bij factuur van 19 mei 2023 heeft Infomedics een bedrag van € 294,68 bij [gedaagde] in rekening gebracht voor deze behandeling.
2.4.
[gedaagde] blijft in gebreke met betaling van deze factuur.

3.Het geschil

3.1.
Infomedics vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 376,02, bestaande uit € 294,68 (hoofdsom van € 1.178,74 minus een reeds betaald bedrag van € 884,06) aan onbetaald gelaten factuur, € 37,14 aan vervallen wettelijke rente tot
28 juni 2024, € 44,20 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente over € 376,02 vanaf 28 juni 2024 tot de dag van volledige betaling en vermeerderd met de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat de geleverde behandeling niet juist is uitgevoerd, waardoor zij geen betaling verschuldigd is. Verder geeft [gedaagde] te kennen dat niet duidelijk is wat de hoogte van de vordering is. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Infomedics, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Infomedics, met veroordeling van Infomedics in de kosten van deze procedure. Bij dupliek betwist [gedaagde] verder dat de klachtplicht zou zijn geschonden. Verder stelt hij dat de door Infomedics gestelde cessie van de vordering niet rechtsgeldig is. Ook stelt [gedaagde] dat de zorgverlener niet heeft voldaan aan haar informatieplichten om [gedaagde] duidelijke en begrijpelijke informatie te verstrekken over de te verrichten behandeling en de kosten daarvan. Tot slot betwist [gedaagde] dat hij de buitengerechtelijke incassokosten en rente verschuldigd zou zijn.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Klachtplicht
4.1.
[gedaagde] betwist de schending van de klachtplicht uit artikel 6:89 BW en voert aan dat hij tijdig heeft geklaagd zodat hij zijn rechten op grond van de tekortkoming niet heeft verwerkt. Infomedics heeft echter geen beroep gedaan op schending van de klachtplicht, zodat de kantonrechter verder niet in zal gaan op dit aangevoerde standpunt.
Cessie
4.2.
Infomedics stelt dat de zorgverlener haar vordering bij akte van cessie aan haar heeft overgedragen. [gedaagde] heeft bij dupliek de rechtsgeldigheid van deze cessie betwist en aangevoerd dat hij niet correct op de hoogte is gebracht van deze cessie, hetgeen afwijzing van de vordering tot gevolg zou hebben. Door pas in deze fase van de procedure een dergelijk standpunt in te nemen, is aan Infomedics de mogelijkheid ontnomen om daarop te reageren. Dit is in strijd met de concentratie van verweren uit artikel 128 lid 3 Rv, waaruit volgt dat bij conclusie van antwoord in beginsel alle materiële verweren moeten worden aangevoerd. Bij gebreke van een materieel verweer vervalt voor gedaagde het recht om nadien nog materiële verweren op te werpen. [gedaagde] heeft niets aangevoerd waarom het voor hem niet mogelijk was geweest om dit standpunt niet al bij conclusie van antwoord naar voren te brengen. De kantonrechter zal daarom dit verweer buiten beschouwing laten.
Informatieplichten
4.3.
De medische behandelovereenkomst die aan de gecedeerde vordering ten grondslag ligt is gesloten tussen de tandarts als zorgverlener en [gedaagde] als consument. In dat geval moet ambtshalve worden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht. Toetsing van informatieplichten, zoals door [gedaagde] is gesteld, is hier echter niet aan de orde, omdat een medische behandelovereenkomst op grond van artikel 6:230h lid 2 sub d BW is uitgezonderd van de betreffende afdeling uit het BW.
Vordering
4.4.
Infomedics vordert € 294,68 voor de kosten van de noodprothese. [gedaagde] voert aan dat de hoogte van de vordering niet duidelijk is en stelt dat de behandeling niet correct is uitgevoerd, waardoor zij geen betaling is verschuldigd. Ten aanzien van de hoogte van de vordering heeft Infomedics met productie 1 bij de dagvaarding de kosten gespecificeerd van de uitgevoerde behandeling. Bij repliek heeft Infomedics de hoogte van de vordering verder verduidelijkt en uitgelegd dat de eigen bijdrage voor het opvullen van de prothese niet in rekening zijn gebracht. Deze kosten zijn ook niet terug te vinden op de factuur. Daarmee heeft Infomedics haar vordering voldoende onderbouwd.
4.5.
[gedaagde] voert bij dupliek nog verder aan dat de zorgverlener heeft nagelaten te bewijzen dat de behandeling in rekening gebracht had mogen worden tegen het gevorderde tarief. Voor dit verweer geldt hetzelfde als onder r.o. 4.2. overwogen, namelijk dat dit verweer reeds bij antwoord had moeten worden ingeroepen, zodat Infomedics daarop nog had kunnen reageren. Door dit verweer pas bij dupliek in te roepen, zal de kantonrechter dit buiten beschouwing laten.
Tekortkoming
4.6.
[gedaagde] stelt dat de zorgverlener tekort is geschoten in de medische behandeling en dat zij hierover bij de zorgverlener heeft geklaagd. Nu correcte prestatie is uitgebleven, is [gedaagde] van mening dat hij de vordering van Infomedics niet hoeft te betalen.
4.7.
Tussen partijen staat vast dat [gedaagde] zijn tanden (door een andere zorgverlener) heeft laten trekken en dat door de zorgverlener een noodprothese is gemaakt die [gedaagde] gedurende het genezingsproces zou kunnen dragen. [gedaagde] stelt dat hij pijn heeft ervaren van de noodprothese en dat daarom sprake is van een tekortkoming. Infomedics heeft aangevoerd dat de noodprothese volgens de benodigde specificaties is vervaardigd en geleverd. Nadat zijn tanden waren getrokken, bleek het nodig om de onderkaak van [gedaagde] af te vlakken. Dit is gedaan door een andere zorgverlener. Dat de onderkaak moest worden afgevlakt, was bij het vervaardigen van de prothese niet bekend. Dit afvlakken zou invloed kunnen hebben op de pasvorm van de prothese, zodat de zorgverlener de prothese heeft opgevuld. Infomedics heeft verder aangevoerd dat de kaak, na een dergelijke ingreep, na verloop van tijd zal slinken, waardoor de pasvorm van de noodprothese niet blijvend kan worden gegarandeerd. Daarvoor dient een definitieve prothese te worden gemaakt. Op deze gemotiveerde betwisting van de tekortkoming door Infomedics heeft [gedaagde] alleen zijn standpunt gehandhaafd, terwijl het op zijn weg had gelegen om inhoudelijk te reageren op de betwisting. Door dit na te laten heeft [gedaagde] zijn stelling dat sprake is van een tekortkoming onvoldoende gemotiveerd, nog daargelaten dat de enkele stelling dat de contractspartij, zoals in dit geval de tandarts, tekort is geschoten in de uitvoering van de overeenkomst de schuldenaar niet van zijn betalingsverplichting bevrijdt.
4.8.
De conclusie van het voorgaande is dat vordering zal worden toegewezen.
Rente
4.9.
[gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde wettelijke rente, behoudens dat de vordering moet worden afgewezen. Nu uit r.o. 4.8. blijkt dat de hoofdsom zal worden toegewezen, zal ook de daarover gevorderde wettelijke rente van € 37,14 worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.10.
Infomedics vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Infomedics heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Nu [gedaagde] pas bij dupliek de ontvangst van deze aanmaning heeft betwist, gaat de kantonrechter hier op grond van artikel 128 lid 3 aan voorbij. [gedaagde] had deze betwisting al in zijn antwoord kunnen opnemen. Door dit na te laten, heeft hij Infomedics de kans ontnomen om daarop nog te reageren.
4.11.
De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 44,20 toegewezen.
4.12.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
294,68
- rente tot 28 juni 2024
37,14
- buitengerechtelijke incassokosten
44,20
+
Totaal
376,02
4.13.
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Infomedics worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
328,00
- salaris gemachtigde
270,00
(2 punten × € 135,00)
- nakosten
41,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
752,54

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 376,02, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 28 juni 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 752,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.J. Quaedackers en in het openbaar uitgesproken op
26 februari 2025.
VC