Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de eiseres, een juridische dienstverlener, betaling van onbetaalde facturen van de gedaagde, die als particulier wordt beschouwd. De eiseres heeft juridische bijstand verleend aan de gedaagde, maar de facturen zijn onbetaald gebleven ondanks herhaalde aanmaningen. De gedaagde voert verweer en stelt dat hij enkel opdracht heeft gegeven voor het opstellen van een advies en een eerste brief aan kopers, en betwist de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat hij handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf, en dat de eiseres haar verplichtingen is nagekomen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de hoofdsom van € 4.135,10 toe, maar wijst de vorderingen tot betaling van rente en buitengerechtelijke kosten af, omdat de relevante bedingen in de algemene voorwaarden als oneerlijk worden beschouwd. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die op € 1.309,72 worden begroot. Het vonnis is uitgesproken op 26 februari 2025.