Uitspraak
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 februari 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , gevestigd in [vestigingsplaats] , het garagebedrijf, en
de directie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer, de RDW
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de besluiten op bezwaar;
- herroept de besluiten van 24 mei 2023 voor zover het de intrekkingen van de erkenning en de keuringsbevoegdheid voor vier weken waarvan twee voorwaardelijk betreffen;
- bepaalt dat de duur van de intrekkingen van de erkenning en de keuringsbevoegdheid worden vastgesteld op twee weken waarvan één week voorwaardelijk;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- draagt de RDW op het betaalde griffierecht (€ 184,- ten aanzien van eiser, € 365,- ten aanzien van het garagebedrijf) aan eisers te vergoeden;
- veroordeelt de RDW in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.814.-.