ECLI:NL:RBLIM:2025:1549

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
03.111266.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf en geldboete voor vervaardigen en aanwezig hebben van amfetamine in drugslab

Op 18 februari 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van amfetamine in een drugslab. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in Heerlen, werd bijgestaan door advocaat mr. B.N.R. Maenen. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 februari 2025, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van alle feiten, terwijl de verdediging pleitte voor partiële vrijspraak van enkele onderdelen van de tenlastelegging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op 23 april 2021 in Heerlen een synthetisch drugslab had, waar hij amfetamine produceerde en aanwezige hoeveelheden amfetamine had. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van enkele onderdelen waar onvoldoende bewijs voor was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden en een geldboete van 20.000 euro. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de betrokkenheid van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn voor het vonnis.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.111266.21
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 februari 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens 1] 1967,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. B.N.R. Maenen, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 februari 2025. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] met het parketnummer 03.111267.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, al dan niet samen met (een) ander(en):
op 23 april 2021 hoeveelheden van 25,6 liter en 207,75 gram (met)amfetamine aanwezig heeft gehad;
van 19 januari 2021 tot en met 23 april 2021 amfetamine heeft geproduceerd;
in diezelfde periode de productie van amfetamine en BMK heeft voorbereid en bevorderd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft een deels bekennende verklaring afgelegd. De raadsvrouw heeft zich ook grotendeels gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor wat betreft de bewezenverklaring van de feiten. Wel heeft zij partiële vrijspraak bepleit van
  • onder feit 1: het medeplegen van het aanwezig hebben van amfetamine;
  • onder feiten 2 en 3: de periode voorafgaand aan 1 maart 2021;
  • onder feit 3: het voorhanden hebben van gelden/betaalmiddelen bestemd tot het plegen van Opiumwetfeiten.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank acht de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend bewezen. Anders dan de verdediging acht zij ook het medeplegen van het aanwezig hebben van amfetamine (feit 1) bewezen. Wel volgt zij de verdediging in haar standpunt over de periode en de gelden/betaalmiddelen (feiten 2 en 3). Daartoe zal de rechtbank eerst de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen weergeven, om vervolgens nader te motiveren waarom zij tot die conclusies komt.
Bewijsmiddelen
Verbalisanten van de Ondersteuningsgroepvan de politie Limburg relateerden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [2]
Naar aanleiding van binnengekomen informatie bij het Team Criminele Inlichtingen dat in de woning [adres 2] in Heerlen drugs wordt geproduceerd werd een politie interventie voorbereid. (…) Op het moment dat wij op 23 april 2021 doende waren om toegang tot de woning [adres 2] te krijgen roken wij een sterke chemische lucht rondom de woning [adres 2] Heerlen. (…) Wij openden het stalen hekwerk, rechts naast de woning gelegen. Na het openen van dit stalen hekwerk kregen wij gelijk zicht op de garage / schuur (hierna: garage) welke werd aangeduid met het huisnummer [adres 3] . (…) Wij zagen gelijk dat deze garage geopend was. Op het moment dat wij zicht kregen op deze openstaande garage zagen wij dat een ons onbekende man in deze garage stond. Wij keken tegen de rug van deze man aan en zagen dat hij de ruimte verder naar binnen liep. Wij zagen gelijk dat dit een chemisch drugslab betrof. Wij zagen dat deze man ter hoogte stond van een blauw vat (…). Omstreeks 22.17 uur werd de persoon aangehouden, welke later bleek te zijn genaamd [verdachte] , geboren op [geboortegegevens 1] . (…) Na de aanhouding kregen wij (…) de informatie dat mogelijk meerdere personen vanuit het pand [adres 2] en/of [adres 3] waren weggerend. Wij zagen dat direct voor de ingang van de garage een metalen ladder tegen de woning [adres 2] stond. Gezien de verkregen informatie zijn wij de ladder naar boven geklommen om te kijken of een of meerdere verdachten zich verstopt hadden op het dak. Wij zagen dat op het platte dak duidelijk zichtbare schoenzool sporen aanwezig waren. (…) Verder zagen wij dat er meerdere dakpannen kapot getrapt waren. Hierdoor kregen wij het sterke vermoeden dat een persoon via het platte dak was weggerend in de richting van het schuine dak van de woning [adres 4] te Heerlen. Wij (…) namen zicht op de woning [adres 4] te Heerlen. Wij zagen dat op het dak van deze woning een persoon zat. (…) Omstreeks 22.30 uur, hielden wij deze persoon aan, welke later bleek te zijn Tom [medeverdachte] , geboren op [geboortegegevens 2] .
De
verbalisant van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO)relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [3]
Op 24 en 25 april 2021 heb ik onderzoek verricht op de locatie [adres 3] te Heerlen.
De locatie betrof een opstal (…) te betreden via een poort aan de straatzijde welke toegang gaf tot een "binnenplaatsje”. Via de binnenplaats was de opstal via een deur aanwezig in de garagedeur te betreden. De opstal was verdeeld in een aantal ruimtes. opgebouwd met behulp van houten vezelplaten. Zie onderstaande situatieschets.
Nader onderzoek en monsterneming
Hieronder volgt een omschrijvingen van de door ons onderzochte en indien van toepassing bemonsterde goederen. De monsters werden vervolgens door ons verpakt en voorzien van een kenmerk en een uniek monsternummer (SIN). Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen werd door ons onder andere gebruik gemaakt van een identificatieapparaat dat werkt op basis van Ramantechnologie, de Uhura First Defender (FD). Tevens werden door ons de onderzochte goederen, indien van toepassing, onderworpen aan enkele microchemische tests. Deze tests betreffen kleurreacties waarmee men de eventuele aanwezigheid van opiaten (waaronder heroïne), alkaloïden (waaronder cocaïne) en (met)amfetaminen vast kan stellen.
Ruimte A
- 21 zakken van inhoudsmaat 25 kilogram, wit poeder, in totaal 525 kilogram verwerkte MAPA (FD), volgens NFI-resultaat (AADK3033NL) MAPA;
- 9 lege vervuilde jerrycans van 30 liter en 2 jerrycans van 20 liter met restanten fosforzuur (FD)
- 4 jerrycans van elk 25 liter met resten mierenzuur (FD);
- een klemdekselvat van 220 liter, gevuld met 80 liter vloeistof voorzien van een drijflaag van 4 liter BMK (FD), volgens NFI-resultaat (AADK3034NL) BMK op verdund fosforzuur;
- een witte jerrycan gevuld met 20 liter vloeistof, volgens NFI-resultaat (AADK3036NL) amfetamine in een alkalische waterige vloeistof;
- 4 jerrycans van 20 liter, geheel gevuld met formamide (FD);
Ruimte B
- 5 zakken van elk 25 kilogram, geheel gevuld met citroenzuur (FD);
- 2 jerrycans van elk 20 liter, met in totaal 30 liter fosforzuur (FD);
- 6 jerrycans van elk 20 liter, geheel gevuld met mierenzuur (FD);
Ruimte C
- een gemodificeerde industriële reactie ketel, geschikt voor de vervaardiging van BMK en amfetamine, gevuld met 200 liter groenkleurige vloeistof, voorzien van een 190 liter bruinkleurige olielaag, volgens NFI-resultaat (AADK3039NL) N-formyl-amfetamine, zijnde de eerste kookstap voor amfetamine, welke ketel gekoppeld aan een gaswasser en was voorzien van een rvs koeler die aangesloten was op een waterleider, met 6 gasbranders onder de ketel;
- een maatbeker met twee lagen vloeistof, waarvan de bovenlaag 700 ml BMK (FD);
- een 220 liter klemdekselvat gevuld met 50 liter vloeistof met de geur van mierenzuur;
- een maatbeker met circa 3 liter BMK (FD);
- een maatbaker met twee lagen vloeistof, waarvan de onderlaag 2,9 liter amfetamine (FD);
- een maatbeker met twee lagen vloeistof, waarvan de onderlaag 0,5 liter amfetamine (FD);
- een zak van 25 kilogram, gevuld met circa 20 kilogram wijnsteenzuur (FD);
- twee nieuwe lege IBC’s van 1.000 liter;
- 20 zakken van elk 25 kilogram met caustic soda, waarvan 12 aangebroken;
- een jerrycan gevuld met 15 liter aceton (FD);
- 3 jerrycans van elk 30 liter, geheel gevuld met aceton (FD);
- jerrycans gevuld met in totaal 30 liter waterige vloeistof, met daarop een drijflaag van een olieachtige vloeistof BMK (FD);
Ruimte D: destillatie
- een klemdekselvat van 220 liter, gebruikt als houder van een 20 liter rondbodemkolf met aftapkraan (scheitrechter);
- een stoomdestillatieopstelling bestaande uit een gemodificeerde industriële rvs reactie ketel van 400 liter, voorzien van (onder meer) een rvs koeler aangesloten op de waterleiding, zijnde de ketel gevuld met destillatie afval, volgens NFI-resultaat (AADK3038NL) amfetamine en N-formyl-amfetamine;
- een lege nieuwe 600 liter IBC;
Ruimte E
- een klemdekselvat van 220 liter, gevuld met ongeveer 180 liter zure vloeistof, met op het deksel van het vat een pollepel gevuld met een kleine hoeveelheid vloeistof, volgens NFI-resultaat (AADK3027NL) BMK;
- 6 jerrycans gevuld met dezelfde vloeistof, in totaal 110 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3028NL) een oplossing van fosforzuur in water;
- 6 jerrycans, gevuld met in totaal 120 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3029NL) mierenzuur;
- 5 jerrycans, gevuld met in totaal 100 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3030NL) formamide;
- 5 jerrycans, gevuld met in totaal 105 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3031NL) methylamine in methanol;
- 3 sealzakken van elk 25 kilogram, geheel gevuld, volgens NFI-resultaat (AADK3032NL) wijnsteenzuur;
- 8 jerrycans van elk 5 liter, geheel gehuld met zoutzuur (FD);
Interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. In de verschillende ruimtes van deze locatie werd op (zeer) grote schaal MAPA met behulp van een sterk zuur in BenzylMethylKeton (BMK) omgezet, waarna de ter plaatse vervaardigde BMK met behulp van de reactieketel werd gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine volgens de Leuckart-loog methode, waarna de vervaardigde amfetamine base werd gedestilleerd met de aanwezige destillatie opstelling.
Het
NFIrapporteerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [4]
De resultaten van het onderzoek zijn vermeld in onderstaande tabel.
Kenmerk
Resultaat
AADK3033NL
bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
AADK3034NL
bevat BMK op verdund fosforzuur
AADK3036NL
bevat amfetamine in een alkalische waterige vloeistof
AADK3039NL
bevat
N-formylamfetamine
AADK3038NL
bevat amfetamine en
N-formylamfetamine
AADK3027NL
bevat voornamelijk BMK
AADK3028NL
bevat vrijwel uitsluitend een oplossing van fosforzuur in water
AADK3029NL
bevat voornamelijk mierenzuur
AADK3030NL
bevat (vrijwel) uitsluitend formamide
AADK3031NL
bevat methylamine in methanol
AADK3032NL
bevat vrijwel uitsluitend L-(+)-wijnsteenzuur
De
verdachteverklaarde ter terechtzitting van 4 februari 2025 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 23 april 2021, toen de politie mij aanhield in het drugslab aan de [adres 2] in Heerlen, verwisselde ik de koolstoffilters. Ik ken de medeverdachte [medeverdachte] van in dat lab. Ik heb hem daar een paar keer gezien. Mijn taak in dat drugslab was het verplaatsen van materialen en het voorbereiden van wat daar gemaakt ging worden. Zo verplaatste ik vaten en zakken met chemicaliën en ook heb ik gasbranders en gasflessen daarheen gebracht voor de ketel. Toen men het lab voorbereidde kwam ik er nog niet zo vaak, maar in de laatste weken wat meer: drie à vier keer per week. De Ford Transit met kenteken [kenteken] gebruikte ik inderdaad. Ik heb ook dingen gekocht voor het lab, zoals bij Van Cranenbroek.
Het kan best dat ik er vanaf maart 2021 kwam. Ik wist toen wel dat het om drugs ging. Het klopt dat ik op enig moment samen met een of meer anderen naar Ede ben gereden. Dat was om de ketel te halen. Pas toen die er was, startte de productie in het lab. Enkele weken daarvoor werd het lab wel al voorbereid. In de week voordat ik aangehouden werd, was er één batch gedraaid. Tijdens de inval draaide de tweede batch. Die liep voor de derde of vierde nacht en was nog niet klaar. Ik was ook aanwezig tijdens die nachten. Ik zorgde bijvoorbeeld voor de nieuwe gasflessen. Ik heb ook wel geholpen met het uit de ketel halen van spul. Daarbij had ik ook een masker op.
U vraagt mij naar de aangetroffen amfetamine. Die moet dan van de eerste batch zijn, want de tweede was nog niet klaar.
De politie deed onderzoek naar de
historische telefoniegegevens van de verdachte [verdachte]en relateerde daarover – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [5]
Het onderzoeksteam verzocht om de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [nummer] , in gebruik bij de verdachte [verdachte] , over de periode van 1 december 2020 tot en met 23 april 2021.
Op het adres [adres 3] te Heerlen werd een netwerkmeting verricht. (…) Uit de netwerkmeting is gebleken welke zendcellen de beste conditie hadden om vanaf de [adres 3] te Heerlen een verbinding op te bouwen. (…) Uit de gegevens bleek dat de gsm met het telefoonnummer [nummer] op de volgende momenten gebruik heeft gemaakt van (een deel van) de zendcellen die de beste conditie hadden:
- 21 januari 2021;
- 26 februari 2021;
- 11, 12, 15 17, 18, 19, 20, 22, 23, 24, 25, 26, 29, 30 en 31 maart 2021;
- 6, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23 april 2021.
Overwegingen van de rechtbank
Op 23 april 2021 werd in Heerlen een synthetisch drugslab aangetroffen. Naast de gebruikelijke hardware en (pre-)precursoren werden er ook diverse hoeveelheden (van materiaal bevattend) amfetamine aangetroffen. De verdachte heeft erkend dat hij betrokken was bij dit drugslab en daarin ook werkzaamheden heeft verricht. Op grond daarvan concludeert de rechtbank tot bewezenverklaring van het aanwezig hebben van amfetamine (feit 1), het vervaardigen van amfetamine (feit 2) en voorbereiden en bevorderen van de productie van die amfetamine (feit 3).
Wel zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van enkele onderdelen daarvan, bij gebrek aan voldoende bewijsmateriaal.
Het aanwezig hebben van 25,6 liter en 207,75 gram amfetamine
In een jerrycan werd 20 liter vloeistof aangetroffen die amfetamine bevatte. Daarnaast werden er twee maatbekers aangetroffen met daarin onder meer 2,9 en 0,5 liter amfetamine. Enkel de vloeistof in de jerrycan werd door het NFI getest, niet de vloeistof in de maatbekers; die werd enkel voorlopig getest door de FO met de Uhura First Defender (FD). Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat vastgesteld kan worden dat ook dat daadwerkelijk amfetamine betrof. Zulks concludeert zij mede op de plek van aantreffen, te weten in een drugslab dat geschikt was om amfetamine te vervaardigen en de positieve indicatieve (FD) test. Dat leidt aldus tot 23,6 liter amfetamine. Het meerdere ten laste gelegde kan niet worden herleid uit het dossier.
Aan de verdachte is ook ten laste gelegde dat hij 207,75 gram (met)amfetamine aanwezig heeft gehad. Het dossier wekt de suggestie dat deze is aangetroffen in de auto van de verdachte. De chain of evidence is echter incompleet en daarmee kan niet worden vastgesteld of daadwerkelijk 207,75 gram (met)amfetamine in de auto van de verdachte is aangetroffen.
Wel is de rechtbank, anders dan de verdediging, van oordeel dat de verdachte de amfetamine samen met anderen aanwezig heeft gehad. De verdachte werd immers samen met de medeverdachte [medeverdachte] aangehouden, terwijl hij [medeverdachte] ook kende van in het drugslab en hem daar vaker heeft gezien. Dat maakt dat naar het oordeel van de rechtbank sprake is van een gezamenlijke uitvoering. Daarnaast blijkt ook uit zijn eigen verklaring dat naast [medeverdachte] en hijzelf nog anderen betrokken waren bij het lab.
De ten laste gelegde periode.
Net als de verdediging is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte al vóór maart 2021 (strafbare) betrokkenheid had bij het op 23 april 2021 aangetroffen drugslab. Zo kan uit de telefoniegegevens van de verdachte afgeleid worden dat hij weliswaar op twee eerdere momenten aanwezig is geweest, maar dat zijn aanwezigheid een vlucht neemt vanaf medio maart 2021. Daarom zal de rechtbank de verdachte partieel vrijspreken van de periode voorafgaand aan 1 maart 2021.
Gelden en betaalmiddelen
Net als de verdediging is de rechtbank ook van oordeel dat niet bewezen kan worden dat de verdachte gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad teneinde de productie van amfetamine voor te bereiden of te bevorderen. Ook van dat onderdeel zal de verdachte partieel worden vrijgesproken.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
1.hij op 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 23,6 liter amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft vervaardigd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van amfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen
voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat die bestemd waren tot het plegen van dat feit
hebbende hij, verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s)
(onderdelen van) een in werking zijnde productieopstelling, bedoeld voor de productie van amfetamine en bedoeld voor de productie van MAPAA naar BMK en (laboratorium)benodigdheden en hardware voorhanden gehad, waaronder grote ketels en gasflessen en gasbranders en een kolf en jerrycans en (IBC)vaten en maatbekers en een gelaatsmasker
en
chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder
  • citroenzuur en
  • formamide en
  • aceton en
  • fosforzuur en
  • mierenzuur en
  • wijnsteenzuur en
  • zoutzuur en
  • caustic soda en
  • MAPA en
  • Methylamine in methanol en
  • BMK.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen, vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De straffen

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een geldboete van 30.000 euro, subsidiair 185 dagen vervangende hechtenis.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen concreet standpunt ingenomen over de op te leggen straf. Wel heeft zij verzocht in strafmatigende zin rekening te houden met de schending van de redelijke termijn, samenloop van de feiten, het reclasseringsadvies en de persoonlijke en financiële omstandigheden van de verdachte.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank overweegt in het bijzonder als volgt.
De verdachte heeft de productie van amfetamine voorbereid en bevorderd, heeft amfetamine vervaardigd en heeft meer dan 20 kilogram amfetamine aanwezig gehad. Dit speelde zich allemaal af in een synthetisch drugslab, waarin eerst MAPA werd omgezet in BMK én waar daarna ook nog eens vanuit die BMK de amfetamine werd vervaardigd.
Het gebruik van synthetische drugs brengt ernstige gezondheidsrisico's mee. Amfetamine staat bekend als een zeer verslavende drug en pleegt een aanslag op de gezondheid van de gebruiker. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs nog ander gevaar. De rechtbank wijst op de schade aan het milieu, veroorzaakt door dumpingen van bij de productie vrijkomende chemische afvalstoffen en op het ontploffingsgevaar dat bij de productie van synthetische drugs aanwezig is. Regelmatig is dit in het nieuws. Daar komt nog bij dat productie van en handel in harddrugs vaak gepaard gaat met ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, waarbij het gebruik van geweld niet wordt geschuwd. Ten slotte gaat de verkoop van verdovende middelen gepaard met een zwarte geldstroom die ondermijnend werkt voor de legale economie.
De rechtbank is van oordeel dat geen andere straf(modaliteit) passend is dan een forse gevangenisstraf. In beginsel acht de rechtbank voor feiten als deze een gevangenisstraf van 36 maanden gerechtvaardigd.
Wel zal de rechtbank nog rekening houden met het grote tijdsverloop. Na de aanhouding van de verdachte op 23 april 2021, zijn op dit moment bijna 46 maanden verstreken. Normaliter behoort een vonnis binnen 24 maanden uitgesproken te worden. Dat maakt dat sprake is van een overschrijding van 22 maanden.
Daarom zal de rechtbank in plaats van een gevangenisstraf van 36 maanden volstaan met 30 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest.
Ook zal de rechtbank de verdachte een geldboete opleggen van 20.000 euro. Zij neemt daarbij in overweging dat ze de verdachte simpelweg niet gelooft daar waar hij verklaarde over zijn eigen rol, namelijk die van eenmalige helper die vanuit interesse, nieuwsgierigheid en lust naar sensatie en spanning zou hebben gehandeld. Uit het dossier valt immers af te leiden dat de verdachte al langere tijd betrokken is bij de import van grondstoffen voor en productie van drugs en bij hem zijn nota bene notities aangetroffen over het productieproces. Dat de verdachte geen kennis van de materie had, zoals hij zelf stelt, acht de rechtbank niet geloofwaardig. Zij bedeelt hem dan ook een grotere rol toe dan hijzelf doet, eentje waarmee ook de opbrengsten aanzienlijk hoger zijn. Echter, missdaad kan en mag niet lonend zijn en daarom is ook een geldboete terecht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

6.Het beslag

De rechtbank zal de teruggave gelasten van het onder de verdachte in beslag genomen geldbedrag nu het strafvorderlijk belang als bedoeld in artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering zich daartegen niet meer verzet.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen
  • 23, 24c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht,
  • 2, 10 en 10a van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straffen
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2 en 3 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • veroordeelt de verdachte voor de feiten 1, 2 en 3 tot een
  • beveelt dat, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal volgt,
Beslag
-
gelast de teruggavevan het in beslag genomen geldbedrag van
451,45 euro(goednummer G1410651) aan de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. C.P.W. van Well, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 februari 2025.
Buiten staat
Mr. D. Osmić is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.hij op of omstreeks 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 25,6 liter en/of 207,75 gram amfetamine en/of metamfetamine, zijnde amfetamine en/of metamfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2.hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 19 januari 2021 tot en met 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.hij, verdachte, in of omstreeks de periode van 19 januari 2021 tot en met 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het (telkens) opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of vervaardigen van amfetamine(-olie), in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-olie), zijnde (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst 1, voor te bereiden en/of te bevorderen
(telkens) voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
(onderde(e)l(en) van) een in werking zijnde productieopstelling(en), (bedoeld voor de productie van amfetamine en/of bedoeld voor de productie van MAPAA naar BMK) en/of (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden en/of hardware voorhanden gehad, waaronder een of meerdere (grote) ketel(s) en/of gasfles(sen) en/of (gas)brander(s) en/of kol(f) (ven) en/of (een grote hoeveelheid) jerrycans en/of (IBC)vaten en/of maatbekers en/of een gelaatsmasker en/of
(een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder:
  • Citroenzuur (ongeveer 125 kg) en/of
  • formamide (ongeveer 180 liter) en/of
  • aceton (ongeveer 185 liter) en/of
  • fosforzuur (ongeveer 150 liter) en/of
  • mierenzuur (ongeveer 240 liter) en/of
  • wijnsteenzuur (ongeveer 95 kg) en/of
  • zoutzuur (ongeveer 40 liter) en/of
  • caustic soda (ongeveer 240 kg) en/of
  • MMA en/of MAPA (ongeveer 525 kg) en/of
  • Methylamine in methanol (ongeveer 105 liter) en/of
  • BMK (ongeveer 7,7 liter).

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op (de blauw gestickerde) paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, team ondermijning, proces-verbaalnummer LBRAA21217 (TOL 94), gesloten d.d. 23 mei 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 561.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 april 2021, pg. 489-492.
3.Proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO d.d. 22 juli 2021, pg. 80-88.
4.Het deskundigenverslag van ing. A.G.A. Sprong, NFI-deskundige forensische drugsanalayse d.d. 25 juni 2021, p. 89-95.
5.Proces-verbaal bevindingen analyse telecommunicatie, d.d. 24 juni 2021, pg. 475-479.