ECLI:NL:RBLIM:2025:1548

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 februari 2025
Publicatiedatum
19 februari 2025
Zaaknummer
03.111267.21
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf van 18 maanden wegens het aanwezig hebben van amfetamine met overwegingen ten aanzien van wetenschap en beschikkingsmacht

Op 18 februari 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1994, die zonder bekende woon- of verblijfplaats was. De verdachte werd bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat te Maastricht. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 4 februari 2025, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar zijn gemachtigde raadsvrouw wel. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het aanwezig hebben van amfetamine, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte, onder andere vanwege onvoldoende bewijs. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende bewijs was voor de aanwezigheid van 23,6 liter amfetamine, die in een drugslab in Heerlen was aangetroffen op 23 april 2021. De verdachte werd in de nabijheid van het drugslab aangetroffen, wat leidde tot de conclusie dat hij wetenschap van en beschikkingsmacht over de amfetamine had. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 18 maanden op, rekening houdend met eerdere veroordelingen en het tijdsverloop sinds de aanhouding. De rechtbank verklaarde ook de in beslag genomen handschoenen verbeurd, die gebruikt waren bij het bewezenverklaarde feit.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer : 03.111267.21
Tegenspraak (gemachtigde raadsvrouw)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 februari 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens 1] 1994,
zonder bekend woon- of verblijfplaats.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.A.G.M. Landerloo, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 4 februari 2025. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsvrouw. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig behandeld met de strafzaak tegen medeverdachte [medeverdachte] met het parketnummer 03.111266.21.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, na wijziging, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
op 23 april 2021, al dan niet samen met (een) ander(en), 25,6 liter amfetamine aanwezig heeft gehad.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het aanwezig hebben van de amfetamine.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit. Daartoe heeft zij – kort gezegd – aangevoerd dat het dossier onvoldoende bewijsmateriaal bevat voor een bewezenverklaring, nu onder meer:
  • de verdachte niet is aangetroffen in het drugslab;
  • in zijn auto geen relevante goederen zijn aangetroffen;
  • de diverse DNA-matches van mengprofielen afkomstig zijn, niet voorzien zijn van een bewijswaarde en betrekking hebben op verplaatsbare objecten;
  • geen nader onderzoek is gedaan naar een eventuele connectie tussen andere personen waarvan DNA-matches zijn geconstateerd;
  • geen nader onderzoek is gedaan naar de vermeende chemisch ruikende kleding;
  • niet zonder meer vastgesteld kan worden dat de verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer 06-22941622 en, voor zover dat wel vastgesteld wordt, de conclusie dat de telefoon met dat nummer zich telkens op de plaats delict bevond niet zonder meer juist is.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Anders dan de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat het dossier wel degelijk voldoende bewijsmateriaal bevat voor bewezenverklaring van het in vereniging aanwezig hebben van amfetamine. Daartoe zal de rechtbank eerst de redengevende inhoud van de bewijsmiddelen weergeven, om vervolgens nader te motiveren waarom zij tot die conclusie komt.
Bewijsmiddelen
Verbalisanten van de Ondersteuningsgroepvan de politie Limburg relateerden – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [2]
Naar aanleiding van binnengekomen informatie bij het Team Criminele Inlichtingen dat in de woning [adres 1] in Heerlen drugs wordt geproduceerd werd een politie interventie voorbereid. (…) Op het moment dat wij op 23 april 2021 doende waren om toegang tot de woning [adres 1] te krijgen roken wij een sterke chemische lucht rondom de woning [adres 1] Heerlen. (…) Wij openden het stalen hekwerk, rechts naast de woning gelegen. Na het openen van dit stalen hekwerk kregen wij gelijk zicht op de garage / schuur (hierna: garage) welke werd aangeduid met het huisnummer [adres 2] . (…) Wij zagen gelijk dat deze garage geopend was. Op het moment dat wij zicht kregen op deze openstaande garage zagen wij dat een ons onbekende man in deze garage stond. Wij keken tegen de rug van deze man aan en zagen dat hij de ruimte verder naar binnen liep. Wij zagen gelijk dat dit een chemisch drugslab betrof. Wij zagen dat deze man ter hoogte stond van een blauw vat (…). Omstreeks 22.17 uur werd de persoon aangehouden, welke later bleek te zijn genaamd [medeverdachte] , geboren op [geboortegegevens 2] . (…) Na de aanhouding kregen wij (…) de informatie dat mogelijk meerdere personen vanuit het pand [adres 1] en/of [adres 2] waren weggerend. Wij zagen dat direct voor de ingang van de garage een metalen ladder tegen de woning [adres 1] stond. Gezien de verkregen informatie zijn wij de ladder naar boven geklommen om te kijken of een of meerdere verdachten zich verstopt hadden op het dak. Wij zagen dat op het platte dak duidelijk zichtbare schoenzool sporen aanwezig waren. (…) Verder zagen wij dat er meerdere dakpannen kapot getrapt waren. Hierdoor kregen wij het sterke vermoeden dat een persoon via het platte dak was weggerend in de richting van het schuine dak van de woning [adres 3] te Heerlen. Wij (…) namen zicht op de woning [adres 3] te Heerlen. Wij zagen dat op het dak van deze woning een persoon zat. (…) Omstreeks 22.30 uur, hielden wij deze persoon aan, welke later bleek te zijn [verdachte] , geboren op [geboortegegevens 1] Heerlen. (…) Na de aanhouding werden diverse foto's gemaakt van de verdachte [verdachte] . De aangetroffen schoenzoolsporen toonde sterke overeenkomsten met de zolen van de slippers van verdachte [verdachte] .
Bij voormeld proces-verbaal zijn twee
foto’svan een en dezelfde persoon gevoegd (pg. 500). De rechtbank begrijpt dat dit de foto’s zijn die genomen zijn van de verdachte na zijn aanhouding. De
rechtbankheeft daarop waargenomen dat de verdachte, destijds 26 jaar, lange haren had.
De
getuige [naam]verklaarde op 30 april 2021 – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [3]
U deelt mij mede dat u mij hoort in verband met het onderzoek dat loopt in verband met de loods/schuur op de [adres 2] te Heerlen. Ik ben eigenaar van deze loods. De huurder heb ik maar twee keer gezien, waaronder bij het tekenen van het huurcontract. Er was nog een jongere jongen bij met langere haren. Deze heb ik later wel vaker gezien. Eerst gebeurde er niet veel, maar na verloop van tijd stonden er toch materialen in de loods. De laatste keer dat ik in de loods ben geweest, is denk ik twee maanden geleden. Toen heb ik ook die spullen zien staan. Ik zag dan die jonge met die lange haren en een oudere man.
De
verbalisant van de Landelijke Faciliteit Ontmantelen (LFO)relateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [4]
Op 24 en 25 april 2021 heb ik onderzoek verricht op de locatie [adres 2] te Heerlen.
De locatie betrof een opstal (…) te betreden via een poort aan de straatzijde welke toegang gaf tot een "binnenplaatsje”. Via de binnenplaats was de opstal via een deur aanwezig in de garagedeur te betreden. De opstal was verdeeld in een aantal ruimtes. opgebouwd met behulp van houten vezelplaten. Zie onderstaande situatieschets.
Nader onderzoek en monsterneming
Hieronder volgt een omschrijvingen van de door ons onderzochte en indien van toepassing bemonsterde goederen. De monsters werden vervolgens door ons verpakt en voorzien van een kenmerk en een uniek monsternummer (SIN). Ten behoeve van de voorlopige vaststelling van de aanwezige stoffen werd door ons onder andere gebruik gemaakt van een identificatieapparaat dat werkt op basis van Ramantechnologie, de Uhura First Defender (FD). Tevens werden door ons de onderzochte goederen, indien van toepassing, onderworpen aan enkele microchemische tests. Deze tests betreffen kleurreacties waarmee men de eventuele aanwezigheid van opiaten (waaronder heroïne), alkaloïden (waaronder cocaïne) en (met)amfetaminen vast kan stellen.
Ruimte A
- 21 zakken van inhoudsmaat 25 kilogram, wit poeder, in totaal 525 kilogram verwerkte MAPA (FD), volgens NFI-resultaat (AADK3033NL) MAPA;
- 9 lege vervuilde jerrycans van 30 liter en 2 jerrycans van 20 liter met restanten fosforzuur (FD)
- 4 jerrycans van elk 25 liter met resten mierenzuur (FD);
- een klemdekselvat van 220 liter, gevuld met 80 liter vloeistof voorzien van een drijflaag van 4 liter BMK (FD), volgens NFI-resultaat (AADK3034NL) BMK op verdund fosforzuur;
- een witte jerrycan gevuld met 20 liter vloeistof, volgens NFI-resultaat (AADK3036NL) amfetamine in een alkalische waterige vloeistof;
- 4 jerrycans van 20 liter, geheel gevuld met formamide (FD);
Ruimte B
- 5 zakken van elk 25 kilogram, geheel gevuld met citroenzuur (FD);
- 2 jerrycans van elk 20 liter, met in totaal 30 liter fosforzuur (FD);
- 6 jerrycans van elk 20 liter, geheel gevuld met mierenzuur (FD);
Ruimte C
- een gemodificeerde industriële reactie ketel, geschikt voor de vervaardiging van BMK en amfetamine, gevuld met 200 liter groenkleurige vloeistof, voorzien van een 190 liter bruinkleurige olielaag, volgens NFI-resultaat (AADK3039NL) N-formyl-amfetamine, zijnde de eerste kookstap voor amfetamine, welke ketel gekoppeld aan een gaswasser en was voorzien van een rvs koeler die aangesloten was op een waterleider, met 6 gasbranders onder de ketel;
- een maatbeker met twee lagen vloeistof, waarvan de bovenlaag 700 ml BMK (FD);
- een 220 liter klemdekselvat gevuld met 50 liter vloeistof met de geur van mierenzuur;
- een maatbeker met circa 3 liter BMK (FD);
- een maatbaker met twee lagen vloeistof, waarvan de onderlaag 2,9 liter amfetamine (FD);
- een maatbeker met twee lagen vloeistof, waarvan de onderlaag 0,5 liter amfetamine (FD);
- een zak van 25 kilogram, gevuld met circa 20 kilogram wijnsteenzuur (FD);
- twee nieuwe lege IBC’s van 1.000 liter;
- 20 zakken van elk 25 kilogram met caustic soda, waarvan 12 aangebroken;
- een jerrycan gevuld met 15 liter aceton (FD);
- 3 jerrycans van elk 30 liter, geheel gevuld met aceton (FD);
- jerrycans gevuld met in totaal 30 liter waterige vloeistof, met daarop een drijflaag van een olieachtige vloeistof BMK (FD);
Ruimte D: destillatie
- een klemdekselvat van 220 liter, gebruikt als houder van een 20 liter rondbodemkolf met aftapkraan (scheitrechter);
- een stoomdestillatieopstelling bestaande uit een gemodificeerde industriële rvs reactie ketel van 400 liter, voorzien van (onder meer) een rvs koeler aangesloten op de waterleiding, zijnde de ketel gevuld met destillatie afval, volgens NFI-resultaat (AADK3038NL) amfetamine en N-formyl-amfetamine;
- een lege nieuwe 600 liter IBC;
Ruimte E
- een klemdekselvat van 220 liter, gevuld met ongeveer 180 liter zure vloeistof, met op het deksel van het vat een pollepel gevuld met een kleine hoeveelheid vloeistof, volgens NFI-resultaat (AADK3027NL) BMK;
- 6 jerrycans gevuld met dezelfde vloeistof, in totaal 110 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3028NL) een oplossing van fosforzuur in water;
- 6 jerrycans, gevuld met in totaal 120 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3029NL) mierenzuur;
- 5 jerrycans, gevuld met in totaal 100 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3030NL) formamide;
- 5 jerrycans, gevuld met in totaal 105 liter, volgens NFI-resultaat (AADK3031NL) methylamine in methanol;
- 3 sealzakken van elk 25 kilogram, geheel gevuld, volgens NFI-resultaat (AADK3032NL) wijnsteenzuur;
- 8 jerrycans van elk 5 liter, geheel gehuld met zoutzuur (FD);
Interpretatie LFO
De aangetroffen goederen en chemicaliën zijn typische goederen en chemicaliën welke aangetroffen worden op locaties waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. In de verschillende ruimtes van deze locatie werd op (zeer) grote schaal MAPA met behulp van een sterk zuur in BenzylMethylKeton (BMK) omgezet, waarna de ter plaatse vervaardigde BMK met behulp van de reactieketel werd gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine volgens de Leuckart-loog methode, waarna de vervaardigde amfetamine base werd gedestilleerd met de aanwezige destillatie opstelling.
Het
NFIrapporteerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [5]
De resultaten van het onderzoek zijn vermeld in onderstaande tabel.
Kenmerk
Resultaat
AADK3033NL
bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
AADK3034NL
bevat BMK op verdund fosforzuur
AADK3036NL
bevat amfetamine in een alkalische waterige vloeistof
AADK3039NL
bevat
N-formylamfetamine
AADK3038NL
bevat amfetamine en
N-formylamfetamine
AADK3027NL
bevat voornamelijk BMK
AADK3028NL
bevat vrijwel uitsluitend een oplossing van fosforzuur in water
AADK3029NL
bevat voornamelijk mierenzuur
AADK3030NL
bevat (vrijwel) uitsluitend formamide
AADK3031NL
bevat methylamine in methanol
AADK3032NL
bevat vrijwel uitsluitend L-(+)-wijnsteenzuur
De
Forensische Opsporingrelateerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:
Op 24 april 2021 kwamen wij voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres 2] te Heerlen. (…) Verzoek van het LFO was om aanwezige biologische sporen veilig te stellen. (…) Het eerste gedeelte van de garage was ingericht als opslag. Aan de linkerzijde stonden diverse jerrycans en een aantal blauwe tonnen en op de vloer een houten afzuiging. (…) Tegen de linkerwand lagen diverse zakken Hydrate opgestapeld. Op deze gestapelde zakken werd een volgelaatsmasker aangetroffen. Dit werd veiliggesteld en voorzien van SIN AANP4933NL. (…) Rechts om de hoek in het eerste gedeelte van de garage stond een metalen stelling. (…) Op de vloer schuin voor de stelling werd een volgelaatsmasker, zwart/oranje van kleur aangetroffen. Dit volgelaatsmasker werd veiliggesteld en voorzien van SIN AANP4946NL. [6]
Een bemonstering van het masker AANP4946NL werd voorzien van SIN AAOO0176NL (gehele filter gedeelte binnenzijde masker). Twee bemonsteringen van masker AANP4933NL werden voorzien van SIN AAOO0174NL (gehele filter gedeelte binnenzijde masker) en SIN AA00175NL (gehele contactvlak masker met gezicht). (…). [7]
Het
TMFIrapporteerde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende: [8]
Het DNA-profiel van verdachte [verdachte] , geboren op [geboortegegevens 1] 1994, is vergeleken met de DNA-profielen verkregen uit het sporenmateriaal.
(…)
Bemonstering AAOO0175NL bevat een DNA-profiel met een frequentie van kleiner dan één op één miljard, dat matcht met het DNA-profiel van verdachte [verdachte] .
(…)
Bemonstering AAOO0176NL bevat een DNA-mengprofiel, waarvan een DNA-hoofdprofiel is afgeleid met een frequentie van kleiner dan één op één miljard, dat matcht met het DNA-profiel van verdachte [verdachte] .
(…)
Bemonstering AAOO0174NL bevat een DNA-profiel met een frequentie van kleiner dan één op één miljard, dat matcht met het DNA-profiel van verdachte [verdachte] .
Overwegingen van de rechtbank
Op 23 april 2021 werd in Heerlen een synthetisch drugslab aangetroffen. Naast de gebruikelijke hardware en (pre-)precursoren werden er ook diverse hoeveelheden (van materiaal bevattend) amfetamine aangetroffen. In een jerrycan werd 20 liter vloeistof aangetroffen die amfetamine bevatte. Daarnaast werden er twee maatbekers aangetroffen met daarin onder meer 2,9 en 0,5 liter amfetamine. Enkel de vloeistof in de jerrycan werd door het NFI getest, niet de vloeistof in de maatbekers; die werd enkel voorlopig getest door de FO met de Uhara First Defender (FD). Desalniettemin is de rechtbank van oordeel dat vastgesteld kan worden dat ook dat daadwerkelijk amfetamine betrof. Zulks concludeert zij mede op de plek van aantreffen, te weten in een drugslab dat geschikt was om amfetamine te vervaardigen en de positieve indicatieve (FD) test. Dat leidt aldus tot 23,6 liter amfetamine. De 2 liter meer ten laste gelegde amfetamine kan niet herleid worden uit het dossier.
De verdachte werd in de nabijheid van het drugslab aangetroffen, schuilend op een dak enkele panden verderop. Dat de verdachte op dat moment daadwerkelijk uit het drugslab kwam, stelt de rechtbank vast op grond van zijn chemisch ruikende kleding en op de grond dat de verdachte via een ladder vlak naast het drugslab naar boven is geklommen. Dat blijkt overigens uit de route die de politie heeft afgelegd via die ladder, kapotte dakpannen en schoenzoolsporen die overeenkwamen met de slippers van de verdachte, leidend tot de vindplaats van de verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte ook wetenschap van en beschikkingsmacht over de amfetamine had. Dat leidt de rechtbank af uit de omstandigheden dat de verdachte in de maanden voorafgaand aan de inval meerdere malen in het lab is geweest, zoals blijkt uit de verklaring van de verhuurder van het pand, en uit de DNA-matches aan de binnenkant van twee gelaatsmaskers. Hoewel er inderdaad op diverse maskers en peuken DNA-mengprofielen zijn aangetroffen en sommige (mogelijke) DNA-matches niet van een bewijswaarde zijn voorzien, doet dat niet af aan de hiervoor weergegeven matches. Dat betreffen immers drie matches met een matchkans van elk kleiner dan één op één miljard. Op grond daarvan, ook in combinatie met zijn aanwezigheid ter plekke op meerdere momenten, stelt de rechtbank vast dat de verdachte ook daadwerkelijk de donor is van dat celmateriaal in die maskers en dat hij die maskers dus ook heeft gedragen. Onder deze omstandigheden kan het niet anders dan dat de verdachte op de hoogte was van en beschikkingsmacht had over de amfetamine. Dat verdachte de amfetamine tezamen en in vereniging met een ander voorhanden heeft gehad blijkt onder andere uit het feit dat medeverdachte Trail werd aangehouden in het lab, ten laste van wie door de rechtbank bij vonnis van heden het medeplegen van hetzelfde feit bewezen is verklaard.
Kortom, anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat het dossier meer dan voldoende bewijsmateriaal bevat voor de conclusie dat de verdachte 23,6 liter amfetamine aanwezig had. De overige opmerkingen van de raadsvrouw over de plek van aantreffen van de verdachte, het uitblijven van onderzoek naar zijn kleding of naar mogelijke andere verdachten, het niet aantreffen van relevante goederen in zijn auto en stellingen over de (vermeende) telefoon van de verdachte doen daar allemaal niet aan af.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij op 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 23,6 liter bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De straf

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 30 maanden met aftrek van voorarrest.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de op te leggen straf.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De rechtbank overweegt in het bijzonder als volgt.
De verdachte heeft meer dan 20 liter amfetamine aanwezig gehad. Die amfetamine bevond zich in een synthetisch drugslab, waarin eerst MAPA werd omgezet in BMK én waar daarna ook nog eens vanuit die BMK de amfetamine werd vervaardigd. Naar het oordeel van de rechtbank kan het een niet los worden gezien van het ander in deze zaak.
Het gebruik van synthetische drugs brengt ernstige gezondheidsrisico's mee. Amfetamine staat bekend als een zeer verslavende drug en pleegt een aanslag op de gezondheid van de gebruiker. Naast het gevaar voor de volksgezondheid schuilt in de productie van synthetische drugs nog ander gevaar. De rechtbank wijst op de schade aan het milieu, veroorzaakt door dumpingen van bij de productie vrijkomende chemische afvalstoffen en op het ontploffingsgevaar dat bij de productie van synthetische drugs aanwezig is. Regelmatig is dit in het nieuws. Daar komt nog bij dat productie van en handel in harddrugs vaak gepaard gaat met ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, waarbij het gebruik van geweld niet wordt geschuwd. Ten slotte gaat de verkoop van verdovende middelen gepaard met een zwarte geldstroom die ondermijnend werkt voor de legale economie.
De rechtbank is van oordeel dat geen andere straf(modaliteit) passend is dan een forse gevangenisstraf. In beginsel acht de rechtbank voor feiten als deze een gevangenisstraf van 30 maanden gerechtvaardigd.
De rechtbank ziet echter ook dat de verdachte in de tussentijd tot gevangenisstraffen van 22 en 30 maanden is veroordeeld. Op basis van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht moet de rechtbank beoordelen hoeveel straf de verdachte nog méér had gekregen als deze zaak gelijktijdig zou zijn afgedaan met die andere twee. De rechtbank zou de verdachte in dat geval geen 30, maar 24 maanden erbij hebben opgelegd.
Ook zal de rechtbank nog rekening houden met het grote tijdsverloop. Na de aanhouding van de verdachte op 23 april 2021, zijn op dit moment bijna 46 maanden verstreken. Normaliter behoort een vonnis binnen 24 maanden uitgesproken te worden. Dat maakt dat sprake is van een overschrijding van 22 maanden.
Daarom zal de rechtbank in plaats van een gevangenisstraf van 24 maanden volstaan met 18 maanden gevangenisstraf, met aftrek van voorarrest.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

6.Het beslag

De rechtbank zal de twee onder de verdachte in beslag genomen handschoenen verbeurd verklaren, nu met behulp daarvan het bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 47, 63 van het Wetboek van Strafrecht
  • 2 en 10 van de Opiumwet,
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
-
verklaart verbeurdde volgende in beslag genomen voorwerpen:
- twee stuks kleding, handschoenen, grijs, PL2300-2021060897-G1410223.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Loof, voorzitter, mr. D. Osmić en mr. C.P.W. van Well, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.A.G. Corten, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 februari 2025.
Buiten staat
Mr. D. Osmić is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 4 februari 2025 – ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 april 2021 in de gemeente Heerlen, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van 25,6 liter bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op (de blauw gestickerde) paginanummers uit het proces-verbaal van politie eenheid Limburg, dienst regionale recherche, team ondermijning, proces-verbaalnummer LBRAA21217 (TOL 94), gesloten d.d. 23 mei 2022, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 561.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 april 2021, pg. 489-492.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 april 2021, pg. 245-247.
4.Proces-verbaal bevindingen ondersteuning LFO d.d. 22 juli 2021, pg. 80-88.
5.Het deskundigenverslag van ing. A.G.A. Sprong, NFI-deskundige forensische drugsanalayse d.d. 25 juni 2021, p. 89-95.
6.Proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict d.d. 16 juni 2021, p. 123-131.
7.Proces-verbaal relaas d.d. 2 januari 2022, pg. 101.
8.Het deskundigenverslag van dr. M. Moorlag (forensisch DNA-deskundige i.o.) en dr. P.J. Herbergs (NRGD-geregistreerd forensisch DNA-deskundige) d.d. 10 mei 2021, pg. 220-224.