ECLI:NL:RBLIM:2025:1427

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
14 februari 2025
Zaaknummer
C/03/313889 / HA ZA 23-50
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een deskundige in civiele procedure met betrekking tot taxatie van registergoederen

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 29 januari 2025 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak met zaaknummer C/03/313889 / HA ZA 23-50. De eisende partijen, bestaande uit meerdere eisers, hebben de rechtbank verzocht om een deskundige te benoemen voor de taxatie van registergoederen. De rechtbank heeft eerder op 20 november 2024 een tussenvonnis uitgesproken waarin werd bepaald dat de benoeming van de deskundige aan de rechtbank zou worden overgelaten. De deskundige, ing. M.J. Kakkenberg van Kerkhof & Kakkenberg rentmeesters, heeft een offerte uitgebracht die door beide partijen is goedgekeurd.

De rechtbank heeft in het vonnis van 29 januari 2025 de deskundige benoemd en het voorschot op de kosten van de deskundige vastgesteld op € 6.000,00 inclusief btw. De eisers zijn verplicht om dit voorschot binnen twee weken na ontvangst van de nota te betalen. De rechtbank heeft ook bepaald dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen en dat partijen verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek. De deskundige moet binnen vier maanden na betaling van het voorschot een schriftelijk rapport indienen, waarin ook de reacties van partijen op het concept-rapport moeten worden verwerkt.

De rechtbank heeft verder aangegeven dat als partijen niet voldoen aan hun verplichtingen, dit gevolgen kan hebben voor hun procespositie. De beslissing over het voorschot is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en verdere beslissingen zijn aangehouden tot het deskundigenbericht is ontvangen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer / rolnummer: C/03/313889 / HA ZA 23-50
Vonnis (bij vervroeging) van 29 januari 2025
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser sub 2],
te [woonplaats 2] ,
3.
[eiseres sub 3],
te [woonplaats 3] ,
4.
[eiseres sub 4],
te [woonplaats 4] ,
5.
[eiseres sub 5],
te [woonplaats 4] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
advocaat: mr. F.H.I. Hundscheid te Sittard,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats 5] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. W.G.M.M. van Montfort te Heerlen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 november 2024.
1.2.
Naar aanleiding van hetgeen is bepaald in het vonnis van 20 november 2024 hebben partijen aangegeven de benoeming van de deskundige over te laten aan de rechtbank. Ing. M.J. Kakkenberg (Kerkhof & Kakkenberg rentmeesters) heeft op verzoek van de rechtbank een offerte uitgebracht.
1.3.
Beide partijen zijn in de gelegenheid gesteld op deze offertes en de persoon van de deskundige te reageren.
1.4.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De rechtbank zal gelet op de reacties van beide partijen over gaan tot benoeming van ing. M.J. Kakkenberg (Kerkhof & Kakkenberg rentmeesters) tot deskundige in deze zaak. Partijen hebben bij akte ingestemd met de door de deskundige uitgebrachte offerte.
2.2.
De rechtbank zal de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vaststellen op het in de beslissing vermelde bedrag.
2.3.
In haar vonnis van 20 november 2024 heeft de rechtbank reeds geoordeeld dat het voorschot op de kosten van de deskundige door [eisers] moet worden gedeponeerd.
2.4.
De rechtbank wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De rechtbank zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de rechtbank daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.
2.5.
Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.
2.6.
Elke verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
Op welk bedrag taxeert u de – huidige – vrije verkoopwaarde van de onderscheiden registergoederen zoals genoemd in de (herziene) conceptakte van verdeling?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis moet nemen bij de verdere beoordeling?
3.2.
benoemt tot deskundige:
ing. M.J. Kakkenberg RT,
correspondentieadres: Gelrestraat 77,
6101 EV Echt,
tel: 0475 541 900 / 0651849179
mail: info@kerkhofenkakkenberg.nl,
het voorschot
3.3.
stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op het door de deskundige begrote bedrag van € 6.000,00 inclusief btw,
3.4.
bepaalt dat [eisers] het voorschot dient over te maken
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
3.5.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
het onderzoek
3.6.
bepaalt dat [eisers] zijn procesdossier in afschrift aan de deskundige dient te doen toekomen,
3.7.
bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen op de door de deskundige in overleg met partijen te bepalen tijd en plaats,
3.8.
wijst de deskundige er op dat:
  • de deskundige voor aanvang van het onderzoek dient kennis te nemen van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (te raadplegen op www.rechtspraak.nl of desgevraagd te verkrijgen bij de griffie),
  • de deskundige het onderzoek pas na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot dient aan te vangen,
  • de deskundige het onderzoek onmiddellijk dient te staken en contact dient op te nemen met de griffier, indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,
  • de deskundige partijen bij een onderzoek van een object ter plaatse gelegenheid dient te bieden dit onderzoek bij te wonen; indien slechts één partij, althans niet alle partijen, bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig is of zijn, de deskundige dit onderzoek niet mag uitvoeren, tenzij alle partijen zijn uitgenodigd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn, en dat uit het rapport moet blijken dat hieraan is voldaan,
  • indien partijen bij het onderzoek van objecten ter plaatse aanwezig zijn geweest, uit het rapport moet blijken welke opmerkingen zij hebben gemaakt en welke verzoeken zij hebben gedaan, en hoe de deskundige hierop heeft gereageerd,
3.9.
bepaalt dat partijen nadere inlichtingen en gegevens aan de deskundige dienen te verstrekken indien deze daarom verzoekt, de deskundige toegang dienen te verschaffen tot voor het onderzoek noodzakelijke plaatsen, en de deskundige ook voor het overige gelegenheid dienen te geven tot het verrichten van het onderzoek,
het schriftelijk rapport
3.10.
draagt de deskundige op om uiterlijk vier maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
3.11.
wijst de deskundige er op dat:
  • uit het schriftelijk bericht moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,
  • de deskundige een concept van het rapport aan partijen moet toezenden, opdat partijen de gelegenheid krijgen binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,
3.12.
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,
overige bepalingen
3.13.
draagt de griffier op de zaak op de rol te plaatsen:
- indien het voorschot niet binnen de daarvoor bepaalde (eventueel verlengde) termijn is ontvangen: voor akte uitlating voortprocederen aan beide zijden op een termijn van twee weken of
- na ontvangst ter griffie van het deskundigenbericht: voor conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van beide partijen gelijktijdig op een termijn van vier weken,
3.14.
verklaart de beslissing over het voorschot uitvoerbaar bij voorraad,
3.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.A.J.M. Provaas en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: AH