Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiseres sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
3.
[eiser sub 3],
4.
[eiseres sub 4],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 10,
- de brief van de rechtbank van 17 juli 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
2.De feiten
€ 350.000,00.
3.Het geschil
20 december 2023 dan wel vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4.De beoordeling
31 mei 2023 ontbinden als zij voldeden aan een van de voorwaarden van artikel 15.1. van die overeenkomst [1] . Partijen hebben de datum waarop de kopers zekerheid moesten stellen voor € 35.000,00 en de datum van levering van de woning een aantal keer uitgesteld [2] . De datum om de overeenkomst te kunnen ontbinden zoals genoemd in artikel 15.1. van de koopovereenkomst hebben partijen niet gewijzigd. [gedaagden] erkennen dat zij niet tijdig - uiterlijk 31 mei 2023 - een beroep gedaan hebben op een van de ontbindende voorwaarden van dat artikel. Zij hebben ook niet meegewerkt aan de levering van de woning. [3]
31 augustus 2023 en 2 oktober 2023 [6] aan [gedaagden] dat hij handelt namens de “verkopende partij”. Eisers sub 2 tot en met 4 zijn naast eiseres sub 1 in de koopovereenkomst vermeld als verkopende partij. Eisers sub 2 tot en met 4 hebben gemotiveerd toegelicht dat zij een volmacht aan [naam schoonzoon] verleend hebben om namens hen op te treden. De rechtbank is daarom, gelet op het bepaalde in artikel 3:61 lid 1 BW, van oordeel dat [naam schoonzoon] namens alle eisers [gedaagden] op 31 augustus 2023 in gebreke heeft gesteld en de koopovereenkomst op
2 oktober 2023 buitengerechtelijk heeft ontbonden.
dat [eisers] hen houden aan nakoming van het boetebeding. Subsidiair menen zij dat de contractuele boete gematigd dient te worden, omdat de toepassing van het beding in de gegeven omstandigheden leidt tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat.
(€ 5.087,50) gemaakt om de woning aan een derde partij te verkopen. Ook hebben zij de maandelijkse vaste lasten en gebruikerslasten van de woning 8,5 maanden moeten doorbetalen (in totaal € 2.036,94) totdat de woning notarieel werd overgedragen aan de nieuwe eigenaren [7] . De rechtbank is van oordeel dat deze kosten het rechtstreeks gevolg zijn van het niet nakomen van de afnameverplichting van [gedaagden] Dat is anders voor de beslagkosten (€ 1.512.50), de gerechtsdeurwaarderskosten (€ 905,96) en de advocaatkosten
(€ 14.021,61). Deze kosten vloeien niet voort uit het niet nakomen van de afnameverplichting – de reden voor ontbinding van de overeenkomst door de verkopers - maar uit het niet betalen van de boete. Het betreffen dus kosten die zien op het incasseren van de boete. Die kosten laat de rechtbank bij de afweging of er grond is voor matiging buiten beschouwing. Het enkele feit dat de werkelijke schade lager is dan het overeengekomen bedrag van de boete, betekent overigens niet dat toepassing van een boetebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is of tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt.
18 oktober 2023, aangezien zij vanaf die datum in verzuim zijn.