Uitspraak
RECHTBANK limburg
[naam] , te Weert, verzoeker
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2025.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 22 december 2025 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de afwijzing van een aanvraag voor een verklaring omtrent het gedrag (VOG) door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was gedaan door verzoeker, die een functie als uitkeringsconsulent A bij het UWV in Amsterdam had gekregen, maar wiens aanvraag op 4 november 2025 was afgewezen. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij de VOG uiterlijk op 1 januari 2026 moest aanleveren om zijn functie te kunnen aanvaarden.
Tijdens de zitting op 15 december 2025 heeft verzoeker, bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde, zijn situatie toegelicht. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker in de afgelopen jaren met justitie in aanraking is gekomen en dat er een openstaande zaak tegen hem loopt. De voorzieningenrechter heeft de afwijzing van de VOG beoordeeld aan de hand van zowel het objectieve als het subjectieve criterium. Het objectieve criterium houdt in dat als er justitiële gegevens zijn die een risico voor de samenleving vormen, de VOG kan worden geweigerd. Het subjectieve criterium houdt rekening met de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de afwijzing van de VOG gerechtvaardigd was, omdat verzoeker recentelijk met justitie in aanraking is gekomen en er een risico op recidive bestaat. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het belang van de bescherming van de samenleving zwaarder weegt dan het persoonlijke belang van verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt op 22 december 2025, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.