In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 24 november 2025 een beschikking gegeven inzake het verzoek van een meerderjarige, afkomstig uit Afghanistan, tot vaststelling van zijn geboortegegevens en wijziging van zijn voornamen. De verzoeker, die sinds 1997 in Nederland verblijft, heeft geen geboorteakte kunnen overleggen vanwege de situatie in zijn geboorteland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de Basisregistratie Personen is ingeschreven met een bepaalde naam, maar dat er geen geboorteakte in de registers van de gemeente Den Haag aanwezig is. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder het Burgerlijk Wetboek, geraadpleegd en geconcludeerd dat de verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet in staat is om een gelegaliseerde geboorteakte op te vragen. De rechtbank heeft daarom besloten om de geboortegegevens van de verzoeker vast te stellen op basis van zijn oorspronkelijke geboortenamen en heeft de wijziging van zijn voornaam toegewezen, omdat de verzoeker aangaf dat hij hinder ondervond van zijn huidige voornaam, die gerelateerd is aan een geloof waar hij niet langer mee geassocieerd wil worden. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de nodige wijzigingen door te voeren in de geboorteakte van de verzoeker.