ECLI:NL:RBLIM:2025:11475

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 november 2025
Publicatiedatum
21 november 2025
Zaaknummer
11864674 CV EXPL 25-3503
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een huurkoopovereenkomst en vordering tot betaling van achterstallige leasetermijnen

In deze zaak heeft Hiltermann Lease B.V. een huurkoopovereenkomst gesloten met een gedaagde partij voor de leasing van een Mercedes Benz CLA 180. De overeenkomst, die in oktober 2023 werd aangegaan, had een looptijd van 47 maanden met een totale leaseprijs van € 23.283,33. De maandelijkse leasetermijnen van € 495,39 werden echter niet betaald door de gedaagde, wat leidde tot de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst door Hiltermann op 19 juni 2024. Hiltermann heeft de auto ingenomen en verkocht, en heeft de gedaagde in gebreke gesteld voor een bedrag van € 13.648,45, dat bestond uit achterstallige termijnen en kosten voor het innemen van de auto.

De gedaagde heeft gereageerd met de bewering dat hij de auto had ingeleverd en daarom niets meer verschuldigd zou zijn. Hiltermann heeft echter uitgelegd dat de gedaagde nog steeds verplicht was om te betalen, ondanks de inlevering van de auto. Bij dagvaarding op 15 augustus 2025 was het openstaande bedrag opgelopen naar € 15.493,37 door contractuele rente en buitengerechtelijke kosten. Hiltermann vorderde een verklaring voor recht dat de overeenkomst was ontbonden en veroordeling van de gedaagde tot betaling van € 12.500,00, vermeerderd met rente en kosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst en dat Hiltermann gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden. De vordering van Hiltermann werd toegewezen, inclusief de contractuele rente en proceskosten. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag en de proceskosten, met een uitvoerbaar bij voorraad verklaring.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11864674 CV EXPL 25-3503
Vonnis van 19 november 2025
in de zaak van
HILTERMANN LEASE B.V.m.h.o.d.n.
FINANCIAL LEASE NEDERLAND,
te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: Hiltermann,
gemachtigde: M. Kalf,
tegen
[gedaagde]v.h.o.d.n.
[handelsnaam],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Hiltermann heeft in oktober 2023 een huurkoopovereenkomst (hierna: de overeenkomst) met [gedaagde] , in de uitoefening van zijn bedrijf, gesloten met betrekking tot een Mercedes Benz CLA 180 met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) met een looptijd van 47 maanden. De totale leaseprijs bedroeg € 23.283,33 en de maandelijkse leasetermijnen € 495,39, bij vooruitbetaling te voldoen. Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Hiltermann van toepassing verklaard.
2.2.
[gedaagde] heeft vanaf januari 2024 de maandelijkse leasetermijnen, ondanks verzoeken en sommaties, niet betaald. Hiltermann heeft de overeenkomst daarom op 19 juni 2024 buitengerechtelijk ontbonden. Hiltermann heeft de auto ingenomen en verkocht.
2.3.
Bij brief van 8 augustus 2024 heeft Hiltermann aanspraak gemaakt op de kosten na beëindiging van de overeenkomst en is [gedaagde] in gebreke gesteld om een bedrag van € 13.648,45 te voldoen. Dit bedrag is opgebouwd uit zes achterstallige termijnen van elk € 495,39, uit € 955,90 aan kosten voor het innemen van de auto en € 19.470,21 aan resterende termijnen. Hierop is een bedrag van € 9.750,00 aan verkoopopbrengst in mindering gebracht.
2.4.
[gedaagde] heeft in een reactie laten weten dat de auto is ingeleverd (en hij daarom in de veronderstelling verkeert dat hij niets meer hoeft te betalen). Hiltermann heeft vervolgens toegelicht waarom [gedaagde] toch moet betalen en waaruit het openstaand bedrag is opgebouwd. Hiltermann heeft meerdere pogingen ondernomen om langs een minnelijke weg betaling te verkrijgen.
2.5.
Ten tijde van dagvaarden op 15 augustus 2025, is het openstaande bedrag als gevolg van de contractuele rente en buitengerechtelijke kosten opgelopen naar € 15.493,37.

3.Het geschil

3.1.
Hiltermann vordert - samengevat - een verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden en de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 12.500,00, vermeerderd met rente en kosten. Hiltermann heeft haar vordering gemaximeerd en ziet af van het meerdere.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[gedaagde] betwist niet dat hij is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door de leasetermijnen niet (meer) te betalen. Aan de blote stelling bij dupliek dat (slechts) twee maanden niet zijn betaald, gaat de kantonrechter voorbij. De kantonrechter neemt als vaststaand aan dat sprake was van een achterstand van zes maanden. Hiltermann was daarmee gerechtigd de overeenkomst buitengerechtelijk te ontbinden. De gevorderde verklaring voor recht dat de overeenkomst is ontbonden, is daarmee toewijsbaar.
4.2.
Als gevolg van de ontbinding is [gedaagde] op grond van de overeenkomst en algemene voorwaarden de achterstallige en resterende leasetermijnen aan Hiltermann verschuldigd. De hoogte van de door Hiltermann gehanteerde bedragen zijn onweersproken gebleven.
4.2.1.
De omstandigheid dat [gedaagde] zich een en ander bij het aangaan van de overeenkomst niet heeft gerealiseerd, komt voor zijn eigen rekening en risico. De bepalingen in de overeenkomst omtrent de financiële verplichtingen en de gevolgen bij het niet nakomen ervan zijn helder geformuleerd en een leaseovereenkomst is op zichzelf ook geen ingewikkeld product. Het is ook niet zo dat, zoals [gedaagde] veronderstelt, hij alsnog hetzelfde bedrag moet betalen als wanneer hij de verplichtingen wel was nagekomen en de auto had kunnen behouden. Zo is de verkoopopbrengst van de auto op de resterende termijnen in mindering gebracht. De stelling van [gedaagde] bij dupliek dat de auto een defect had, kan de beoordeling niet anders maken. Voor zover [gedaagde] al reparatiekosten zou hebben gemaakt waarvan hij thans meent dat die niet voor zijn rekening zouden moeten komen, had hij zich daarmee tot de dealer (en niet: Hiltermann) moeten wenden. De persoonlijke en financiële omstandigheden van [gedaagde] destijds (al dan niet mede door gemaakte reparatiekosten voor de auto) doen, hoe dan ook, geen afbreuk aan de betalingsverplichting jegens Hiltermann.
4.3.
Hiltermann heeft haar vordering niettemin - geheel onverplicht - gemaximeerd op € 12.500,00 (de kantonrechter begrijpt: uitsluitend de achterstallige en resterende termijnen zonder innamekosten, vervallen rente of buitengerechtelijke kosten). Hiltermann is [gedaagde] hiermee aanzienlijk tegemoetgekomen. [gedaagde] moet dit bedrag betalen. De kantonrechter zal de vordering om [gedaagde] te veroordelen om dit bedrag te betalen, toewijzen.
4.4.
Op grond van de algemene voorwaarden moet contractuele rente van 1,5% betaald worden als een leasetermijn dan wel enig bedrag dat op grond van de overeenkomst en/of algemene voorwaarden is verschuldigd niet op tijd wordt betaald. Betaling van het hele leasebedrag volgt uit de overeenkomst en daarom moet over de hele hoofdsom contractuele rente betaald worden. De door Hiltermann gevorderde contractuele rente van 1,5% per maand over het toe te wijzen bedrag vanaf datum dagvaarden is daarmee toewijsbaar.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Hiltermann worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
120,78
- griffierecht
543,00
- salaris gemachtigde
812,00
(2 punten × € 406,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.610,78
4.6.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de financiële leaseovereenkomst (huurkoop) met betrekking tot de Mercedes-Benz, type: CLA 180, met kenteken [kenteken] is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Hiltermann te betalen € 12.500,00, te vermeerderen met de contractuele rente over het toegewezen bedrag, met ingang van 15 augustus 2025, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.610,78, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H.M. Kuster en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2025.
NIv