ECLI:NL:RBLIM:2025:10250

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
11886276 BT VERZ 25-5324; BM 404065
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap met een testament met tweetrapsmaking

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 30 september 2025, uitspraak gedaan op een verzoek tot machtiging voor beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap. Het verzoek is ingediend door H. Paul van Van Grafhorst Notarissen, namens de verzoeker/bewindvoerder, met betrekking tot de betrokkene, geboren in 1938. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek, dat op 19 september 2025 per e-mail is ontvangen, en heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling.

De verzoeker vraagt om machtiging om de nalatenschap van de erflater beneficiair te aanvaarden, omdat er een tweetrapsbepaling rust op de verkrijging. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat voor het aanvaarden van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving, zoals geregeld in artikel 1:441 lid 5 BW, geen machtiging van de kantonrechter vereist is. De kern van de zaak is of de tweetrapsmaking betekent dat er toch machtiging moet worden gevraagd op basis van artikel 1:441 lid 1 aanhef en onder b BW, dat machtiging vereist voor een making of gift waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat erfstellingen niet vallen onder artikel 1:441 lid 2 aanhef en onder b BW, en dat de term 'making' in dit artikel enkel betrekking heeft op legaten. Dit betekent dat de verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek, omdat er geen machtiging van de kantonrechter nodig is voor de beneficiaire aanvaarding. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer : 11886276 BT VERZ 25-5324
dossiernummer : BM 404065
datum : 30 september 2025

beschikking op een verzoek tot machtiging

op verzoek van:
H. Paul, (Van Grafhorst Notarissen),
correspondentieadres: Postbus 1110, 3500 BC Utrecht,
namens:
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats 1] , [adres 1] ,
hierna te noemen: verzoeker/bewindvoerder,
met betrekking tot:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1938,
wonende te [woonplaats 2] , [adres 2] ,
hierna te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen per e-mail op 19 september 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

beoordeling

Verzoeker vraagt machtiging om de nalatenschap van [erflater] beneficiair te aanvaarden namens betrokkene. Volgens verzoeker is machtiging nodig vanwege de tweetrapsbepaling die rust op de verkrijging. Alles wat zij onverteerd heeft achtergelaten van de nalatenschap bij haar overlijden, zal toekomen aan de zoons van de overledene.
Voor het aanvaarden van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving (beneficiaire aanvaarding, artikel 1:441 lid 5 BW) is geen machtiging van de kantonrechter vereist. De vraag is dan of de tweetrapsmaking betekent dat toch machtiging moet worden gevraagd op basis van artikel 1:441 lid 1 aanhef en onder b BW, dat bepaalt dat (als rechthebbende niet in staat of weigerachtig is toestemming te verlenen) machtiging van de kantonrechter nodig is om een making of gift waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden aan te nemen. De vraag is of een erfstelling als de onderhavige een making is als hiervoor bedoeld. Volgens de notaris wel.
De wet is hierin niet eenduidig. In sommige wetsartikelen wordt met ‘making’ gedoeld op legaten én erfstellingen, terwijl in andere wetsartikelen met ‘making’ enkel legaten wordt bedoeld.
De kantonrechter oordeelt dat erfstellingen niet vallen onder artikel 1:441 lid 2 aanhef en onder b BW en dat de daar genoemde ‘making’ dus enkel ziet op legaten. Een andere uitkomst zou zich niet verhouden met artikel 1:441 lid 5 BW, en ook niet met de beneficiaire aanvaarding van rechtswege van artikel 4:193 lid 2 BW. Dit alles betekent dat geen machtiging van de kantonrechter nodig is. De kantonrechter zal verzoeker daarom in zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaren.

Beslissing

De kantonrechter
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.M. Drenth, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.