In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Krijtland Wonen (SKW) en een gedaagde huurder. De gedaagde huurder, die sinds 14 september 2015 een woning huurt van SKW, heeft herhaaldelijk huurachterstanden laten ontstaan. Ondanks eerdere vonnissen waarbij de huurovereenkomst werd ontbonden en de gedaagde werd veroordeeld tot ontruiming, heeft de gedaagde telkens op het laatste moment de achterstand voldaan, waardoor SKW niet tot ontruiming overging. In april 2025 was er opnieuw een huurachterstand van € 1.653,64. SKW heeft daarop de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning gevorderd. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst niet nakomt en dat er geen vertrouwen meer is in zijn belofte om de huur tijdig te betalen. De huurovereenkomst werd ontbonden en de gedaagde werd veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 820,82 per maand vanaf 1 september 2025 en € 416,36 aan buitengerechtelijke kosten, evenals de proceskosten van SKW.