Verrekening van waardevermeerdering is niet aan de orde: de woning wordt niet
meer waard door het herstel. Een aftrek nieuw-voor-oud is wel aan de orde ten
aanzien van het schilderwerk op de zij- en achtergevel. Deze aftrek is -arbitrair- op
70% vastgesteld.
In de raming is geen rekening gehouden met het geheel uithuizen, tijdelijk verblijf
elders en het weer inhuizen van de inboedel. Voor zover herstelwerk in de woning
leidt tot noodzakelijk wegnemen, afdekken en poetsen, is daar in de raming een
post voor opgenomen.
De kostenraming is opgesteld met gebruik van de gangbare eenheidsbedragen van
bouwdelen en arbeidskosten uit publicaties zoals uitgegeven door BIM, Cobouw,
diverse materialen leveranciers uit de regio alsmede het Economisch Instituut voor
de Bouw en het Nederlands Bouwkosten Instituut.
Het uurloon voor een bouwkundig medewerker van een aannemersbedrijf is daarbij
gesteld op€ 50,-· exclusief de opslagen zoals hieronder genoemd. Het uurloon voor
een medewerker van een installatiebedrijf is op€ 67,50 exclusief opslagen en BTW
gesteld.
Er is rekening gehouden met het lage BTW-tarief op schilder- en stukadoorswerken
omdat de woning ouder is dan twee jaar.
Het kostenniveau in de bouwwereld wordt door diverse invloeden bepaald. De post
onvoorzien in de raming dekt de onvoorziene werkzaamheden die vanwege de
toepassing van een raming nooit 100% zeker op te voeren zijn alsook de diversiteit
in de prijsvorming van verschillende aannemers als ook het kostenverhogende feit
dat voortkomt uit het gegeven dat herstelwerk te allen tijde als "besmet" wordt
ervaren zodat het prijsniveau van herstelwerk per definitie hoger ligt dan in de
gangbare cijfers is voorzien.
De post onvoorzien staat los van de niet direct toewijsbare staartkosten zoals winst
en risico, bouwplaatskosten en algemene bedrijfskosten van de (hoofd)aannemer.
Deze zogenaamde opslagen zijn door middel van gangbare percentages -zijnde 5%
algemene kosten, 6% kosten uitvoering/bouwplaatskosten, 7% winst en risico en
0,5% CAR-verzekering- doorgerekend op de totale herstelkosten.
De raming is opgesteld op basis van prijspeil eerste halfjaar 2024.