Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
[naam], verzoeker 1, (samen verzoekers 1) en
[naam], verzoeker 2
,(samen verzoekers 2), uit [woonplaats] of [woonplaats] ,
Rechtbank Limburg
In deze zaak hebben verzoekers de voorzieningenrechter verzocht om de besluiten van de burgemeester van de gemeente Maasgouw tot sluiting van hun woning en eethuis te schorsen, in afwachting van de besluiten op hun bezwaren. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken toegewezen, omdat zij ernstige bedenkingen heeft bij zowel de bevoegdheid van de burgemeester om de sluitingen op te leggen als bij de noodzaak van deze sluitingen. De burgemeester had op 25 november 2024 besluiten genomen tot sluiting van de woning en het eethuis, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de aangetroffen hoeveelheid verdovende middelen in de woning, die bestemd zou zijn voor eigen gebruik, niet voldoende grond vormde voor sluiting. Bovendien was er een aanzienlijke tijd verstreken sinds het aantreffen van de middelen zonder verdere incidenten.
De voorzieningenrechter heeft ook twijfels geuit over de sluiting van het eethuis, aangezien er geen verdovende middelen in het eethuis zelf zijn aangetroffen en de bovenwoning apart afsluitbaar is. De burgemeester had de sluiting van het eethuis niet kunnen baseren op de aangetroffen gsm, wat de voorzieningenrechter als onvoldoende beschouwde. De voorzieningenrechter concludeerde dat de besluiten van de burgemeester waarschijnlijk onrechtmatig zijn en heeft deze geschorst. Tevens is bepaald dat de burgemeester het griffierecht en de proceskosten aan de verzoekers moet vergoeden. De uitspraak is gedaan op 19 december 2024, en een afschrift is op 24 december 2024 aan de partijen verzonden.