3.20.Zoals hiervoor in rechtsoverweging 3.17 is overwogen, is het hof van oordeel dat de
familie vanwege hun emotionele betrokkenheid en de financiële consequenties die bepaalde
keuzes met zich brengen minder goed in staat is om de voor de betrokkene juiste beslissingen
te nemen en dat een professionele mentor is aangewezen. Gelet hierop wordt het verzoek om
[naam] tot mentor te benoemen afgewezen.
Het hof ziet op dit moment geen aanleiding om in de plaats van mevrouw [verzoekster] een andere
mentor te benoemen. Omdat er nog geen beslissing is genomen op het verzoek tot
ondercuratelestelling, laat het hof het (zonodig) aan de kantonrechter om te beslissen over de
persoon van de mentor, respectievelijk bewindvoerder of curator. Het hof heeft immers van
de mentor begrepen dat zij haar taak op dit moment niet goed kan uitvoeren. De vraag of er
desgewenst een andere professional moet worden benoemd, in wie de betrokkene en/of de
familie meer vertrouwen heeft, kan bij de kantonrechter bij de beoordeling van het nog
voorliggende verzoek aan de orde komen.
De kantonrechter onderschrijft dus dat aannemelijk is geworden, op basis van het verhandelde ter zitting en met name ook op basis van de deskundigenverklaringen van psychiater [naam psychiater] en GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] , dat [betrokkene] als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat is of bemoeilijkt wordt om haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen. Hij vindt ook voldoende aannemelijk dat dat geldt voor de belangen van vermogensrechtelijke aard (3.15).
Net als het Hof twijfelt de kantonrechter niet aan de bij [betrokkene] vastgestelde diagnose(s) en aan de zorgen om haar toestand en situatie (3.16). De brieven van het Angstcentrum van 18 juli en 18 augustus 2023 leggen te weinig gewicht in de schaal om anders dan het Hof te oordelen. Bij de waardering en weging van die twee brieven heeft de kantonrechter meegenomen dat onduidelijk is wat het Angstcentrum allemaal weet/niet weet van deze zaak en van [betrokkene] en dat het erop lijkt dat het Angstcentrum voornamelijk is afgegaan op de informatie van [naam] en [betrokkene] , zonder contact te zoeken met de mentor van [betrokkene] en zonder contact op te nemen met Mondriaan. Onduidelijk is ook of- en zo ja, welk vervolg er is geweest van de behandeling van [betrokkene] bij het Angstcentrum. Zijn er meer dan die twee gesprekken geweest, is er een behandelplan, heeft de heer [naam gedragstherapeut] al contact gehad met de mentor en/of eerdere behandelaren?
Het had op de weg gelegen van [naam] en mr. Voragen om de kantonrechter daarover nader te informeren na diens brief van 17 oktober 2023. Dat is niet gebeurd.
[naam] heeft zelfs helemaal niets meer van zich laten horen.
Net als het Hof oordeelt de kantonrechter dat de klachten bij [betrokkene] er nog zijn, dat het jammer is dat de familie niet openstaat voor een gesprek, dat de familie vast geen verkeerde bedoelingen heeft en met [betrokkene] is begaan maar dat vanwege die emotionele betrokkenheid en de financiële consequenties voor de gehele familie die bepaalde keuzes van [betrokkene] met zich brengen, de familie minder goed in staat is om - althans op voldoende objectieve wijze - de voor [betrokkene] juiste beslissingen te nemen (3.17). “Een onafhankelijk en objectief persoon is naar het oordeel van het Hof beter in staat om de juiste afwegingen te maken.”
Dat vindt de kantonrechter ook.
De zorgen en de kritiek van het Hof ten aanzien van de inschakeling van het Angstcentrum buiten de mentor om, deelt de kantonrechter ook (3.18). En dat Mondriaan geen behandelaar meer is, maakt natuurlijk niet dat dan mentorschap, bewindvoering of curatele überhaupt niet meer aan de orde zou zijn (3.19).
Er moet dus een professionele mentor of professionele curator zijn voor [betrokkene] , volgens het Hof (3.20). Dat vindt de kantonrechter ook en vanuit dat perspectief schreef hij zijn brief van 17 oktober 2023 aan alle betrokkenen. De reacties die hij daarop ontving, werden hierboven, onder het kopje “het verdere verloop van de procedure” al weergegeven.
De kantonrechter vindt het nu niet meer nodig dat er nog eens een zitting wordt bepaald, zoals mr. Voragen voorstelt. Er zijn genoeg zittingen geweest. De kantonrechter vindt het erg jammer dat er uiteindelijk geen gesprekken op gang zijn gekomen tussen de familie, de behandelaren en de mentor. Dat was zeker in het belang van [betrokkene] geweest. Hij had daar ook meer van verwacht na 17 april 2023. Hij moet concluderen dat het vooral [naam] en zijn advocaat, mr. Voragen, zijn geweest die zo’n gesprek en elke andere vorm van overleg met een nota bene door de kantonrechter benoemde professionele mentor uit de weg zijn gegaan en die in plaats daarvan juist eigengereid en eigenwijs een eigen plan hebben getrokken door zonder overleg met de mentor het Angstcentrum in Lanaken te benaderen en het conflict steeds meer juridisch op scherp te zetten.
Dat is ook niet veranderd na het toch duidelijke arrest van het Hof op 5 oktober 2023.
Het valt de kantonrechter tegen dat [naam] en mr. Voragen ook ná het toch duidelijke arrest van het Hof geen enkele poging hebben gedaan om in gesprek te komen met de mentor of om in elk geval - die ruimte had de kantonrechter nu juist geboden in zijn brief van 17 oktober 2023 - een nieuwe, onafhankelijke, professionele mentor te vinden en voor te dragen die een frisse start zou kunnen maken en met [betrokkene] en de familie zou kunnen nagaan of verdere behandeling bij bijvoorbeeld het Angstcentrum zinvol zou kunnen zijn.
Nu duidelijk is dat [betrokkene] als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om haar belangen - in de ruime zin van het woord - behoorlijk waar te nemen en nu ook duidelijk is dat die waarneming door de familie wordt bemoeilijkt, concludeert de kantonrechter dat een beschermingsmaatregel op zijn plaats is. De kantonrechter meent dat vooralsnog met bewind en mentorschap kan worden volstaan.
Nu niemand van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om een professionele kandidaat voor te dragen, zal de kantonrechter ambtshalve een bewindvoerder en mentor benoemen. Dat worden mevrouw [naam bewindvoerder] (bewindvoerder) en mevrouw [naam mentor 1] (mentor). Beiden hebben zich schriftelijk daartoe bereid verklaard.
De kantonrechter zal voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording de beloning vaststellen overeenkomstig artikel 2 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen bewindvoerder vaststellen overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning voor aanvangswerkzaamheden nu de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind geen budgetbeheer heeft gevoerd.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Op grond van artikel 3 lid 4 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de bewindvoerder is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen mentor vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 4 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Op grond van artikel 4 lid 3 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de mentor is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.