ECLI:NL:RBLIM:2024:9933

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
8 januari 2024
Publicatiedatum
24 december 2024
Zaaknummer
10381724 MS VERZ 23-297
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een professionele bewindvoerder en mentor in een curatelezaak met betrekking tot geestelijke gezondheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 8 januari 2024 een beschikking gegeven inzake de onderbewindstelling en instelling van mentorschap voor de betrokkene, geboren in 1965. De verzoekster, h.o.d.n. [handelsnaam 1], had eerder een mentorschap en provisioneel bewindvoering aangevraagd, maar de familie van de betrokkene verzet zich tegen deze beschermingsmaatregelen. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd, waarbij verschillende stukken en verklaringen zijn ingediend, waaronder medische verklaringen van psychologen en behandelaren. De betrokkene heeft een bipolaire stoornis, angststoornis en persoonlijkheidsstoornis, wat haar vermogen om zelfstandig beslissingen te nemen beïnvloedt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om haar belangen zelf te behartigen, mede door de invloed van haar familie. De kantonrechter heeft besloten dat er een professionele bewindvoerder en mentor benoemd moeten worden, omdat de huidige beschermingsmaatregelen niet voldoende zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Team Toezicht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer : 10381724 MS VERZ 23-297
CB-nummer : 321122
BM-nummer : 401943
MB-nummer : 42776
Uitspraakdatum : 8 januari 2024

Beschikking onderbewindstelling en instelling mentorschap

naar aanleiding van het verzoek van

[verzoekster] h.o.d.n. [handelsnaam 1] ,

correspondentieadres: [correspondentieadres 1] ,
hierna te noemen: verzoekster,
met betrekking tot

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: de betrokkene,
gemachtigde: mr. R.G.P. Voragen.

Feiten

Bij beschikking van 24 januari 2023 is met ingang van 1 februari 2023 een mentorschap ingesteld ten behoeve van de betrokkene, met benoeming van verzoekster tot mentor.
Bij beschikking van 10 maart 2023 is [verzoekster] h.o.d.n. [handelsnaam 1] tot provisionele bewindvoerder benoemd.

Procedure

De kantonrechter verwijst naar de beschikking van 10 maart 2023.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verweerschrift door mr. R.G.P. Voragen, ingediend namens de betrokkene en
[naam] , ingekomen op 11 april 2023,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op
17 april 2023,
- de brief met bijlagen van [verzoekster] , ingekomen op 12 mei 2023,
- de e-mail met bijlage van [verzoekster] , ingekomen op 22 mei 2023,
- de e-mail van [verzoekster] , ingekomen op 8 juni 2023,
- de e-mail van mr. R.G.P. Voragen, ingekomen op 16 juni 2023,
- de e-mail met bijlage van [naam] , ingekomen op 21 juli 2023,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op
24 juli 2023,
- de brief met bijlagen van [verzoekster] , ingekomen op 11 oktober 2023,
- de brief met bijlagen van [verzoekster] , ingekomen op 27 oktober 2023,
- de brief van K. [naam GZ-psycholoog] (GZ psycholoog en regiebehandelaar, Mondriaan), ingekomen
op 31 oktober 2023,
- de e-mail met bijlage van mr. R.G.P. Voragen, ingekomen op 31 oktober 2023,
- de e-mail met bijlage van mr. R.G.P. Voragen, ingekomen op 11 november 2023,
- de e-mail met als bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder,
ingekomen op 28 december 2023,
- de e-mail met als bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend mentor,
ingekomen op 28 december 2023.

Het (verdere) verloop van de procedure

Op verzoek van Mondriaan - onder meer gebaseerd op een medische verklaring van 30 november 2022 van psychiater [naam psychiater] - heeft de kantonrechter op 24 januari 2023 mevrouw [verzoekster] als professioneel mentor benoemd over [betrokkene] per 1 februari 2023.
De mentor heeft vervolgens verzocht om [betrokkene] onder curatele te stellen, daarbij onder meer verwijzend naar een ondersteunende verklaring van GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] van Mondriaan, van 27 februari 2023.
De kantonrechter heeft op 10 maart 2023 alvorens verder te beslissen mevrouw [verzoekster] per die datum als provisioneel bewindvoerder benoemd.
Op 17 april 2023 heeft de kantonrechter de vervolgzitting gehouden. Aan het einde daarvan werd afgesproken dat [naam] , [betrokkene] , mevrouw [verzoekster] en betrokken hulpverlening van Mondriaan een gezamenlijk gesprek zouden gaan plannen, om na te gaan wat het beste voor [betrokkene] zou zijn.
Dat gesprek is er niet gekomen.
De kantonrechter heeft daarna bepaald dat de behandeling van het verzoek zou worden voortgezet op 24 juli 2023.
Op voorhand kreeg de kantonrechter via [naam] per mail van 21 juli 2023 een verklaring van de heer [naam gedragstherapeut] , cognitief gedragstherapeut van het Angstcentrum Socrato in Lanaken, van 18 juli 2023. [betrokkene] had zich daar, begeleid door [naam] , aangemeld op 29 juni 2023, er waren twee gesprekken geweest. Het aanbod van de heer [naam gedragstherapeut] was om samen met [betrokkene] een behandelplan op te stellen, waarbij het centrum contact zou opnemen met Mondriaan en met de behandelaar om afspraken te formuleren en het verdere medicatiebeleid te bespreken.
De kantonrechter begreep tijdens de zitting van 25 juli 2023 dat [naam] hoger beroep had ingesteld en dat er een mondelinge behandeling bij het Hof in Den Bosch zou zijn op 5 september 2023. De kantonrechter wilde afwachten wat het Hof zou gaan beslissen (zie brief kantonrechter aan alle betrokkenen, van 27 juli 2023).
Op 9 oktober 2023 schreef mevrouw [verzoekster] aan de kantonrechter dat het Hof op 5 oktober 2023 arrest had gewezen. Ze stuurde dat arrest mee.
De kantonrechter heeft op 17 oktober 2023 aan alle betrokkenen een brief geschreven, waarin hij verwees naar het oordeel van het Hof. In het spoor van het Hof was hij van oordeel dat er:
ofwel een professionele bewindvoerder en een professionele mentor moet(en) worden benoemd;
ofwel een professionele curator moet worden benoemd.
Betrokkenen kregen zorgvuldigheidshalve de kans om nog één keer schriftelijk te reageren en om eventuele professionele kandidaten (met hun bereidverklaring) voor te dragen (zie brief van kantonrechter aan alle betrokkenen, van 17 oktober 2023).
Mevrouw [verzoekster] vroeg in haar brief van 9 oktober 2023 aan de kantonrechter al om een beslissing te nemen over de curatele-aanvraag. Na de brief van de kantonrechter van 17 oktober 2023 schreef zij aan hem - kort samengevat - dat bewind en mentorschap onvoldoende bescherming bood aan [betrokkene] , dat met name de opstelling van [naam] en de invloed die hij op [betrokkene] uitoefent, schadelijk is en dat er een curator moet komen die een nieuwe start kan maken ten behoeve van [betrokkene] en die dan kan worden aangedragen door de familie of uitgekozen door de kantonrechter.
Mevrouw [naam GZ-psycholoog] , GZ-psycholoog en regiebehandelaar van Mondriaan schreef op 26 oktober 2023 aan de kantonrechter, kort samengevat, dat beide opties (bewindvoering en mentorschap dan wel curatele) goed zijn, dat - om het traject een kans te geven - een nieuwe vertegenwoordiger zou moeten worden aangesteld die met een schone lei kan beginnen, maar dat ze geen professionele vertegenwoordigers kende en dat ze hoopte dat de kantonrechter een geschikte kandidaat wist die past bij [betrokkene] en haar familie.
Op 31 oktober 2023 mailde mr. Voragen aan de kantonrechter een reactie die beweerdelijk namens [betrokkene] werd gegeven (maar die niet door [betrokkene] was ondertekend o.i.d. zodat de kantonrechter dat niet goed kon controleren). De strekking was, kort samengevat, dat [betrokkene] het oneens was met het benoemen van een bewindvoerder of curator, dat een mentor en/of een bewindvoerder/curator [betrokkene] belemmerde in haar genezingsproces en dat er geen behoefte aan een mentor, laat staan een bewindvoerder of curator was, omdat [betrokkene] niet meer onder behandeling stond bij Mondriaan en zij zelf met [naam] een nieuwe behandelaar had geregeld (de heer [naam gedragstherapeut] van het Angstcentrum in Lanaken). “Graag wenst [betrokkene] een nieuwe zitting zodat duidelijk wordt dat een curator of bewindvoerder niet aan de orde is…” Als bijlage stuurde mr. Voragen een brief van voormelde [naam gedragstherapeut] van het Angstcentrum van 18 augustus 2023. Het aanbod uit de eerdere brief werd hierin herhaald en het centrum was inmiddels gestart met het voorgestelde behandelplan. “In het kader van een behandeltraject in het angstcentrum zou in deze een mentorschap overbodig zijn. Mede gezien patiënte open staat, gemotiveerd is voor een behandeltraject. Indien er overleg en/of samenwerking met de (huidige of vorige) behandelaar noodzakelijk is, en dit ook met toestemming van patiënte, zullen we hieraan zeker gevolg geven..”
Na verkregen uitstel mailde mr. Voragen op 14 november 2023 aan de kantonrechter een reactie die beweerdelijk namens de moeder van [betrokkene] werd gegeven (maar die niet door haar was ondertekend o.i.d. zodat de kantonrechter dat niet goed kon controleren). De strekking van de reactie was - kort samengevat - dat bewindvoering, mentorschap of curatele helemaal niet nodig was en dat [betrokkene] “een nieuwe behandelaar had die goed bij haar paste” (zonder overigens de naam van de behandelaar te noemen, maar de kantonrechter gaat ervanuit dat de heer [naam gedragstherapeut] werd bedoeld).
Van [naam] ontving de kantonrechter geen enkel bericht meer.
Daarna is bepaald dat vandaag uitspraak wordt gedaan.

De (verdere) beoordeling

Mr. Voragen heeft blijkens het arrest van 5 oktober 2023 de hele kwestie nog niet zo lang geleden in hoger beroep breed voorgelegd aan het Hof in Den Bosch namens [betrokkene] en/of [naam] . Er is ook een mondelinge behandeling bij het Hof geweest, op 5 september 2023. Dat is nog maar enkele maanden geleden.
De kantonrechter heeft dat arrest allereerst te respecteren omdat het om een (actueel) oordeel van de hogere rechter (lees: drie hogere rechters) gaat, maar los daarvan kan hij de argumentatie van het Hof aan de hand van al het verhandelde ter zitting en de dossierstukken, ook wel onderschrijven.
Veronderstellend dat het arrest van het Hof bij allen bekend is, verwijst de kantonrechter met name naar de overwegingen 3.15 tot en met 3.20 die het hart van de beslissing van het Hof vormen en die gemakshalve hier integraal worden herhaald:
3.15.
Op grond van de stukken en het hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren
is gebracht is het hof van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de betrokkene
als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat is
of bemoeilijkt wordt haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar
te nemen.
3.16.
Uit de stukken blijkt dat Mondriaan sinds 2020 bij de betrokkene betrokken is. Zij is
gediagnosticeerd met een bipolaire stemmingsstoornis, een angststoornis en een
ongespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De betrokkene kent hierdoor periodes van
depressie, waarbij zij veel lijdensdruk en subjectief cognitieve klachten ervaart. Deze
periodes worden afgewisseld met periodes waarin zij zich redelijk stabiel voelt en waarbij
sprake is van toegenomen activiteit, Op 13januari 2023 is een zogenoemd CIZ
indicatiebesluit gegeven inhoudende een zorgprofiel voor wonen met intensieve begeleiding
en gedragsregulering, 24 uurszorg.
De voormalige behandelaar van de betrokkene heeft namens Mondriaan het inleidend
verzoek ingediend, omdat er veel zorgen over de betrokkene zijn. Zo heeft de behandelaar
geconstateerd dat de betrokkene al lange tijd vast zit in haar angsten en geen beslissingen kan
nemen. De betrokkene durft eigen keuzes niet kenbaar te maken, twijfelt aan deze keuzes en
is niet in staat om verantwoordelijkheid te nemen voor haar dagelijkse leven. Daarbij kan ze
niet goed overzien dat haar (niet-) handelen mogelijk nadelige gevolgen heeft, zoals het
kwijtraken van haar woonplek.
Wat de situatie bemoeilijkt is dat de familieleden adviezen aan de betrokkene geven, die
haaks staan op de adviezen van de zorgverleners. Dit komt de behandeling en het
herstelproces niet ten goede.
Het hof ziet geen aanleiding om aan de vastgestelde diagnose(s) en zorgen te twijfelen, te
meer waar enige concrete onderbouwing daartoe van de zijde van verzoekers ontbreekt.
3.17.
Daar komt bij dat de klachten van de betrokkene nog onverminderd aanwezig zijn,
hetgeen niet, dan wel in onvoldoende mate is betwist. De betrokkene heeft er nog steeds
moeite mee om zelfstandig beslissingen te nemen over haar verblijf en behandeling. Zo geeft
zij mogelijk al geruime tijd bij de familie aan dat zij weer thuis wil wonen, maar kiest zij er
toch voor om feitelijk bij Mondriaan te blijven. Zij woont daar immers in een vrijwillig
kader. Het hof betreurt het dat de betrokkene niet in gesprek met Mondriaan of de mentor
durft te gaan, zonder dat de familie of advocaat erbij is en dat de familie niet open staat voor
een gesprek, zoals de kantonrechter heeft voorgesteld.
Alhoewel het hof geen aanleiding heeft om te veronderstellen dat de familie verkeerde
bedoelingen heeft en ervan uitgaat dat de familie met de betrokkene is begaan, zijn er wel
twijfels of de familie in staat is beslissingen te nemen die het meest tegemoet komen aan de
belangen van de betrokkene. Vanwege de emotionele betrokkenheid en de financiële
consequenties voor de gehele familie die bepaalde keuzes van betrokkene met zich brengen
is het hof van oordeel dat de familie minder goed in staat is om - althans op objectieve wijze
- de voor de betrokkene juiste beslissingen te nemen. Een onafhankelijk en objectief persoon
is naar het oordeel van het hof beter in staat om de juiste afwegingen te maken.
3.18.
Het hof neemt daarbij nog in overweging dat het, gelet op haar psychische
problematiek, zorgelijk is dat de betrokkene haar medicatie aan het afbouwen is, terwijl
nergens uit blijkt dat de therapeut van het Angstcentrum bevoegd is ter zake van medicatie
voorschriften en derhalve voldoende in staat is om een dergelijk advies te geven. Een
dergelijke beslissing dient naar het oordeel van het hof door en onder begeleiding van een
psychiater/arts te worden genomen. Bovendien had de behandeling bij het Angstcentrum
eerst mogen starten nadat de mentor hiervoor de vereiste toestemming had gegeven. De
mentor is opgeleid om dergelijke afwegingen te maken. Zij voldoet aan de kwaliteitseisen
die aan een professionele mentor worden gesteld. Indien de behandeling in het belang van de
betrokkene wenselijk of noodzakelijk is, dan heeft de mentor er geen belang bij om een
dergelijke behandeling in de weg staan.
3.19.
Al deze omstandigheden tezamen maken dat de grond voor een mentorschap ten tijde
van het indienen van het verzoek en ook nu nog aanwezig is en dat het noodzakelijk is dat de
huidige maatregel in stand blijft. Dat Mondriaan geen behandelaar meer is, doet hier niets
aan af.
3.20.
Zoals hiervoor in rechtsoverweging 3.17 is overwogen, is het hof van oordeel dat de
familie vanwege hun emotionele betrokkenheid en de financiële consequenties die bepaalde
keuzes met zich brengen minder goed in staat is om de voor de betrokkene juiste beslissingen
te nemen en dat een professionele mentor is aangewezen. Gelet hierop wordt het verzoek om
[naam] tot mentor te benoemen afgewezen.
Het hof ziet op dit moment geen aanleiding om in de plaats van mevrouw [verzoekster] een andere
mentor te benoemen. Omdat er nog geen beslissing is genomen op het verzoek tot
ondercuratelestelling, laat het hof het (zonodig) aan de kantonrechter om te beslissen over de
persoon van de mentor, respectievelijk bewindvoerder of curator. Het hof heeft immers van
de mentor begrepen dat zij haar taak op dit moment niet goed kan uitvoeren. De vraag of er
desgewenst een andere professional moet worden benoemd, in wie de betrokkene en/of de
familie meer vertrouwen heeft, kan bij de kantonrechter bij de beoordeling van het nog
voorliggende verzoek aan de orde komen.
De kantonrechter onderschrijft dus dat aannemelijk is geworden, op basis van het verhandelde ter zitting en met name ook op basis van de deskundigenverklaringen van psychiater [naam psychiater] en GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] , dat [betrokkene] als gevolg van haar geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat is of bemoeilijkt wordt om haar belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen. Hij vindt ook voldoende aannemelijk dat dat geldt voor de belangen van vermogensrechtelijke aard (3.15).
Net als het Hof twijfelt de kantonrechter niet aan de bij [betrokkene] vastgestelde diagnose(s) en aan de zorgen om haar toestand en situatie (3.16). De brieven van het Angstcentrum van 18 juli en 18 augustus 2023 leggen te weinig gewicht in de schaal om anders dan het Hof te oordelen. Bij de waardering en weging van die twee brieven heeft de kantonrechter meegenomen dat onduidelijk is wat het Angstcentrum allemaal weet/niet weet van deze zaak en van [betrokkene] en dat het erop lijkt dat het Angstcentrum voornamelijk is afgegaan op de informatie van [naam] en [betrokkene] , zonder contact te zoeken met de mentor van [betrokkene] en zonder contact op te nemen met Mondriaan. Onduidelijk is ook of- en zo ja, welk vervolg er is geweest van de behandeling van [betrokkene] bij het Angstcentrum. Zijn er meer dan die twee gesprekken geweest, is er een behandelplan, heeft de heer [naam gedragstherapeut] al contact gehad met de mentor en/of eerdere behandelaren?
Het had op de weg gelegen van [naam] en mr. Voragen om de kantonrechter daarover nader te informeren na diens brief van 17 oktober 2023. Dat is niet gebeurd.
[naam] heeft zelfs helemaal niets meer van zich laten horen.
Net als het Hof oordeelt de kantonrechter dat de klachten bij [betrokkene] er nog zijn, dat het jammer is dat de familie niet openstaat voor een gesprek, dat de familie vast geen verkeerde bedoelingen heeft en met [betrokkene] is begaan maar dat vanwege die emotionele betrokkenheid en de financiële consequenties voor de gehele familie die bepaalde keuzes van [betrokkene] met zich brengen, de familie minder goed in staat is om - althans op voldoende objectieve wijze - de voor [betrokkene] juiste beslissingen te nemen (3.17). “Een onafhankelijk en objectief persoon is naar het oordeel van het Hof beter in staat om de juiste afwegingen te maken.”
Dat vindt de kantonrechter ook.
De zorgen en de kritiek van het Hof ten aanzien van de inschakeling van het Angstcentrum buiten de mentor om, deelt de kantonrechter ook (3.18). En dat Mondriaan geen behandelaar meer is, maakt natuurlijk niet dat dan mentorschap, bewindvoering of curatele überhaupt niet meer aan de orde zou zijn (3.19).
Er moet dus een professionele mentor of professionele curator zijn voor [betrokkene] , volgens het Hof (3.20). Dat vindt de kantonrechter ook en vanuit dat perspectief schreef hij zijn brief van 17 oktober 2023 aan alle betrokkenen. De reacties die hij daarop ontving, werden hierboven, onder het kopje “het verdere verloop van de procedure” al weergegeven.
De kantonrechter vindt het nu niet meer nodig dat er nog eens een zitting wordt bepaald, zoals mr. Voragen voorstelt. Er zijn genoeg zittingen geweest. De kantonrechter vindt het erg jammer dat er uiteindelijk geen gesprekken op gang zijn gekomen tussen de familie, de behandelaren en de mentor. Dat was zeker in het belang van [betrokkene] geweest. Hij had daar ook meer van verwacht na 17 april 2023. Hij moet concluderen dat het vooral [naam] en zijn advocaat, mr. Voragen, zijn geweest die zo’n gesprek en elke andere vorm van overleg met een nota bene door de kantonrechter benoemde professionele mentor uit de weg zijn gegaan en die in plaats daarvan juist eigengereid en eigenwijs een eigen plan hebben getrokken door zonder overleg met de mentor het Angstcentrum in Lanaken te benaderen en het conflict steeds meer juridisch op scherp te zetten.
Dat is ook niet veranderd na het toch duidelijke arrest van het Hof op 5 oktober 2023.
Het valt de kantonrechter tegen dat [naam] en mr. Voragen ook ná het toch duidelijke arrest van het Hof geen enkele poging hebben gedaan om in gesprek te komen met de mentor of om in elk geval - die ruimte had de kantonrechter nu juist geboden in zijn brief van 17 oktober 2023 - een nieuwe, onafhankelijke, professionele mentor te vinden en voor te dragen die een frisse start zou kunnen maken en met [betrokkene] en de familie zou kunnen nagaan of verdere behandeling bij bijvoorbeeld het Angstcentrum zinvol zou kunnen zijn.
Nu duidelijk is dat [betrokkene] als gevolg van haar lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is om haar belangen - in de ruime zin van het woord - behoorlijk waar te nemen en nu ook duidelijk is dat die waarneming door de familie wordt bemoeilijkt, concludeert de kantonrechter dat een beschermingsmaatregel op zijn plaats is. De kantonrechter meent dat vooralsnog met bewind en mentorschap kan worden volstaan.
Nu niemand van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om een professionele kandidaat voor te dragen, zal de kantonrechter ambtshalve een bewindvoerder en mentor benoemen. Dat worden mevrouw [naam bewindvoerder] (bewindvoerder) en mevrouw [naam mentor 1] (mentor). Beiden hebben zich schriftelijk daartoe bereid verklaard.
De kantonrechter zal voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording de beloning vaststellen overeenkomstig artikel 2 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen bewindvoerder vaststellen overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning voor aanvangswerkzaamheden nu de bewindvoerder voorafgaand aan het bewind geen budgetbeheer heeft gevoerd.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Op grond van artikel 3 lid 4 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de bewindvoerder is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de te benoemen mentor vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 4 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de jaarbeloning van de te benoemen mentor, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
Op grond van artikel 4 lid 3 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren is de beloning verschuldigd vanaf de eerste dan wel de zestiende dag van de maand waarin de mentor is benoemd en wordt deze in maandelijkse termijnen betaald.

Beslissing

De kantonrechter
- stelt de goederen die (zullen) toebehoren aan
[betrokkene], wegens haar lichamelijke of geestelijke toestand onder bewind met ingang van 16 januari 2024,
- stelt ten behoeve van
[betrokkene]een mentorschap in met ingang van 16 januari 2024,
- benoemt tot bewindvoerder:
[naam bewindvoerder] h.o.d.n. [handelsnaam 2] ,
correspondentieadres: [correspondentieadres 2] ,
- bepaalt dat de provisioneel bewindvoerder binnen twee maanden na het einde van het provisioneel bewind de eindrekening en -verantwoording aflegt aan de betrokkene en de bewindvoerder en een – zo mogelijk door hen voor akkoord ondertekend – exemplaar ervan aan het team Toezicht overlegt,
- stelt de beloning voor het opmaken van de tussentijdse eindrekening en -verantwoording vast overeenkomstig artikel 2 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
- bepaalt dat de opvolgend bewindvoerder binnen vier maanden na de ingangsdatum van het bewind een afschrift van de beschrijving van de aan het bewind onderworpen goederen aan het team Toezicht overlegt,
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de bewindvoerder vast overeenkomstig de in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren opgenomen hoge beloning,
- stelt de jaarbeloning van de bewindvoerder vast overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- benoemt tot mentor:
[naam mentor 2] ,
correspondentieadres: [correspondentieadres 3] ,
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 4 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- stelt de jaarbeloning van de mentor vast overeenkomstig artikel 4 lid 2 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren,
- bepaalt dat de mentor jaarlijks een verslag indient omtrent het verloop van het mentorschap.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, P.A.H. Duisters. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan - door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te