ECLI:NL:RBLIM:2024:9768

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
11220955 \ CV EXPL 24-3636
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en geschil over overeenkomst van opdracht tussen twee partijen

In deze civiele zaak, behandeld door de Kantonrechter in Maastricht, vordert eiser in conventie, V.H., betaling van een bedrag van € 5.152,55 van gedaagde in conventie, H.O.D.N. '[handelsnaam 2]' en '[handelsnaam 3]'. De vordering is gebaseerd op een overeenkomst van opdracht die eiser stelt te hebben met gedaagde, waarbij hij werkzaamheden heeft verricht voor de belastingaangifte van gedaagde en zijn echtgenote. Gedaagde betwist echter dat er een overeenkomst tot stand is gekomen en stelt dat er geen afspraken zijn gemaakt over de prijs. De kantonrechter oordeelt dat eiser niet voldoende feiten heeft aangedragen om zijn vordering te onderbouwen, waardoor de vordering wordt afgewezen. In reconventie vordert '[bedrijfsnaam]' betaling van € 2.084,29 van eiser, maar ook deze vordering wordt afgewezen omdat de grondslag niet is komen vast te staan. De proceskosten worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.

Uitspraak

RECHTBANKLIMBURG
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11220955 \ CV EXPL 24-3636
Vonnis van 18 december 2024
in de zaak van
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] , V.H. [handelsnaam 1],
te [woonplaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ,
procederend in persoon,
tegen

1.[bedrijfsnaam] ,

te [vestigingsplaats 1] ,
hierna te noemen: [bedrijfsnaam]
2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] , H.O.D.N. '' [handelsnaam 2] '' EN '' [handelsnaam 3] '',
te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen: [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald
- de mondelinge behandeling van 1 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben over en weer – meestal niet of slecht onderbouwde – stellingen betrokken die over en weer worden betwist. Er zijn daarom weinig feiten die thans al kunnen worden vastgesteld. De enige feiten die op dit moment vast staan zijn de volgende.
2.2.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft een eenmanszaak, [handelsnaam 1] . Dit bedrijf is ingeschreven in Nederland in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en gevestigd in [vestigingsplaats 2] . [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in 2018 [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en zijn echtgenote [naam echtgenote] geholpen met het maken van bezwaar bij de Belastingdienst tegen aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en Zorgverzekeringswet. Dit deed hij op verzoek van de moeder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
2.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] exploiteert een autobedrijf. Dat wordt uitgevoerd door de eenmanszaak. [bedrijfsnaam] wordt met name gebruikt voor het overschrijven van auto’s. Deze beide bedrijven zijn ook in Nederland ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
2.4.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] wonen in België.
2.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is eigenaar geweest van een Peugeot met Belgisch kenteken [kenteken 1] . Die is door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] verkocht voor € 75,00.
2.6.
[B.V.] is eigenaar (geweest) van een Iveco transport bus met kenteken [kenteken 2] .

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [bedrijfsnaam] tot betaling van € 5.152,55, vermeerderd met rente en kosten. Deze vordering is opgebouwd uit een hoofdsom van € 3.100,00, een bedrag aan rente van € 1.617,55 en aan buitengerechtelijke kosten van € 435,00. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] desgevraagd verklaard dat de vordering alleen ziet op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en niet op [bedrijfsnaam]
3.2.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , met veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de kosten van deze procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[bedrijfsnaam] vordert - samengevat - veroordeling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 2.084,29, vermeerderd met rente en kosten.
3.5.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] voert verweer. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [bedrijfsnaam] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [bedrijfsnaam] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [bedrijfsnaam] in de kosten van deze procedure.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Wat wil [eiser in conventie, verweerder in reconventie] en waarom?
4.1.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft in de dagvaarding niet duidelijk gemaakt wat de grondslag van zijn vordering is. Hij heeft verwezen naar bijlage 1 bij de dagvaarding waarin staat:
Factuur vrouw
2018
Iz belastingschuld NL (25.000 kwijtgescholden en restant in regeling)
Factuur man
2018
Iz belastingschuld NL (25.000 kwijtgescholden en restant in regeling)
Auto
Peugeot autom. Afgegeven voor winterbandenset Nissan Q, nooit ontvangen
Auto
Lichte vrachtauto met oprijplaten, geruild voor trekhaak voor Nissan, nooit ontvangen.
4.2.
Ook hieruit valt niet op te maken wat de grondslag is van zijn vordering. Op de mondelinge behandeling heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verduidelijkt dat hij opdracht had gekregen van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en zijn vrouw om een belastingkwestie te regelen. De moeder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had hem dat gevraagd. [bedrijfsnaam] was daarbij geen partij. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft verklaard dat hij 40 tot 60 uur aan die kwestie heeft besteed. Daarvoor heeft hij een bedrag in rekening gebracht aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en zijn vrouw van in totaal € 2.500,00. Die factuur is verloren gegaan bij een brand in zijn bedrijf. Hij kan die factuur niet meer reproduceren. De moeder van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft € 400,00 betaald, de rest staat nog open.
4.3.
Wat betreft het overige gevorderde heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] op de mondelinge behandeling verklaard dat hij een Peugeot had die hij aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] had gegeven in ruil voor een set winterbanden voor zijn Nissan. Hij heeft die winterbanden nooit gekregen. Hij wil daarvoor een vergoeding van € 500,00.
4.4.
Tot slot heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] nog aangevoerd dat hij de Iveco minivrachtauto ook aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft gegeven in ruil voor een trekhaak voor zijn Nissan. Die trekhaak heeft hij ook niet gekregen. Daar vraagt hij ook een vergoeding voor van € 500,00.
Wat heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] aangevoerd?
4.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat zijn moeder aan [eiser in conventie, verweerder in reconventie] opdracht had gegeven om de kwestie met de belastingdienst op te lossen. Hij erkent dat hij in mei 2019 een factuur van
€ 2.500,00 heeft gekregen. Hij kan dat bedrag niet plaatsen. Er zijn van tevoren geen afspraken gemaakt over de prijs. Er is geen specificatie overgelegd van gewerkte uren.
4.6.
Wat betreft de Peugeot heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] betwist dat hij deze auto heeft gekregen in ruil voor een stel winterbanden.
4.7.
Wat betreft de Iveco-bus heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ook betwist dat die geruild zou zijn voor een trekhaak.
Wat vindt de kantonrechter?
rechtsmacht
4.8.
Op de mondelinge behandeling is besproken of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, nu partijen beiden in België wonen. Nu zij beide zaakdoend zijn in Nederland, en dit een zakelijk geschil is, zijn partijen het eens dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. De kantonrechter verklaart zich dan ook bevoegd om van het geschil kennis te nemen.
Heeft [eiser in conventie, verweerder in reconventie] een vordering op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ?
4.9.
Volgens de algemene regels van stelplicht en bewijslast dient de partij die stelt een vordering te hebben op een ander, voldoende (onderbouwd) feiten en omstandigheden te stellen en zonodig te bewijzen waaruit het bestaan van die vordering kan worden afgeleid.
4.10.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat hij een vordering heeft op [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De kantonrechter begrijpt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] bedoelt dat er een overeenkomst van opdracht (artikel 7:400 BW) tot stand is gekomen tussen hem en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] op grond waarvan hij werkzaamheden voor [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft verricht. Echter, dat blijkt niet uit de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] naar voren gebrachte feiten. Hij stelt namelijk dat die opdracht is gegeven
door de moedervan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zegt dat zelf ook. Uit geen enkele stelling van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] blijkt dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zelf opdracht heeft gegeven. Dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] eventueel begunstigde was van de door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] verrichte werkzaamheden, maakt dat niet anders. Dat was de vrouw van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] (kennelijk) ook en die is niet door [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in rechte betrokken. Uit de stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] kan de kantonrechter niet afleiden dat er een overeenkomst tussen [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] tot stand is gekomen. Alleen al om die reden wordt de vordering van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , voor zover die ziet op door hem verrichte werkzaamheden, afgewezen.
4.11.
Uit de stellingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] begrijpt de kantonrechter ook dat hij twee keer een bedrag van € 500,00 vordert van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zijn verplichtingen uit een ruilovereenkomst niet is nagekomen. Omdat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft betwist dat er een ruilovereenkomst is gesloten tussen hem en [eiser in conventie, verweerder in reconventie] , zou [eiser in conventie, verweerder in reconventie] dat moeten bewijzen. Hij heeft geen bewijs geleverd en verder ook niet aangeboden, zodat ook de grondslag van deze vorderingen niet kan worden vastgesteld. Ook dit deel van de vordering wordt afgewezen.
4.12.
Nu niet is komen vast te staan dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] iets van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft te vorderen, is [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vanzelfsprekend ook geen rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
4.13.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] en [bedrijfsnaam] (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] worden begroot op:
- verletkosten
50,00
Totaal
50,00
in reconventie
Heeft [bedrijfsnaam] een vordering op [eiser in conventie, verweerder in reconventie] ?
4.14.
[bedrijfsnaam] stelt dat [eiser in conventie, verweerder in reconventie] haar opdracht heeft gegeven om een Peugeot, een Camper en de Ivecobus te verkopen, dat zij daarvoor kosten heeft gemaakt, die zij, met aftrek van de opbrengst van de Ivecobus en Peugeot, bij [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in rekening brengt.
4.15.
[eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft betwist dat hij opdracht tot verkoop heeft gegeven van deze voertuigen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft deze stelling niet onderbouwd met bewijsstukken en verder ook geen bewijs aangeboden. Dat betekent dat ook van deze vordering de grondslag niet is komen vast te staan en dat die wordt afgewezen.
4.16.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] worden begroot op:
- verletkosten
50,00
Totaal
50,00

5.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser in conventie, verweerder in reconventie] af,
5.2.
veroordeelt [eiser in conventie, verweerder in reconventie] in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser in conventie, verweerder in reconventie] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in reconventie
5.3.
wijst de vorderingen van [bedrijfsnaam] af,
5.4.
veroordeelt [bedrijfsnaam] in de proceskosten van € 50,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [bedrijfsnaam] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.