7.1.De burgemeester is in beginsel bevoegd om de woning te sluiten als er een handelshoeveelheid drugs in een woning wordt aangetroffen. Bij harddrugs is er in principe sprake van een handelshoeveelheid als er meer dan 0,5 gram wordt aangetroffen. Bij softdrugs is dat het geval als er meer dan 5 gram wordt aangetroffen. Niet in geschil is dat de politie tijdens de doorzoeking hard- en softdrugs in de woning hebben aangetroffen die boven deze hoeveelheid zitten. Het betreft echter geen grote overschrijding van de gebruikershoeveelheid.
8. Verzoekers zijn van mening dat de aangetroffen hard- en softdrugs voor eigen gebruik dienen. Nu er een handelshoeveelheid drugs is aangetroffen, is het aan verzoekers om aannemelijk te maken dat de aangetroffen hoeveelheid drugs toch niet voor verkoop, verstrekking of aflevering aanwezig was. De voorzieningenrechter kan gezien de jaren langen verslavingsproblematiek verzoekers dit betoog volgen. Het is echter nog aan verzoekers om dit met stukken nader te onderbouwen. Verzoekers hebben wel wat aanknopingspunten aangereikt waaruit dit zou blijken. Bijvoorbeeld het meewerken aan de eerdere controle, en het drugsgebruik toen (joint) en tijdens de doorzoeking (cocaïneresten op een spiegel). Ook hebben verzoekers gesteld dat de weegschaal die is aangetroffen niet werkte/geschikt was. Verder hebben verzoekers gewezen op het feit dat er slechts een beperkte hoeveel drugs is aangetroffen en geen contant geld. Hoewel het in eerste instantie aan verzoekers is om dit standpunt te onderbouwen, zijn er ook punten waarop de burgemeester voor meer duidelijkheid moet zorgen. Zo hebben verzoekers onweersproken gesteld dat het flexteam van de gemeente meerdere controles heeft uitgevoerd met betrekking tot hun woning, maar dat hieruit geen actie is voortgekomen. Van deze controles zijn geen rapportages overgelegd, waardoor de burgemeester heeft nagelaten een volledig beeld te schetsen over wat is gecontroleerd bij verzoekers. Nu verzoekers hebben gevraagd naar het verslag van de eerdere controles, welke onder de gemeente berusten, ligt het op de weg van de burgemeester om hiervoor zorg te dragen. Ook beroept de burgemeester zich op het feit dat er gripzakjes aanwezig waren. Uit het rapport blijkt echter niet hoeveel gripzakjes met “enkele” wordt bedoeld. Verder heeft de burgemeester gesteld dat sprake is van handel gelet op de MMA-meldingen die zijn gedaan. De burgemeester heeft slechts een kleine selectie van de MMA-meldingen inzichtelijk gemaakt. Kennelijk zijn er veel MMA-meldingen gedaan, waarbij het soms onduidelijk is of de MMA-meldingen zien op de woning van verzoekers, of de naastgelegen woning met hetzelfde nummer maar met toevoeging. Ook heeft de burgemeester erkend dat een deel van de MMA-meldingen waarover gesproken wordt, al is gedaan voordat verzoekers in het pand wonen. Daarnaast gaat het in de melding van 21 augustus 2024 enkel om een melding van overlast zonder dat sprake is van druggerelateerde feiten. Verzoekers hebben verder nog verklaard dat de buitenlandse kentekens waarover gesproken wordt in één van de meldingen te verklaren vallen doordat de buurman in het naastgelegen pand met hetzelfde nummer, een auto met buitenlands kenteken heeft. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekers terecht vraagtekens stellen bij wijze waarop de burgemeester tot dusverre de MMA-meldingen heeft gedeeld. Het is begrijpelijk dat de burgemeester niet volledig transparant kan zijn, gelet op het feit dat het hier om anonieme meldingen gaat. Dat neemt niet weg dat op dit moment onduidelijk is in hoeverre er sprake is van meldingen die echt concreet op verzoekers gericht zijn en zien op drugshandel. Immers als er sprake is van een patroon van meldingen, die al dateert van voordat eisers er wonen, en dat ook allerlei andere klachten omvat, of als de meldingen niet duidelijk tot verzoekers of hun buurman te herleiden is, legt dit niet hetzelfde gewicht in de schaal als wanneer hier meer duidelijkheid over bestaat. En hoewel volledige transparantie wellicht niet van de burgemeester kan worden gevergd, is wel van belang dat de burgemeester niet enkel van belastende informatie uitgaat, maar ook ontlastende informatie deelt met verzoekers.
9. Gelet op het voorgaande is op dit moment nog het een en ander onduidelijk. Het ligt op de weg van zowel verzoekers als de burgemeester om in bezwaar voor meer duidelijkheid te zorgen. Daardoor zal beter beoordeeld kunnen worden of er bevoegdheid en noodzaak bestaat voor het sluiten van het pand. Dat de burgemeester alsnog bevoegd blijkt te zijn om het pand te sluiten is dus niet uitgesloten. De burgemeester heeft immers terecht tegengeworpen dat bij verzoekers sprake is van antecedenten. Ook de noodzaak hiertoe valt niet uit te sluiten, gelet op onder meer het feit dat de woning een kwetsbare ligging heeft. Maar evenmin valt uit te sluiten dat de drugs aanwezig was voor eigen gebruik. Verzoekers hebben aangevoerd dat zij juist bezig zijn hun leven te beteren, al lukt dat met het gebruik van drugs nog niet naar wens. De bezwaarprocedure is bij uitstek aangewezen om nadere onderbouwing van de verschillende standpunten te kunnen geven.
10. Gelet op het voorgaande zal de voorzieningenrechter zich in deze voorlopige voorzieningen hangende bezwaar beperken tot een belangenafweging om te beoordelen of de gevraagde voorlopige voorziening moet worden toegewezen.
11. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de belangenafweging in het voordeel van verzoekers uitvalt. De voorzieningenrechter acht daarvoor van belang dat in de woning van verzoeker slechts een beperkte hoeveelheid hard- en softdrugs is aangetroffen en dat verzoekers verklaard hebben dat dit bedoeld was voor eigen gebruik. Verzoekers moeten hun verslavingsproblematiek nog nader met stukken onderbouwen maar de geringe hoeveelheid aangetroffen drugs weegt in het voordeel van verzoekers mee. Terwijl de woningsluiting voor verzoekers wel zeer nadelige gevolgen zal hebben. Zo zal de huurovereenkomst ontbonden worden en zullen verzoekers definitief de woning moeten verlaten. Verzoekers zullen niet eenvoudig een nieuwe, zelfstandige woonruimte vinden. Dit is mede gelegen in het feit dat verzoekers met stukken hebben aangetoond dat zij onder bewind staan en dat zij financiële problemen hebben. De burgemeester heeft mogelijk ook een groot belang bij sluiten, als wel sprake zou zijn van handel. In dat geval kan de burgemeester echter ook na de bezwaarprocedure de woning alsnog sluiten. De belangenafweging valt daarom op dit moment van de procedure in het voordeel van verzoekers uit.