ECLI:NL:RBLIM:2024:965

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
1 maart 2024
Publicatiedatum
1 maart 2024
Zaaknummer
03.207325.23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Brandstichting in Kerkrade met gevaar voor goederen en levensgevaar

Op 1 maart 2024 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 18 augustus 2023 in Kerkrade twee branden heeft gesticht. De verdachte heeft in de nachtelijke uren een scooter en een caravan in brand gestoken, wat leidde tot gevaar voor omliggende woningen en de daarin aanwezige personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn motieven verborgen hield en geen verantwoordelijkheid nam voor zijn daden. De officier van justitie had een gevangenisstraf van vier jaar geëist, en de rechtbank heeft deze eis gehonoreerd. De verdachte werd bijgestaan door mr. J.J.H.M. de Crom, en de zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 16 februari 2024. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan opzettelijke brandstichting, met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor personen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de schade al door de verzekering was vergoed. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen aansteker verbeurd wordt verklaard. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03.207325.23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 1 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1987,
op dit moment gedetineerd in P.I. [naam PI] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.J.H.M. de Crom, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 16 februari 2024. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 18 augustus 2023 brand heeft gesticht waardoor goederen in gevaar werden gebracht;
Feit 2:op 18 augustus 2023 brand heeft gesticht waardoor goederen en personen in gevaar werden gebracht.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van het bewijs gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen
De rechtbank bezigt met betrekking tot het onder 1 en 2 tenlastegelegde de navolgende bewijsmiddelen – zakelijk weergegeven.
Het proces-verbaal van bevindingen: [2]
Op vrijdag 18 augustus 2023 omstreeks 04.10 uur kregen wij de opdracht om te gaan naar de Buttgenbachstraat in Kerkrade. Aldaar zou een hekwerk in brand staan. Wij gingen ter plaatse en zagen dat naast perceel [adres 1] een brandende scooter stond. De scooter stond voor een houten schutting behorende bij perceel [adres 2] . Een deel van de houten schutting had inmiddels ook al vlam gevat en stond in brand.
Wij kregen de aanvullende informatie dat er een straat verder, in de Josephinastraat, een caravan in brand stond. Terwijl wij op de Buttgenbachstraat bij de brand stonden in afwachting van de brandweer, zagen wij een man vanuit de Catharinastraat in onze richting lopen. Wij hoorden de man zeggen dat er even verderop een caravan in brand stond. Ook gaf hij aan dat hij gezien had dat een man op een fiets de brand gesticht had en dat hij nog kort achter de man aangerend was. [3] Deze getuige betrof: [verdachte] . Nadat de brandweer ter plaatse kwam, werd de brandende scooter en de schutting door de brandweer geblust. De scooter was inmiddels volledig verbrand en het kenteken en kentekenhouder waren derhalve onbekend. Vervolgens meldde zich de bewoner van perceel [adres 2] , te weten: [getuige] en toonde op zijn smartphone beelden afkomstig van zijn beveiligingscamera’s. Op de beelden was te zien dat een man wegliep van de plaats delict. Enkele minuten later is het schijnsel van de vlammen uit de richting van de plaats delict te zien.
Omstreeks 05.05 uur kregen wij de melding dat er een verdacht voertuig in de buurt van de plaats delict zou staan. Volgens een buurtbewoner zou een persoon al enkele uren in en bij het voertuig zijn geweest. Deze persoon zou ook met de politie gesproken hebben en zich bij het voertuig hebben omgekleed. Het voertuig betrof een Ford Fiesta, voorzien van het Nederlandse kenteken [kenteken 1] en stond geparkeerd in een parkeervak in de Catharinastraat ter hoogte van perceel [X] . In de Ford Fiesta lag achter de bestuurdersstoel op de vloer een aangebroken verpakking met aanmaakblokjes. Bij bevraging van BVI bleek de kentekenhouder [verdachte] te betreffen.
Door een patrouille van basiseenheid Brunssum werd [verdachte] vervolgens aangetroffen op de Nieuwstraat, ter hoogte van perceel [Y] . Om [verdachte] hing een alcohollucht en zijn handen roken sterk naar benzine of een soortgelijke brand-versnellende stof. [verdachte] was tevens in het bezit van een tweetal aanstekers.
Het proces-verbaal van bevindingen: [4]
Wij roken een geur van alcohol en benzine om deze man heen. Ik vroeg aan de man wie hij was. Wij hoorden dat hij antwoordde: “ [verdachte] . Ik heb zojuist ook al gesproken met collega’s over die branden.” Ik zag verschillende geel en witgekleurde vlekken op de bovenkant van zijn handen. Ik rook aan zijn handen een herkenbare geur van benzine.
Het proces-verbaal van bevindingen: [5]
Toen ik op vrijdag 18 augustus 2023 omstreeks 04.10 uur de Josephinastraat inreed zag ik dat er een caravan in lichterlaaie stond. De vlammen stegen 4 meter boven het dak van de caravan uit. Ik zag dat de caravan ongeveer 150 centimeter van de woning, huisnummer [adres 3] geparkeerd stond in de parkeerhaven. Ik zag dat de woning, huisnummer [adres 3] , aan het roken was. Enkele minuten laten was de brandweer ter plaatse en werd de brand geblust.
Ik zag dat de voorgevel van de [adres 3] beschadigd was. Ik zag dat er drie ruiten gebarsten waren en een rolluik zwart geblakerd was. De caravan was volledig uitgebrand.
Tevens was er een ruit gebarsten van de woning [adres 4] .
Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig: [6]
In het voertuig (Ford Fiesta, kenteken: [kenteken 1] ) zag ik diverse goederen liggen. Op de vloer achter de bestuurdersstoel zag ik een doorzichtige verpakking met daarin witte aanmaakblokjes. In de kofferbak van het voertuig trof ik in een tas een kartonnen verpakking aan van witte aanmaakblokjes van het merk Samba.
Het proces-verbaal van bevindingen: [7]
Op de camerabeelden welke tijdens het buurtonderzoek zijn aangeleverd door buurtgenoten is te zien dat:
- [verdachte] omstreeks 04.01 uur loopt vanuit de richting van de plek waar de scooter in brand heeft gestaan;
- hij in de richting van de Pannesheiderstraat loopt;
- hij hierna omstreeks 04.03 uur voor de woning op de [adres 5] te Kerkrade stil staat en een halve minuut in de richting van de plek kijkt waar de scooter in brand heeft gestaan;
- dat hij om 04.04 uur in de richting van de Josephinastraat loopt;
- om 04.09 uur is op de beelden van [adres 6] te zien dat de caravan in brand staat;
- omstreeks 04.12 uur is op de beelden te zien dat de caravan ontploft;
- op de camerabeelden van [adres 5] is te zien om 04.22 uur dat [verdachte] loopt vanuit de richting Josephinastraat in de richting van de Buttgenbachstraat;
- om 04.23 uur spreekt [verdachte] de bewoners van [adres 2] aan dat er iets in brand staat.
Op alle camerabeelden welke zijn aangeleverd door de buurtbewoners ten tijde van de twee
branden op de Buttgenbachstraat en Josephinastraat is niemand anders te zien dan verdachte
[verdachte] .
Het proces-verbaal van bevindingen: [8]
Ik opende de celdeur van verdachte [verdachte] en ik rook op dat moment de mij bekende penetrante (was)benzinegeur. Hierna opende ik de kast van verdachte als genoemd, waarin zijn in eigendom behorende spullen werden bewaard. Andermaal rook ik een sterke en doordringende geur van (was)benzine. In de kast lagen onder andere de schoenen alsmede jas van verdachte. Rondom de zakken van de betrokken jas (donkerkleurige jas, merk C&A) waren witte veegvlekken zichtbaar. Ik opende hierna de ritssluiting van de linker jaszak. In die zak werd een hoeveelheid korrels/resten van een sterk op aanmaakblokjes gelijkende stof aangetroffen. Ik rook dat deze resten sterk riekten naar aanmaakblokjes. Op de rechterschoen werd een hoeveelheid korrels/resten van een sterk op aanmaakblokjes gelijkende stof aangetroffen. Onder de zool van de rechterschoen waren meerdere witte korreltjes (restjes) zichtbaar. Ik zag dat die puntjes qua geur en kleur identiek en qua vorm vrijwel identiek waren aan de in de linker jaszak aangetroffen hoeveelheid resten van aanmaakblokjes.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek kledingstuk: [9]
De jas werd door de verdachte gedragen ten tijde van de aanhouding. Het betrof een zwarte jas / fleecevest voorzien van een capuchon en twee steekzakken met een ritssluiting.
Rondom de steekzakken zag ik een witte afzetting aan de buitenzijde van de jas. Na het openen van de ritssluiting van de steekzakken zag ik in beide zakken zowel kleine als enkele grote witte korrels. Zowel de structuur als de geur van deze witte korrels herkende ik als mogelijk resten van witte aanmaakblokjes.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (scooter): [10]
Ik zag dat de scooter volledig was vernield door de brand. Ik zag dat alleen het frame van de scooter nog zichtbaar was en dat alle kunststof delen waren verbrand. Ik zag dat op de grond delen gesmolten metaal lag. Ik zag dat de scooter naast een houten tuinschutting lag. Ik zag dat twee houten tuinpanelen alsmede een houten scharnierende tuindeur door het vuur waren vernield. Ik zag dat een zich in de tuin direct naast de voornoemde houten tuinschutting geplaatste houten zandbak gedeeltelijk was aangetast door het vuur. Ik zag dat de lantaarnpaal waar de scooter aan was vastgemaakt zwart geblakerd was en door het vuur was aangetast. Gelet op het aangetroffen brand- en schadebeeld, daarbij rekening houdend met informatie met betrekking tot de brand is onduidelijk gebleven waar de brand exact is begonnen. Vaststaat dat de brand is ontstaan in de scooter en hierbij gevolgschade heeft veroorzaakt. Een technische oorzaak is zeer onwaarschijnlijk, gezien het feit dat het voertuig reeds lange tijd op de parkeerplaats geparkeerd stond.
De brand vond plaats op de openbare weg waar ten tijde van de brand geen andere voertuigen in de nabijheid geparkeerd stonden. Gezien de afstand van het voertuig tot de naastgelegen woningen had de brand bij niet vroegtijdige ontdekking, niet verder kunnen uitbreiden in de richting van de woningen. Hierdoor is er geen sprake geweest voor gevaar van lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor personen. Er is enkel sprake geweest van gemeen gevaar voor goederen.
Uit onderzoek is niet gebleken hoe de brand is ontstaan. Het al dan niet opzettelijk inbrengen van vuur zou het meest aannemelijk zijn. De scooter stond op de openbare parkeerplaats en was voor een ieder vrij toegankelijk.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (caravan): [11]
Ik zag dat de caravan volledig was vernield door de brand. Ik zag dat de inbranding aan de linkerzijde van de caravan heviger was dan aan de andere kant. Gelet op het aangetroffen brand- en schadebeeld heb ik kunnen vaststellen dat de brand ter hoogte van de linker band is ontstaan. Een technische oorzaak is zeer onwaarschijnlijk, gezien het feit dat het voertuig reeds langere tijd op de parkeerplaats geparkeerd stond en niet voorzien was van een gasfles of elektrische apparaten.
De brand vond plaats op de openbare weg waar ten tijde van de brand aan de achterzijde van de caravan een ander voertuig (personenauto) geparkeerd stond. Gezien de afstand van de caravan en personenauto tot de naastgelegen woningen had de brand bij niet vroegtijdige ontdekking, verder kunnen uitbreiden in de richting van de woningen. Hierdoor is er een sprake geweest voor gevaar van zwaar lichamelijk letsel en/of levensgevaar voor personen en goederen. Op adres [adres 3] waren op moment van de brand vier volwassenen en een huisdier aanwezig. Op adres [adres 4] waren op moment van de brand twee volwassenen en één kind aanwezig. Bewoners van beide voornoemde adressen hebben hun woning aan de achterzijde, via de achtertuin, verlaten.
[adres 3] Kerkrade: Ik zag dat beide rolluiken rook- en roetschade vertoonde. Ik zag dat de isolatieschuim achter het kozijn zwart geblakerd en verbrand was. Ik zag dat twee ruiten van twee slaapkamerramen op de eerste etage kapot waren. Ik zag dat deze kozijnen waren aangetast door het vuur. Ik zag dat de onderzijde van de dakgoot was aangetast door het vuur.
[adres 4] Kerkrade: Ik zag dat de kozijnen van beide ramen op de begane grond waren aangetast door het vuur. Ik zag dat de kozijnen van twee slaapkamerramen op de eerste etage kapot waren. Ik zag dat de onderzijde van de dakgoot was aangetast door het vuur.
[adres 7] Kerkrade: Ik zag dat in de ruit op de begane grond aan de overzijde van de straat een hittebreuk zat.
Gevolgschade aan de achter de caravan geparkeerde personenauto werd door de brandweer
voorkomen daar zij het voertuig nat hebben gespoten.
Uit onderzoek is niet gebleken hoe de brand is ontstaan. Het al dan niet opzettelijk inbrengen van vuur zou het meest aannemelijk zijn. De caravan stond op de openbare parkeerplaats en was voor een ieder vrij toegankelijk.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1]: [12]
Ik doe aangifte van brandstichting. Op donderdag 17 augustus 2023 reed ik met mijn scooter vanuit mijn werk in Heerlen naar huis. Dit was omstreeks 15.30 uur. Ik zet deze scooter altijd bij de lantaarnpaal bij de schutting van mijn overburen op nummer [adres 2] . Dit omdat ik mijn scooter met het slot vastmaak aan deze lantaarnpaal. Op vrijdag 18 augustus zag ik dat mijn scooter, samen met de schutting van mijn overburen op nummer [adres 2] , afgebrand was.
Het proces-verbaal van aangifte van [getuige]: [13]
Op vrijdag 18 augustus 2023 omstreeks 04.00 uur ging ik naar bed. Een paar minuten later zag ik een oranje licht. Ik trok het rolgordijn aan de kant en zag dat mijn hekwerk in brand stond. Ik zag en hoorde het geluid van brand/vuur en zag dat een scooter in brand stond.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 2]: [14]
Op vrijdag 18 augustus 2023, omstreeks 04.15 uur, werd ik plotseling wakker. Ik rook brandende kunststof alsof een autoband in brand stond. Ik zag dat onze caravan in brand stond. Onze caravan Dethlefss Beduin met Duits kenteken [kenteken 2] was volledig uitgebrand. Op de benedenverdieping waren twee rolluiken vernield, de kunststofkozijnen waren gesmolten en één raam was gesprongen. Op de eerste verdieping zijn aan de linkerkant de twee ramen kapot gesprongen en de kunststofkozijnen gesmolten en is van een van de twee ramen aan de rechterkant het glas kapot gesprongen.
Het proces-verbaal van aangifte [aangever 3]: [15]
Op vrijdag 18 augustus 2023, omstreeks 4.20 uur, zag ik dat de caravan die voren op straat stond in brand stond. Ik zag dat de caravan in lichterlaaie stond. Onze slaapkamer ligt op de eerste verdieping aan de straatkant en de slaapkamer van onze dochter ligt naast onze slaapkamer ook aan de straatkant. Ik zag dat het raam van de woonkamer kapot gesprongen was en dat het kunststofkozijn gesmolten was. Aan de voorkant van de woning zijn twee woonkamerramen beschadigd en op de eerste verdieping twee ramen. Ook is te zien dat het dak beschadigd is door de brand.
Bewijsoverweging
Op grond van de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee brandstichtingen op 18 augustus 2023 in Kerkrade.
De rechtbank overweegt in het bijzonder als volgt.
De verdachte heeft vlak na de brandstichtingen aan verbalisanten verklaard dat een man op een fiets de brand had gesticht en dat hij nog kort achter hem aan was gerend. Op geen van de aan de politie ter beschikking gestelde beelden van camera’s is echter een man op een fiets te zien. Enkel verdachte is op die beelden te zien. De rechtbank bezigt de hiervoor bedoelde verklaring van de verdachte ook tot het bewijs, nu deze verklaring van de verdachte kennelijk leugenachtig is en kennelijk afgelegd is om de waarheid te bemantelen, namelijk dat het de verdachte zelf was die de brand had gesticht. De verklaring van de verdachte is onverenigbaar met de hierboven vastgestelde feiten en omstandigheden en dus in strijd met de waarheid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
Feit 1
op 18 augustus 2023 te Kerkrade opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een bromfiets/snorfiets, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de schutting/ het hekwerk behorend bij/staande op het perceel [adres 2] te Kerkrade en de woning gelegen aan de [adres 2] te Kerkrade en de in die woning aanwezige goederen, te duchten was;
Feit 2
op 18 augustus 2023 in de gemeente Kerkrade opzettelijk brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een caravan, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning gelegen aan de [adres 3] te Kerkrade en de in die woning aanwezige goederen en omliggende woningen en goederen in deze omliggende woningen, en
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te weten voor de zich in de woning, gelegen aan de [adres 3] te Kerkrade, bevindende personen,
te duchten was;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Feit 1
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
Feit 2
opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van 4 jaren, met aftrek van voorarrest.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit te volstaan met een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie gevorderd en heeft daarbij verwezen naar jurisprudentie van vergelijkbare zaken. De raadsvrouw heeft verder aangevoerd dat de verdachte geen relevante documentatie heeft, aan het werk kan als stratenmaker, een vriendin heeft, geen schulden heeft en wil vechten voor zijn dochter. Daarnaast heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat bijzondere voorwaarden en een reclasseringstoezicht niet wenselijk zijn.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft in de nachtelijke uren van 18 augustus 2023 in een woonwijk twee branden veroorzaakt door een scooter en een caravan in brand te steken. De scooter en caravan zijn volledig uitgebrand. Daarnaast zijn een houten tuinschutting, een zandbak en van een aantal naastgelegen woningen de ramen, kozijnen en dakgoten vernield of aangetast door het vuur. Tevens had een van de branden zich verder kunnen uitbreiden in de richting van de naastgelegen woningen, waar meerdere personen aanwezig waren, met alle gevolgen van dien. De verdachte heeft twee zeer gevaarlijke situaties veroorzaakt. Feiten als deze hebben niet alleen grote financiële gevolgen voor de slachtoffers, maar leiden ook tot gevoelens van onveiligheid in de maatschappij en bij de slachtoffers in het bijzonder.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met de persoon van de verdachte en de navolgende omstandigheden.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van de verdachte, waaruit blijkt dat de verdachte reeds meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, maar niet voor soortgelijke feiten. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsrapport van 28 augustus 2023, waarin de reclassering het recidiverisico als hoog inschat. De delictsgeschiedenis van de verdachte, zijn middelengebruik en zijn psychosociaal functioneren en houding zijn risicoverhogende factoren. De reclassering ziet mede gelet op de beperkte responsiviteit geen meerwaarde in het opleggen van bijzondere voorwaarden. Daarbij blijft het voor de rechtbank onduidelijk wat de verdachte bewogen heeft om deze feiten te plegen. Op de vele vragen van de rechtbank over de motieven van zijn daden, bleef de verdachte steevast zwijgen. Naast het feit dat de verdachte zijn motieven voor de rechtbank verborgen hield, nam hij ook nog eens geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn verwerpelijke daden. Dit neemt de rechtbank in strafverzwarende zin mee bij de bepaling van de straf. De rechtbank betrekt daarnaast bij de bepaling van de straf, eveneens ten nadele van de verdachte, het feit dat hij de politie op het verkeerde been heeft willen zetten door te verklaren dat iemand anders de brand had gesticht.
Naar het oordeel van de rechtbank kan – in het bijzonder gelet op de aard en ernst van de feiten – niet worden volstaan met een taakstraf of een andere of lichtere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren passend en geboden, met aftrek van de dagen die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De rechtbank ziet geen reden om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering.

7.De benadeelde partij [aangever 2]

7.1
De vordering van de benadeelde partij [aangever 2]
De benadeelde partij [aangever 2] vordert een schadevergoeding van € 9.200,00 ter zake van feit 2.
7.2
Het oordeel van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verzekering van de benadeelde partij alle gevorderde schade reeds vergoed heeft. De rechtbank zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.

8.Het beslag

De inbeslaggenomen ‘Aansteker’ (goednummer: 1631433) is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu met dit voorwerp de bewezenverklaarde feiten zijn begaan.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a, 57, 63 en 157 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij [aangever 2]
  • bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
Beslag
- verklaart verbeurd het volgende in beslag genomen voorwerp:
- aansteker (goednummer: 1631433).
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Osmić, voorzitter, mr. L.P. Bosma en mr. K.G. Witteman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.P.W.E. Bekkers, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 1 maart 2024.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
Feit 1
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 te Kerkrade
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een bromfiets/snorfiets, althans met een brandbare stof
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten de schutting/ het hekwerk behorend bij/staande op het perceel [adres 2] te Kerkrade en/of de woning gelegen aan de [adres 2] te Kerkrade en/of de in die woning aanwezige goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen,
te duchten was;
Feit 2
hij op of omstreeks 18 augustus 2023 in de gemeente Kerkrade,
opzettelijk
brand heeft gesticht door open vuur in aanraking te brengen met een caravan, althans met een brandbare stof terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning gelegen aan de [adres 3] te Kerkrade en/of de in die woning aanwezige goederen en/of omliggende woningen en/of goederen in deze omliggende woningen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te weten voor de zich in de woning, gelegen aan de [adres 3] te Kerkrade, bevindende personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen
te duchten was;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van Districtsrecherche Parkstad-Limburg, proces-verbaalnummer LB2R023085 (onderzoek: LITMANEN), gesloten d.d. 9 oktober 2023, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 173.
2.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , p. 43-45.
3.Het proces-verbaal van verhoor van de getuige [verdachte] , d.d. 18 augustus 2023, p. 92.
4.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , p. 40.
5.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , p. 58.
6.Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (Ford Fiesta, [kenteken 1] ), p. 140.
7.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant van [verbalisant 6] (camerabeelden), p. 86.
8.Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] , p. 62 en 63.
9.Het proces-verbaal forensisch onderzoek kledingstuk (zwarte jas / vest), p. 159.
10.Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (bromfiets, Agm VX 50), p. 114 en 115.
11.Het proces-verbaal forensisch onderzoek voertuig (caravan Dethleffs), p. 123, 124 en 125.
12.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 18 augustus 2023, p. 97.
13.Het proces-verbaal van aangifte van [getuige] , d.d. 18 augustus 2023, p. 101.
14.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , d.d. 18 augustus 2023, p. 104 en 105.
15.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , d.d. 18 augustus 2023, p. 110.